Koudere lucht heeft een hogere dichtheid dan warmere lucht, waardoor geluid iets gemakkelijker zich verplaatst door koudere lucht. Geluidsgolven die vanaf de bron schuin naar boven gaan, worden daardoor verder afgebogen naar boven.
In werkelijkheid is water juist een prima medium voor geluid om zich te verplaatsen. Doordat het een hoge moleculaire dichtheid heeft, reizen geluidsgolven door water ongeveer vijf keer zo snel als door de lucht. In water kan geluid dan ook veel grotere afstanden afleggen dan in lucht.
Het belangrijkste effect wordt veroorzaakt door de wind. Vooral het verschil tussen meewind en tegenwind is erg groot. Hoe hard de wind precies waait heeft een minder groot effect dan de windrichting. Soms is een geluidsbron, die met meewind heel goed hoorbaar is, met tegenwind helemaal niet meer hoorbaar.
Het geluidsniveau van een lijnbron neemt hierdoor af met 3 dB per verdubbeling van de afstand. Voorbeeld: Op 100 m afstand is het geluidsniveau van een fabriek 60 dB. Op 200 m bedraagt het geluidsniveau dan 60 – 6 = 54 dB(A).
Langegolfgeluid (lage tonen) reist het verst, doordat kleine voorwerpen de basisstructuur van de golven niet aantasten. Om die reden heeft bijvoorbeeld de misthoorn van een schip zo'n lage toon: hij moet zo ver mogelijk dragen.
De vissen maken de geluiden door hun zwemblaas (een met gas gevulde blaas op de buik) te laten trillen. “Alle vissen kunnen het horen, maar ze kunnen het geluid niet allemaal maken,” weet onderzoeker Shahriman Ghazali.
Geluid plant zich voort in de vorm van geluidsgolven. De snelheid waarmee dit gebeurt hangt af van het medium waarin de geluidsgolf zich voortbeweegt. Bij lucht bijvoorbeeld de temperatuur, vochtigheidsgraad en eventuele tegenwind. Geluidsgolven variëren in grootte, afhankelijk van de trillingsfrequentie.
Dus we kunnen ook onder water geluid horen! Alleen trilt het onder water minder makkelijk. Daardoor moeten geluiden harder zijn als boven water om ze te kunnen horen met onze oren. Ook horen we onder water de hoge tonen niet goed - daarom klinkt alles dof en zwaar.
Vissen hebben geen stembanden en produceren geluid door middel van het bewegen van vinnen, raspen met tanden en monddelen of door het laten trillen van de zwemblaas. Zo produceren baars (Perca fluviatilis) en blankvoorn (Rutilus rutilus) een bonkend geluid door middel van het pulseren van de zwemblaas.
In water bijvoorbeeld plant geluid zich voort met een snelheid van circa 1510 m/s; in hout is dat circa 3300 m/s; in staal circa 5800 m/s. Bij de hardste metalen kan de geluidssnelheid oplopen tot 12.000 m/s.
Vissen hebben geen stembanden maar produceren geluid door hun vinnen te bewegen, met hun tanden te raspen, lippen te klapperen of hun zwemblaas te laten trillen. Ze maken deze geluiden om elkaar te waarschuwen voor gevaar, het bij elkaar houden van de school of het vinden van een partner .
Voorbeelden van geluidsabsorberende materialen (trillingsdemping): gordijnen, tapijt, steenwol/glaswol, stoffen stoelzittingen, gaatjesplafonds, suskasten. Er zijn verschillende soorten materiaal die het geluid kunnen absorberen, bijvoorbeeld: - een poreuze laag (steenwol, textiellaag e.d.) - een absorberend paneel.
Geluid kun je horen, maar je kunt het ook voelen. In de disco of bij een popconcert dreunt je hele lijf mee.
Voor lucht bij kamertemperatuur (20 °C) is de geluidssnelheid zo'n 343 meter per seconde, ofwel 1234,8 kilometer per uur. Bij droge lucht (met relatief weinig waterdamp) met een temperatuur van 0 °C is dat ongeveer 331 meter per seconde, gelijk aan 1194 kilometer per uur.
Een vis heeft kieuwen, die dezelfde functie hebben als de longen bij een mens. Komt een vis uit het water, dan zijn de kieuwen niet in staat om zuurstof op te nemen en zal de vis stikken. Ergo: een vis uit het water 'verdrinkt' op dezelfde manier als een mens in het water.
Een karper kan al op grote afstand geluid en trillingen waarnemen. Het zijlijnorgaan, vaak duidelijk waarneembaar op beide flanken van de vis, neemt drukverschillen in het water waar.
Het korte antwoord is ja, vissen slapen. De manier waarop ze slapen is echter totaal anders dan bij mensen, zoogdieren en de meeste andere dieren. Tijdens het slapen komen de meeste vissen in een rusttoestand waarin ze stil blijven, een lagere stofwisseling hebben, minder ademhalen en minder hersenactiviteit hebben.
Meest voorkomende oorzaken voor overgevoeligheid voor geluid
De meest voorkomende oorzaken van overgevoeligheid voor geluid, ook wel hyperacusis, genoemd zijn: Gehoorverlies. Whiplash, trauma aan het hoofd. Akoestisch trauma door bijvoorbeeld explosieven (vuurwerk) of impulsgeluiden zoals een schot van een geweer.
Medische oorzaak van het horen van een bromtoon
Geluid dat er niet is noemen we fantoomgeluid. De medische term voor zulke klachten is tinnitus. Sommige mensen vinden dat klinken alsof het probleem dan 'tussen hun oren zit' en alsof ze zich aanstellen. Maar tinnitus is geen denkbeeldig probleem.
Bij een overgevoeligheid voor geluid, kunnen gewone geluiden als zeer irritant of zelfs pijnlijk worden ervaren. Dit heet hyperacusis. Overgevoeligheid voor geluid komt voor bij alle leeftijden, is meestal chronisch en kan vaak gepaard gaan met klachten als gehoorverlies of oorsuizen.
Leg daarom een kleed neer, hang gordijnen op en koop een stoffe bank. Daarnaast werkt het ook om grote ruimtes in het huis op te delen in kleinere ruimtes, bijvoorbeeld door een kast haaks op de muur te plaatsen. Als laatste werken ook planten als een goed absorbeermiddel om geluidsoverlast te voorkomen!
Kussens, vloerkleden, stoffen bekleding op de bank, vloerbedekking op de trap, bekleed de kamer en uw meubels. U kunt het zo bont maken als u zelf wilt. Textiel dempt geluid, niet alleen van de buren maar ook van uzelf. En het is ook lekker warm in de winter.
Hoe dunner de gordijnen, hoe minder geluiddempend ze werken. Daarbij speelt de hoeveelheid stof een rol. Metalen, kunststof en houten raambekleding doen niets voor de akoestiek. Door ze te combineren met overgordijnen zorgt u ervoor dat de ruimte toch minder hol klinkt en daardoor gezellig aanvoelt.
Haringen praten met elkaar door scheten te laten.
Net als mensen, laten dieren ook scheten. Katten, schildpadden, cavia's en zelfs muggen doen het. Die van muggen zijn piepklein. Kwallen laten ze trouwens niet, want die hebben geen anus, een belangrijke voorwaarde voor een scheet.