Houd er rekening mee dat (bijbehorende) hoofdbeschermers de ademhaling van je baby belemmeren. Gebruik géén co-sleepers voor tweelingen. Meer dan één kind in een bedje vergroot het risico op wiegendood. Schakel over naar een groter/hoger bedje zodra je baby probeert te zitten of staan.
Gemiddeld kun je een co-sleeper gebruiken tot je baby ongeveer 6 maanden is, afhankelijk van hoe hard je kindje groeit. Daarna kan het door naar zijn of haar eigen ledikant. Dit kun je in de ouderlijke slaapkamer plaatsen of vlakbij in de babykamer.
Het is aan te raden om een baby zeker tot 6 maanden en bij voorkeur tot 1 jaar slaapt in de ruimte waar de ouders ook zijn. Het kindje moet wel in een eigen bedje liggen en niet tussen de ouders in hetzelfde bed slapen. Aldus luidt het advies van Kind en Gezin en Belgische kinderartsen.
De voordelen van een co-sleeper:
Je kunt je baby bijvoorbeeld snel sussen als hij huilend wakker wordt maar ook borstvoeding geven vanuit je bed is met een co-sleeper lekker makkelijk. Je hoeft er namelijk niet voor op te staan! Een co-sleeper kan ook bijdragen aan de nachtrust van je kleintje.
De eerste maanden is het een goed idee om de wieg van je pasgeboren baby in je eigen kamer te zetten. Hierdoor kun je een oogje in het zeil houden en bovendien maakt het de nachtvoeding makkelijker. Veel moeders zetten het wiegje zo dichtbij mogelijk bij het eigen bed, zodat de baby binnen handbereik is.
Uit onderzoek blijkt dat steeds meer ouders ervoor kiezen samen met hun kinderen te slapen. Dit wordt co-sleeping of samen slapen genoemd. Vanuit het kind gezien kan dat het tot vijf jaar heel goed bij zijn ouders slapen. Een kind kan zich er veiliger door voelen.
Veel veiliger is het om te kiezen voor een wieg aan het bed, ook wel een cosleeper of aanschuifbedje genoemd. Een cosleeper wordt met een open zijde aan het ouderlijk bed vastgezet. Zo kun je altijd een oogje in het zeil houden, kun je de baby makkelijker oppakken om deze te troosten en om je baby te voeden.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Het algemene advies is om je baby pas na 6 maanden op een eigen kamer te leggen. Tot die tijd wordt aangeraden om een slaapkamer te delen. Let op: leg je baby niet bij jullie in bed, maar in een eigen wiegje of co-sleeper. Zo verklein je de kans op wiegendood.
Totdat je baby 6 maanden oud is, is het niet veilig om hem bij jou in bed te laten slapen. Er zijn factoren aanwezig die voor een adembelemmering kunnen zorgen, zoals dekbedden, grote kussens en spleten tussen twee matrassen. Bovendien is het vaak te warm, omdat jij (en je partner) ook in het bed liggen.
Je baby alleen thuis laten is strafbaar
Hulpbehoevende kinderen, zoals baby's, mag je wettelijk gezien niet alleen thuis laten zonder toezicht. Dit gebeurt wel, maar is dus strafbaar! Laat je baby dus NOOIT alleen! Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht > Verlating van hulpbehoevenden.
Leg zijn matras aan het voeteneind van jullie bed of zet een kleine speelgoedtent neer waar hij maximaal een week in mag 'kamperen'. Zodra je kind hier aan gewend is, verhuis je het matras of de tent naar zijn eigen kamer. Daar mag hij nog een week op het matras/in de tent slapen.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Samen slapen verbetert onder andere je REM-slaap. En dat bevordert ook je mentale gezondheid, geheugen en probleemoplossende vaardigheden. In veel landen is het gebruikelijk om samen met je partner in één bed te liggen.
Slaapt je baby alleen rechtop tegen jou aan, doe dit dan zoveel mogelijk. Je kunt hiervoor ook een draagdoek gebruiken. Zo voorkom je dat je baby ook nog oververmoeid raakt en nog meer moet huilen. Daarnaast is het belangrijk om op zoek te gaan naar de oorzaak van de onrust zodat je deze kunt aanpakken.
Leer een baby onder de 6 maanden niet aan om met een knuffel te slapen. Onderzoek toont aan dat knuffels voor deze baby's nog geen emotionele rol vervullen. Vanaf de leeftijd van 6 maanden kan een knuffel of doekje een geborgen gevoel geven. Een kind dat wakker is kan met zijn knuffel spelen of er troost bij zoeken.
Je kan een babynestje gebruiken vanaf het moment dat je baby geboren is tot hij ongeveer 6 maanden oud is. Zodra je kleine zichzelf kan omrollen, kan je beter stoppen met het gebruik van het mandje. Het is dan niet meer veilig voor je kindje om erin te liggen.
Mogelijke oorzaken van niet alleen willen slapen
Sommige kinderen vinden het niet fijn om alleen in een kamer te zijn. Het is er donker en stil. Ze zijn bang. Het helpt meestal om een klein lampje te laten branden in de kamer.
De meeste onderzoeken spreken over het overlijden van een zuigeling voor de leeftijd van 12 maanden, al spreken sommige recente onderzoeken ook over een grens van 18 en zelfs 24 maanden. Wiegendood komt echter vooral voor tijdens de eerste zes maanden na de geboorte en meestal niet vlak na de geboorte.
Na de eerste paar weken kan een baby zijn eigen temperatuur al veel beter reguleren en is een mutsje veel minder nodig. Laat hem daarom binnenshuis af, zodat je baby de warmte ook kwijt kan! Als je naar buiten gaat met je baby en het is fris, dan mag hij gerust weer op.
VeiligheidNL raadt het gebruik van een babynestje af in het ouderlijk bed, de wieg of het ledikant. De opstaande zachte randen vormen een risico. Zodra je baby kan omrollen, bestaat de kans dat hij met het gezichtje tegen het kussenachtige materiaal aankomt, waardoor de ademhaling belemmerd wordt.
Als een baby moe wordt begint hij meestal eerst met gapen, wegkijken, druk bewegen en jengelen. Pas daarna zal een baby pas gaan huilen (het late signaal). Wanneer een baby over zijn slaap heen gaat, zal hij ook steeds meer moeite hebben om goed in slaap te komen.