De Rautekgreep is een greep die wordt toegepast wanneer het noodzakelijk is om een slachtoffer na een ongeval te verplaatsen naar een veilige locatie. Door het gebruik van deze greep kan een gewonde vlug en over een geringe afstand worden overgebracht.
Als je de plek niet veilig kan maken vraag je eerst het slachtoffer of hij of zij zichzelf kan verplaatsen. Mocht dit niet het geval zijn, dan laat je het slachtoffer weten dat je hem/haar zult verplaatsen. Je voert de Rautekgreep uit om het slachtoffer naar een veilige plek te brengen.
Laat het slachtoffer tegen jou aan rusten. Steek jouw beide armen onder de oksels van het slachtoffer. Pak de arm die geen letsel heeft. Leg de arm tegen de borst van het slachtoffer aan.
Draai het slachtoffer dan bij voorkeur op de linkerzij. Controleer continu het bewustzijn en de ademhaling. Zorg voor beschutting van het slachtoffer.
Laat het slachtoffer bij voorkeur liggen
Het is aan te raden het slachtoffer op de grond te leggen in verband met flauwvallen. Zet je een slachtoffer toch op een stoel vraag dan regelmatig hoe het gaat. Blijf voor het slachtoffer staan zodat je deze op kan vangen als hij toch flauwvalt.
Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting. Zorg voor professionele hulp. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.
Controleer ademhaling
Leg een hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren om de luchtweg te openen. Til de kin op met 2 vingertoppen van de andere hand (kinlift). Kijk, luister en voel maximaal 10 seconden of er ademhaling is.
De stabiele zijligging is een manier van liggen die de ademhaling ondersteund en er voor zorgt dat een patiënt niet kan stikken in braaksel, bloed of vocht in de mond.
De Rautekgreep is een greep die wordt toegepast wanneer het noodzakelijk is om een slachtoffer na een ongeval te verplaatsen naar een veilige locatie. Door het gebruik van deze greep kan een gewonde vlug en over een geringe afstand worden overgebracht.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Bij bewusteloosheid zit een slachtoffer onderuitgezakt of ligt hij op de grond. Het slachtoffer reageert niet op aanspreken en op het schudden aan de schouders. Daarbij kunnen de ogen zowel open als gesloten zijn. Iemand die bewusteloos is voelt slap aan.
Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
In principe wordt een slachtoffer geholpen op de plaats waar hij of zij is aangetroffen. Uiteraard alleen als er geen gevaarlijke situatie is en de plaats waar het slachtoffer ligt voldoende beschutting biedt.
Volgorde van in veiligheid brengen
Je benadert het ongeval alleen als dit veilig kan. Niemand heeft er iets aan als je zelf ook slachtoffer wordt. Ook let je op de veiligheid van de omstanders. Denk aan omstanders in de rook bij een brand of aan achteropkomend verkeer bij een aanrijding.
Wil een slachtoffer absoluut niet dat je iets doet, dan doe je het ook niet! Je kunt hulp aanbieden, maar niet opdringen. Voor beschutting zorgen is één van de eerste dingen die de hulpverlener kan doen. Omstanders kunnen al als windscherm dienen.
Hoe kun je een slachtoffer, die bewusteloos lijkt, aanspreken? Je kunt een simpele opdracht geven als: "Doe je ogen eens open" of "Kijk mij eens aan". Schudt zacht aan de schouders. Dit doe je omdat het slachtoffer iets aan het gehoor zou kunnen mankeren.
Dit kun je doen met de hand, een (wond)drukverband of een schone doek. Maak gebruik van je lichaamsgewicht om extra druk uit te oefenen. Leg -zodra dat kan- een wonddrukverband of traumazwachtel aan. Leg bij een hevige bloeding de zwachtel strak aan.
Shock: don'ts
Het geven van eten of drinken kan er voor zorgen dat de spijsvertering weer op gang komt. Ook kan het slachtoffer gaan braken. Braken zorgt weer voor vochtverlies waardoor de shock verergert.
De spijsverteringsorganen, de lever en milt. De nieren. Als laatste zullen het hart, de longen en de hersenen geen zuurstof meer krijgen. De laatste 3 zijn de vitale functies voor overleving.
De verminderde doorbloeding van de huid en activatie van het sympatische zenuwstelsel leidt tot het bleek en klam worden van de huid, die koud aanvoelt.
Bij waarneming van gaspen zal direct een reanimatie gestart moeten worden. Schakel ook direct 112 in. Let op: een reanimatie bij een drenkeling is anders dan regulier. Start de reanimatie eerst met 5 beademingen om zuurstof toe te voeren.
Reageert niet op aanspreken en schudden aan de schouders. Hij is bewusteloos. Ziet grauw en bleek en kan een blauwe verkleuring hebben van onder meer de lippen, neus en oren. Ademt niet of niet normaal.