Met een tweepolige spanningstester kan bijvoorbeeld de spanning in een stopcontact gemeten worden wanneer deze is voorzien van een aardcontact. Met een tweepolige spanningstester kan niet alleen de grootte van de spanning worden gemeten, maar kan ook gezien worden worden of het om gelijk of wisselspanning gaat.
Er zijn twee redenen waarom een duspol moet worden toegepast: 1) Een duspol is laagohmig en ontlaad (in tegenstelling tot een universeelmeter) de installatie nadat deze is gescheiden van de voeding. 2) Een duspol kan niet foutief worden ingesteld zoals een universeelmeter.
Een duspal wordt gebruikt als meetinstrument voor de elektrotechniek. Het is een spanningszoeker wat in feite inhoudt dan men met een duspal kan meten of op een bepaald elektrotechnisch component spanning staat of niet. Men kan een duspal bijvoorbeeld gebruiken om de spanning te meten in een wandcontactdoos.
Tweepolige spanningzoeker
Bij metingen aan een wandcontactdoos voorzien van een aardcontact, kunnen eerst de beide spanningvoerende contactpolen worden gecontroleerd. Door vervolgens deze contactpolen beurtelings op de aarde te meten is te bepalen welke de fase voert en welke de nul.
Een spanningszoeker is een stuk gereedschap waarmee elektrische spanning opgespoord kan worden. Met het gereedschap kan gemeten worden of er spanning op een bepaald punt staat.
Het is een kleine schroevendraaier met ingebouwd led-lampje. Steek de spanningszoeker in één van de polen van het stopcontact of houd de punt tegen het koper van de draad. Leg je duim op het metalen gedeelte van de spanningszoeker. Als het lampje gaat branden staat er spanning op het geteste punt.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Een spanning kan worden gemeten met een multimeter of met een voltmeter. Een analoge voltmeter bestaat in beginsel uit een weekijzermeter of een draaispoelmeter voorzien van een voorschakelweerstand. De meting is dus in feite een meting van het magnetisch veld veroorzaakt door de elektrische stroom door een spoel.
Een kabel doormeten
Sluit het zwarte meetsnoer op COM en het rode meetsnoer op VωmA. Kies met de draaischakelaar het symbool o))). Hou de rode meetpen tegen het ene metalen uiteinde van de kabel en de zwarte meetpen tegen het andere. Als de multimeter piept, is de kabel nog goed.
Als er spanning wordt gemeten, dan licht er een lampje op en/of hoor je een piep. De zwakstroom spanningzoeker gebruik je voor het meten van spanning in een circuit met zwakstroom (gelijkstroom of wisselstroom tussen 6 en 24 Volt). Denk hierbij aan de bedrading in jouw auto, boot of motorfiets.
Een doorbeltest is een snelle test om te zien of een stroomkring onderbroken of gesloten is. Alleen een gesloten, volledige stroomkring (die is ingeschakeld) heeft doorgang. Tijdens een doorgangstest stuurt een digitale multimeter een geringe stroom door het circuit om de weerstand in het circuit te meten.
Met deze voltstick kun je op eenvoudige wijze 'zien en horen' of een kabel of wandcontactdoos onder spanning staat. Doordat de detector geen contact maakt met spanning voerende delen loop je geen direct gevaar. Als de voltstick spanning detecteert dan licht de voorzijde rood op en hoor je tevens een pieptoon.
Een bekend voorbeeld van de eenpolige spanningszoeker is de fittingschroevendraaier met neonlampje. Dit zijn kleine doorzichtige schroevendraaiertjes die aan het uiteinde een platte schroefkop hebben. Vanaf deze platte schroefkop is de schroevendraaier geheel geïsoleerd.
Meet je 3 fasen? Controleer dit door de zwarte kabel in een opening te stoppen waar je ongeveer 230V hebt gemeten en de rode in een andere opening waar je ongeveer 230V hebt gemeten. Geeft het display 400V aan? Dan heb je zeker 3 fasen.
Blauw stroomdraad
Een andere benaming voor de stroomdraad is mindraad. Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
Oneindige weerstand (open stroomkring) wordt op het display van sommige multimeters weergegeven als OL. Dit betekent dat de weerstand groter is dan het instrument kan meten. Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken.
Een eerste meting van meer dan of gelijk aan 5V en minder dan 10 V wijst erop dat de batterij langzaam leegloopt. Als de meting lager is dan 5V, is het beter de batterij te vervangen.
Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie. Lees meer over: Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
AC en DC zijn de afkortingen van wisselstroom (AC, alternating current) en gelijkstroom (DC, direct current). Het verschil is dat bij wisselstroom de spanning continu wisselt tussen positief en negatief. Bij gelijkstroom is de spanning continu gelijk.
Als de spanning te hoog wordt, kunnen bepaalde elektrische toestellen iets sneller slijten. Vaak gebeurt dat pas als er langere tijd hoge spanning op de toestellen staat. Omvormers die stroom terugleveren, meten de netspanning.
In de meeste gevallen is kortsluiting het gevolg van een storing van elektrische apparatuur óf het gebruik van een kapotte stekker. Als de voeding niet meer in orde is, dan ontstaat er storing in de toevoer. De bron van stopcontact kortsluiting is vaak te achterhalen in de meterkast.
De installatiedraden:
De kleur nuldraad (vaak aangeduid met N) was vroeger rood en is tegenwoordig blauw. De kleur aardedraad (vaak aangeduid met een “antenne”-symbool) was vroeger grijs en is tegenwoordig geel/groen. De zwarte schakeldraad en de blanke draad zijn gelijk gebleven.