Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen.Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen.U ademt sneller dan normaal.Ademen doet pijn.
Het herstel van een longembolie kan even duren, vaak wel 3 maanden. In die periode blijft u onder controle van uw arts. Houd rekening met het feit dat u bloedverdunners gebruikt.
Bij een longembolie is je longslagader verstopt. Deze verstopping is meestal een bloedprop. Ook vet of een luchtbel kunnen de oorzaak zijn. Door een longembolie kun je benauwd zijn en pijn op de borst voelen.
Belangrijke klachten bij een longembolie zijn:
Hartkloppingen en / of pijn op de borst. Flauwvallen. Bloed of slijm ophoesten. Benauwdheid.
Stop met roken en voorkom meeroken, dit verkleint de kans op een longembolie. Leef op een gezonde manier, beweeg voldoende, eet gezond en behoud een gezond gewicht. Overgewicht is een risicofactor voor een longembolie. Gebruik u een anticonceptiepil?
Uw arts start de behandeling met antistolling die uw bloed verdunnen, zoals: Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC's). DOAC's zijn tabletten die het samenklonteren van het bloed doen verminderen. Ze remmen de vorming van bloedstolsels en verminderen de kans op afsluiting van een bloedvat.
Tijdens een langere behandeling is de kans op een nieuwe longembolie laag zolang de behandeling duurt, maar bij het stoppen is de kans op een recidief ook in dat geval 10%/jaar in het eerste jaar. Ongeveer 1/20 van deze recidieven is fataal, dus 0.5%/jaar.
De klont kan langzaam groter worden. Zo groot dat het bloedvat dicht kan gaan zitten. Uw bloed kan dan niet meer goed terugstromen van uw onderbeen naar boven, richting uw hart. Daardoor kan het onderbeen dik worden en pijn doen.
Hoe lang hangt af van de ernst en de oorzaak van de longembolie. Vaak duurt het tussen drie en twaalf maanden. In sommige gevallen moet je de bloedverdunners altijd blijven gebruiken, bijvoorbeeld als je meerdere longembolieën hebt gehad.
' Omdat een longembolie vaak vanzelf verdwijnt, zijn andere medicijnen meestal niet nodig. 'Alleen als iemand een levensbedreigende longembolie heeft, wordt soms een medicijn gegeven dat het stolsel echt laat oplossen.
U kunt een ontsteking aan de longvliezen herkennen aan de volgende symptomen: Pijn bij ademhalen en niezen. Vooral als u diep ademhaalt of hard niest, voelt u een scherpe pijn links en/of rechts op de borst of rug; Kortademig bij inspanning.
Chantal Driesen legt uit: 'De longen reageren overmatig op prikkels, zoals temperatuurwisselingen, stof en pollen. Stress is ook zo'n prikkel. Hierdoor knijpen de spiertjes om de luchtwegen te sterk samen, waardoor je je heel benauwd kunt voelen.
Volgens voorzichtige schattingen sterven elk jaar 1250 Nederlanders aan trombose en 7000 aan een longembolie die niet op tijd is ontdekt. “Bij een kwart tot de helft van hen was de dood mogelijk te voorkomen.
Het korte antwoord: ja, dat kan. “Als iemand bloedverdunners gebruikt voor de behandeling van trombose, longembolie of boezemfibrilleren, en diegene neemt de medicatie zorgvuldig alle dagen in, is de kans om trombose of longembolie te krijgen laag”, aldus dr. Gerdes.
Hoe lang, dat wordt bepaald in overleg met uw behandelend arts. Meestal is dat 3 tot 6 maanden, maar soms ook voor een langere periode. Dit hangt van de oorzaak, en of u voor de eerste keer of al vaker een longembolie of trombose heeft gehad.
Longen. Pijn in de borst kunt u ook hebben bij een longontsteking, griep of bij een erge verkoudheid. Ademen en hoesten doen pijn. Een ontsteking van de longvliezen (pleuritis) kan een scherpe pijn geven.
Denk aan angst voor antistolling als iemand in de familie is overleden aan een hersenbloeding. Of juist opluchting dat er een behandeling is, omdat een neef is overleden aan een longembolie. Dat zijn dus familiaire omstandigheden en geen erfelijke factoren.”
Hebt u een bloedstolsel in uw been (trombosebeen) of in uw longen (longembolie), dan komt u op de Spoedeisende Hulp. Er wordt gestart met bloedverdunnende medicijnen. Bij een longembolie is een ziekenhuisopname nodig van ongeveer vier dagen om u de juiste injecties te kunnen geven.
Bij een longembolie geeft de arts u altijd antistollingsmedicijnen. De behandeling begint met een snel werkend middel (meestal fraxodi) via een kleine injectie in de huid. Daarna krijgt u antistollingtabletten (meestal sintrommitis). Dit antistollingsmedicijn blijft u zes maanden gebruiken.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Hoe kun je het herkennen? Als een bloedklonter een ader verstopt, ontstaat altijd een ontsteking van de bloedvatwand. Het gaat zeer dikwijls om een spatader. Je voelt dan een pijnlijke streng, en de zone rond de ontsteking wordt rood, warm en gezwollen.
Grote longembolieën of meerdere longembolieën die niet goed oplossen, kunnen er voor zorgen dat de bloeddruk in de slagaderen van de long te hoog wordt en blijft. Hierdoor kan het bloed uiteindelijk minder goed door de long stromen en kunnen er kortademigheidklachten of moeheid ontstaan.
De vernauwing door het vastgegroeide stolsel kan hoge bloeddruk in de longslagader veroorzaken. Dat is gevaarlijk voor je longen en je hart, en uiteindelijk ook voor je leven. Veel patiënten zijn te laat voor een operatie.
Als u een longembolie heeft gehad, is de kans op een nieuwe longembolie of een trombosebeen iets groter. Bespreek met uw huisarts welk voorbehoedmiddel u wilt gebruiken.
Er ontstaan makkelijker stolsels in de benen (of op andere plaatsen in het lichaam) als bloed te langzaam stroomt. Dit gebeurt bijvoorbeeld na langdurige bedrust, na een operatie, na een botbreuk of na een lange vliegreis. Soms ontstaat een longembolie doordat het bloed zelf een verhoogde neiging heeft tot stollen.