Voor een dotterbehandeling is geen narcose nodig. De arts verdooft de plek waar hij de katheter inbrengt. Dit is meestal een slagader in de lies of pols. Via deze plek schuift de cardioloog meerdere katheters naar het hart.
Meestal wordt een dotterbehandeling gedaan onder plaatselijke verdoving. De behandeling kan ook plaatsvinden onder algehele narcose of met een regionale anesthesie (hierbij wordt een gedeelte van het lichaam tijdelijk gevoelloos gemaakt).
Dotteren en het plaatsen van een stent zijn minder-ingrijpende (minimaal-invasieve) ingrepen waarvoor u wellicht minder lang in het ziekenhuis hoeft te blijven.
Toch is er altijd een risico op complicaties tijdens en na het dotteren: Hartritmestoornissen. Overgevoeligheidsreactie op de contrastvloeistof. Hartinfarct of herseninfarct doordat een deel van de vernauwing losschiet.
Herstel. Patiënten blijven meestal een nacht in het ziekenhuis en gaan de dag na de ingreep naar huis. Sommige patiënten gaan zelfs dezelfde dag al naar huis. Hoelang u in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van eventuele complicaties tijdens de ingreep en de genezing van de inbrengplaats van de katheter.
De arts verdooft uw lies, en prikt uw slagader aan. Soms gebruikt hij een echoapparaat om de slagader op te zoeken. U blijft voelen dat de arts bezig is met de behandeling in uw lies, maar het is niet pijnlijk.
Na ongeveer vijf dagen kun je proberen je dagelijkse activiteiten (werk en huishouden) weer voorzichtig op te pakken. Stel zware lichamelijke inspanningen uit tot ongeveer een week nadat je thuis bent gekomen. Overleg met je arts wanneer je bijvoorbeeld weer kan sporten. Niet autorijden en fietsen.
Stentprocedures hebben een voordeel boven alleen dotteren, omdat stents een permanente structurele ondersteuning bieden om te voorkomen dat de kransslagader weer vernauwd raakt (ook wel restenose genoemd), hoewel restenose nog steeds kan optreden.
Nee, soms is een dotterbehandeling niet mogelijk. Dit kan te maken hebben met de plaats of de vorm van de vernauwingen.
"Als je snel wordt gedotterd, is de kans op overlijden nog maar 5 tot 10 procent. Dotteren redt al levens, maar de behandeling kan nog beter", zegt VUmc-cardioloog Niels van Royen in het AD. Bijna 17.000 patiënten worden jaarlijks gedotterd na een acuut hartinfarct.
Als het hart niet genoeg zuurstof krijgt kan dit pijn op de borst en soms nekpijn en verminderd gevoel in de linker arm veroorzaken. Sommige mensen hebben hier alleen last van bij inspanning anderen ook in rust. Ook kan het, bij vrouwen meer dan bij mannen, klachten geven van kortademigheid of conditieverlies.
U wordt voor een dotterbehandeling in principe een dag, tot twee dagen opgenomen. De eigenlijke behandeling duurt ongeveer een uur tot anderhalf uur. Voor de cardioloog met dotteren kan beginnen, maakt hij eerst een aantal beelden van de kransslagader waarin de vernauwing zit.
Groot internationaal onderzoek toont aan wat beste behandeling is. Patiënten die ernstige afwijkingen hebben aan hun kransslagaders kunnen beter worden geopereerd dan gedotterd. Na een openhartoperatie (bypass) is hun kans om te overlijden 20% kleiner dan na dotteren.
Tijdens de dotterbehandeling kan het zijn dat de kransslagader op een andere plaats moet worden gedotterd. Het komt ook wel eens voor dat de vernauwing na de behandeling op dezelfde plek terugkomt. In dat geval kan de cardioloog overwegen toch een operatie te laten doen.
Bij het dotteren, ook wel Percutane Coronaire Interventie (PCI) genoemd, wordt via de lies of arm een dun hol slangetje naar de plaats van de vernauwing in de kransslagader gebracht. Via dit slangetje wordt een ballonnetje opgevoerd, dat op de plaats van de vernauwing wordt opgeblazen.
Een dotterbehandeling is een behandeling waarbij we met een ballon een vernauwing of afsluiting in uw bloedvat opheffen. Bij het plaatsen van een stent plaatsen we een slangetje met hieraan een stent (een soort metalen gaaswerkje) in de vernauwde ader. De stent houdt het bloedvat open.
Als dotteren onvoldoende helpt, besluit de arts tijdens de behandeling een stent in de slagader te plaatsen. Dit is een kokertje van gevlochten metaal. Het verstevigt de slagader en zorgt ervoor dat deze niet meer kan terugveren.
Hoelang moet de stent blijven zitten? U moet er rekening mee houden dat u een stent voor de rest van uw leven heeft. Stents zijn zo ontwikkeld dat ze permanent in uw kransslagader blijven zitten om blijvende ondersteuning te bieden.
De huidige aanbeveling - twaalf maanden bloedverdunners gebruiken na een stentimplantatie - is voornamelijk gebaseerd op onderzoek met oudere stents.
Krijg je door stress een hartinfarct? Je krijgt niet zomaar een hartinfarct als je eens wat stress hebt maar stress kan wel bijdragen aan hartproblemen. Stress hangt samen met slagaderverkalking en slagaderverkalking kan leiden tot een hartinfarct.
NORRIS e.a. (1969) geven de sterfte 3 jaar na hartinfarct op als 23% voor het eerste infarct, 48% voor het tweede infarct en 62% voor drie of meer infarcten.
De dotterbehandeling is een dagbehandeling. Dit betekent dat u meestal dezelfde dag weer naar huis gaat. U gaat hiervoor naar de afdeling Cardiologie.
Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht na een hartinfarct en dotter- en stentbehandelingen. Deze klachten hebben onder andere te maken met het lichamelijke herstel: het hart heeft al dan niet schade opgelopen en moet nu functioneren in deze nieuwe situatie.
U mag in principe vier dagen na de ingreep niet autorijden in verband met plotseling remmen. Als u een dotterbehandeling hebt ondergaan nadat u een hartinfarct hebt doorgemaakt, dan mag u 4 weken niet autorijden.
Na een hartoperatie mag u de eerste 6 weken niet autorijden en niet fietsen. De reden hiervoor is uw borstwond. Wanneer u een ongeluk krijgt, of met de fiets komt te vallen is uw borstkast niet sterk genoeg om uw hart en longen goed te beschermen.