Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Maar juist de combinatie van wat er over dit jongetje verteld wordt -- zijn leeftijd, het rusteloze, agressieve gedrag, het fladderen -- geeft alle aanleiding om alert te zijn. Het fladderen is niet zelf het probleem, het is een signaal van iets."
Het antwoord is dat het ervan afhangt. Handflapperen is een volkomen natuurlijke menselijke reactie . Ja, de meerderheid van de autistische kinderen, ongeveer 45,1%, en de meesten die we behandelen, vertonen dit soort gedrag, maar dat betekent niet dat alle kinderen die na een bepaalde leeftijd met hun handen flapperen, autistisch zijn.
Hoewel de exacte oorzaak van tics bij personen met ASS niet volledig wordt begrepen, geloven sommige onderzoekers dat ze gerelateerd kunnen zijn aan afwijkingen in de hersencircuits die beweging en gedrag controleren . Behandeling voor tics kan medicatie, gedragstherapie of een combinatie van beide omvatten.
Het maken van stereotiepe bewegingen, zoals fladderen met handen of armen, heen en weer wiegen en rondjes draaien. Eerst op de tenen lopen. Bewegingsonrust. Dat zie je bijvoorbeeld aan veel dribbelen of friemelen aan kleine dingetjes.
Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Persisterende vuistjes, weinig variatie in het bewegingspatroon, een te lage spierspanning: allemaal zaken die kunnen duiden op een afwijkende motorische ontwikkeling. Zo zijn er nog veel meer signalen om aan de bel te trekken. Kinderen maken na hun geboorte in hoog tempo stappen in hun motorische ontwikkeling.
Gedragstherapie wordt vaak aanbevolen als een van de eerste behandelingen voor tics . U kunt worden doorverwezen naar een gespecialiseerde psychologische behandeldienst als een arts denkt dat therapie kan helpen. Een van de belangrijkste soorten therapie voor tics is habit reversal therapy.
Tics kunnen het gevolg zijn van het gebruik van medicijnen, zoals bijvoorbeeld bij medicijnen gebruikt voor de behandeling van epilepsie, zoals carbamazepine, clonazepam, fenobarbital, fenytoine, lacosamide, lamotrigine of levetiracetam. Tics kunnen ook ontstaan als reactie op te veel stress en spanning in het lichaam.
Agressie om je te ontladen
Als je autisme hebt, krijg je alle prikkels haarscherp binnen. Ook details die aan een ander voorbijgaan, worden opgemerkt. Al die prikkels leiden bij een autistisch kind sneller dan bij een ander tot overprikkeling.
De meeste kinderen ontgroeien dit gedrag op driejarige leeftijd of na een paar maanden . Het is een manier om hun emoties te reguleren, maar terwijl de meeste kinderen eroverheen groeien, kunnen kinderen met autisme dit gedrag, naast andere vormen van stimming, tot ver in de adolescentie blijven vertonen.
Door autisme is het lastig om losse informatie te ordenen en te verwerken tot een groot samenhangend geheel. Waar anderen een film zien, ziet iemand met autisme eigenlijk allemaal losse beelden. Zo ziet de wereld eruit als je autistisch bent.
De gedragsmatige symptomen van autismespectrumstoornis (ASS) openbaren zich vaak vroeg in de ontwikkeling. Veel kinderen vertonen symptomen van autisme op de leeftijd van 12 tot 18 maanden of eerder . Enkele vroege tekenen van autisme zijn: Problemen met oogcontact.
Dat is een aandoening waarbij je ongewilde geluiden en bewegingen maakt, omdat je prikkels krijgt die moeilijk of niet te onderdrukken of te beheersen zijn. We noemen het ook wel tics.
Sommige kinderen gaan wapperen met hun handen, anderen maken draaiende bewegingen of wrijvende bewegingen over de borst heen. Deze bewegingen komen vaak voor wanneer kinderen iets heel leuks of iets spannends gaan doen. Kinderen hebben hier zelf geen last van.
Behandeling. Een behandeling van ticstoornis met cognitieve gedragstherapie levert bij de meeste mensen een klachtenverlichting op. Bij zo'n 70% van de mensen verminderen de ernst en het aantal tics met 30 tot 50%.
De tics van uw kind die verband houden met het syndroom van Tourette kunnen erger lijken in bepaalde situaties of tijdens momenten waarop uw kind sterke emoties ervaart. Veelvoorkomende triggers zijn: Stressvolle gebeurtenissen, zoals een familieruzie of slechte prestaties op school.Verveling, lichamelijke ziekte of vermoeidheid .
Blijf er rustig onder, accepteer het en ga met je kind om zoals je normaal ook doet. Meestal gaan tics na verloop van tijd vanzelf weer over. Wordt je kind zich bewust van de tics? Leg dan uit dat je kind er niets aan kan doen en dat de tics vaak vanzelf weer over gaan.
Soms kan je weken- of maandenlang ticvrij zijn. Maar heftige prikkels, angst, stress en vermoeidheid kunnen de tics verergeren.
Kinderen met autisme zijn soms overgevoelig voor prikkels in de omgeving. Ze worden dan overspoeld door de geluiden, kleuren of bewegingen. Een rustige omgeving, met weinig geluiden, spullen of decoraties, kan dan helpen.
Kinderen leren hun emoties ook te herkennen door de reacties van andere mensen. (Ik zie dat je huilt, je hoeft niet verdrietig te zijn, het komt allemaal goed.) Kinderen met autisme zijn minder goed in staat om emoties bij andere mensen te herkennen. Daarnaast laten ze zelf weinig emoties zien.
Als je merkt dat je kind je weinig aankijkt, niet graag knuffelt, laat begint met praten, weinig interesse toont in anderen en weinig behoefte heeft om dingen te delen of samen te doen, kan dit wijzen op autisme. Ook kan je kind gevoeliger of juist minder gevoelig zijn voor prikkels zoals licht, geluid of pijn.
Kinderen met DCD zijn vaak wat trager in het bereiken van de zogenaamde ontwikkelingsmijlpalen zoals gaan kruipen, zitten, staan en lopen. Kinderen met DCD bewegen minder fraai dan hun leeftijdsgenoten zonder DCD. Hun bewegingen zijn niet soepel, maar eerder houterig.