Beschrijving: De keppel of kippa is het hoofddeksel waarmee joodse mannen hun hoofd bedekken om een onderscheid te maken tussen het aardse en het hogere. Ook de uitspraken in de Misjna en Talmoed, volgens welke het in strijd is met de zedigheid om blootshoofds te lopen, spelen een factor bij het dragen van een keppel.
Het gebruik
Het dragen van de keppel is een teken van eerbied voor God. Religieuze mannen dragen een keppel wanneer zij bidden, en sommigen de gehele dag. In synagoges die geaffilieerd zijn met het liberale jodendom of het masorti jodendom dragen ook veel vrouwen een keppel.
Dat is echt een voorschrift'', zegt Evers beslist, ,,al houdt helaas niet iedereen zich daar aan.'' Het is de bedoeling dat het hoofd te allen tijde bedekt blijft. ,,Behalve onder de douche misschien. In principe moet men het keppeltje ook in bed ophouden. De meeste orthodoxe joden doen dat ook wel.''
Andere naam voor synagoge: gebedshuis, plaats van samenkomst en van onderricht. Het woord 'sjoel' komt uit het Jiddisj en is afgeleid van het Duitse woord Schule, dat 'school' betekent.
Orthodoxe joden laten het haar bij de slapen groeien omdat in hun heilige boek, de Thora, staat dat zij geen haar rond de oren mogen afronden en hun baard niet kort mogen knippen. Dit interpreteren de joden zo dat ze het haar niet mogen knippen met een scheermes of pincet.
In het traditionele Jodendom is seksuele onthouding tijdens de menstruatie en een periode van zeven dagen daarna verplicht. De vrouw moet na deze periode in het rituele bad, het mikwe, pas daarna mag ze weer seks hebben met haar man. Dit, vanwege de reinheidswetten. Je mag als man seks maar een beperkte tijd weigeren.
Beschrijving: Op de deurposten van traditionele Joodse huizen treft men een smal kokertje aan. Dit kokertje wordt een mezoeza genoemd (Heb.: deurpost), omdat het op de deurposten van huizen bevestigd wordt.
Een minjan (Hebreeuws:מניין) is een groep van ten minste tien volwassen joodse mannen die nodig zijn voor een volledige joodse gebedsdienst. In het Jiddisch wordt de term minje gebruikt. Een joodse jongen wordt als volwassen beschouwd nadat hij bar mitswa is geworden op de leeftijd van 13 jaar.
Wanneer een Joodse jongen de leeftijd van dertien jaar bereikt, wordt hij bar mitswa ("zoon van het gebod").
Het ene gebed gebeurt staand, het andere zittend. De gebeden in de synagoge worden geleid door de rabbijn, de voorzanger of een gewoon iemand. In de orthodoxe synagoge worden de gebeden alleen geleid door mannen. In liberale synagogen mogen ook vrouwen het gebed leiden.
De ster van David zou het familiesymbool zijn van koning David. Omdat Jezus zowel via de mannelijke als vrouwelijke lijn afstammeling zou zijn van David, is deze ster op de kerk gebruikt; zowel het jodendom als het christendom stamt hierdoor van David af.
Talliet definities
naamw. Verbuigingen: tallitot gebedskleed, vierkante doek die om de schouder wordt geslagen met aan elke hoek een kwast (tsietsiet) Bron: WikiWoordenboek.
De viering van bar of bat mitswa bestaat uit een plechtigheidceremonie in de synagoge met vaak aansluitend een gezamenlijke maaltijd of een feest. Mannen dragen zowel tijdens de ceremonie als tijdens het feest erna een pak.
Het Sjema voluit Sjema Jisrael (Hebreeuws: שמע, "hoor" of "besef") is het centrale gebed in het ochtend- en avondgebed van het jodendom. De tekst is afkomstig uit de Thora.
Een menora (Hebreeuws: מְנוֹרָה) of menoure (Nederlands-Jiddisch) is een zevenarmige kandelaber/lampenstandaard, die gemaakt werd uit massief goud. Hij was het oude symbool voor de Israëlieten en een van de oudste symbolen voor het Jodendom in het algemeen.
Ook nu nog spreken, vooral orthodoxe Joden, talen die vele oude Hebreeuwse woorden bevatten, zoals Jiddisch, Aramees, Ladino, en Judeo-Arabisch. Deze variëteiten van bijvoorbeeld Engels, Frans, Duits, Russisch, samen met de oud-Hebreeuwse woorden, kunnen als nieuwe talen worden opgevat.
In het liberaal jodendom en conservatief jodendom lezen meisjes bovendien meestal een deel uit de Thora voor, net als de jongens die bar mitswa worden. Die dienst wordt vaak, zoals bij de orthodoxe meisjes, direct of later op de dag gevolgd door een feestmaaltijd met familie, vrienden en leden van de gemeenschap.
Dieren die wel gegeten worden: rund, schaap, geit en hert. Dieren die niet gegeten worden: kameel, varken, haas, paling, garnaal en kreeft. Koosjere dieren worden op rituele wijze geslacht om aan de kasjroet te voldoen.
Op de mezoeza staat altijd de Hebreeuwse letter 'shin' of het woord 'shaddai', één van de namen van de Heere God. De Menora is de bekende kandelaar uit het Jodendom. Men zegt wel dat de Menora de levensboom uit het paradijs moet vertolken.
Tijdens sabbat mogen gelovige joden onder andere niet werken, niet sporten en geen elektriciteit gebruiken. Gelovige joden hebben speciale gebeden en rituelen tijdens sabbat. Volgens de Tora, het heiligste joodse boek, heeft God de wereld in zes dagen geschapen. Op de zevende dag rustte hij uit.
Tegenwoordig wordt de mezoeza schuin bevestigd, zo, dat de bovenkant naar binnen wijst. Op 2/3 van de hoogte van de deurpost. De mezoeza hangt dus schuin om zo duidelijk te maken dat hij naar binnen wijst.
Er zijn arme Joden, rijke Joden, seculiere (niet-gelovige) Joden en zeer religieuze Joden. Gelovige joden delen gebruiken en tradities. Zo is er op vrijdagavond en zaterdag de sjabbat, dan gaan ze naar de synagoge – het gebedshuis – en werken ze niet. Spiritueel leider van een synagoge is een rabbijn of rabbi.
Het charedisch jodendom (Hebreeuws: יהדות חרדית , Jahadut charediet), vaak bekend onder de minder politiek correcte naam "ultraorthodox", is een van de twee hoofdrichtingen binnen het orthodox jodendom. De andere richting is het modern-orthodox jodendom.
De oorsprong van het Joodse volk, genoemd naar de latere stam van Juda, is vaag. Er zijn aanwijzingen dat de Joden al ruim drieduizend jaar geleden leefden in Palestina, waar zich in de tweede helft van het laatste millennium voor Christus hun monotheïstische godsdienst ontwikkelde.