Voldoende bewegen kan de kans op hart- en vaatziekten 20 tot 30% verlagen. De bloeddruk verlaagt, waardoor de kans op bijvoorbeeld een hartinfarct of beroerte kleiner is.
Als je regelmatig beweegt, krijgt je lichaam meer zuurstof binnen dan wanneer je de hele dag zit. Een half uur inspanning per dag is voldoende. Je zet daarmee je spieren aan het werk. Daar hebben ze zuurstof voor nodig, die je om die reden extra inademt.
Bewegen vertraagt botontkalking, je hebt minder kans op een botbreuk. Door te bewegen blijf je lenig en soepel en heb je minder kans om te vallen. Bewegen is goed voor je brein en je geheugen. Door te bewegen blijft je conditie op peil en blijven je spieren sterker.
Het lichaam verbetert zich in het opnemen van zuurstof en brandstof, zodat dit sneller naar de spieren gaat. Ook verbetert de circulatie van het bloed naar de spieren. Zo ontstaan meer bloedvaten in de spieren en wordt de verdeling van het bloed beter geregeld.
Mensen die niet aan de beweegnorm voldoen zijn inactief. Deze manier van leven verkort de levensverwachting en veroorzaakt op termijn chronische ziekten zoals hart- en vaataandoeningen en diabetes type 2. Ook overgewicht en depressie worden in verband gebracht met een inactieve levensstijl.
Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Doe minstens elke dag 1 uur aan matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel. Doe minstens driemaal per week spierversterkende en botversterkende activiteiten.
30 minuten bewegen. Regelmatige lichaamsbeweging draagt op allerlei manieren bij aan uw gezondheid. Uw hart en bloedvaten blijven beter in conditie. Bewegen heeft een positieve invloed op de bloeddruk en het cholesterolgehalte, en verkleint de kans op overgewicht.
Bewegen en de hersenen. Bewegen is goed voor je hersenen. Het verbetert je geheugen, zorgt ervoor dat je beter slaapt en vermindert stress. Daarnaast verkleint bewegen het risico op hersenaandoeningen zoals dementie, depressie en Parkinson.
Regelmatig bewegen vermindert psychische klachten, zoals depressiviteit en angstgevoelens. Daarnaast blijkt sportdeelname een positief verband te hebben met de sociale gezondheid. Mensen die zich psychisch ongezond voelen of een depressie hebben gehad, bewegen veelal wekelijks, maar sporten minder vaak.
Een gevolg van te veel sporten is het risico op beschadigde botten. Door het sporten krijg je een grotere hoeveelheid cortisol in je lichaam. Deze stof reguleert processen in het lichaam zoals het metabolisme en het immuunrespons. Wanneer er teveel van deze stof aanwezig is, wordt er meer botweefsel afgebroken.
Volgens de nieuwe beweegrichtlijnen zouden volwassenen wekelijks ten minste twee en een half uur matig intensief moeten bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur. Ook worden voor beide groepen spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen.
Volgende sporten komen daarvoor in aanmerking: flink wandelen (tegen 5 à 6 km per uur, dus niet slenteren), fietsen, rustig joggen, zwemmen, dansen. Als je dat doet ben je al een eind op weg: op deze manier gaat je algemene conditie er op vooruit en het is goed voor hart en bloedvaten.
Puur vanuit het oogpunt van gezondheid is het beter om vijf dagen per week te wandelen dan drie keer per week naar de sportschool te gaan. Voor je lijf is het belangrijker dat je elke dag beweegt dan dat je af en toe een sportieve topprestatie neerzet. Het zijn die vele kleine beetje die het verschil maken.
“Met enkel sport geraak je nergens, zelfs niet als je élke dag traint . Als je geen discipline kunt opbrengen om op je voeding te letten, begin er dan niet aan.” Om dagelijks twintig minuten te sporten heb je volgens Nick altijd wel tijd. En je kan het overal doen, dus aan plaatsgebrek kan het ook niet liggen.
Met 1 uur rustig wandelen verbrand je evenveel calorieën als met een rustige fietstocht van 1 uur. Als je de snelheid opvoert, blijkt de fiets het toch te winnen. Een uur fietsen op redelijk tempo levert je maar liefst 150 extra verbrande calorieën op in vergelijking met een stevige wandeling.
Wat valt onder matig of zwaar intensief bewegen? Matig intensieve lichamelijke activiteit zorgt voor een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling. Wandelen, fietsen, rustig zwemmen en de wat zwaardere huishoudelijke klussen, zoals ramen wassen of werken in de tuin vallen hieronder.
Conclusie. Je verbruikt meer energie (calorieën) wanneer je loopt dan wanneer je wandelt. Wandelen heeft wel het voordeel dat je het, ook als je niet gewend bent om te sporten, al snel een uur kan doen.
Door een ochtendwandeling stap je letterlijk en figuurlijk fris en fit de dag in. Door te wandelen stimuleer je de bloedsomloop. Hierdoor komt er meer zuurstof binnen om de afvalstoffen van de nacht sneller kwijt te raken. Daarnaast komt er door bewegen endorfine vrij, hier krijg je een gelukkig gevoel van.
Je moet al stevig poetsen om dat doel te bereiken. Eerder onderzoek hierover kwam tot de tegenovergestelde conclusie, namelijk dat huishoudelijk werk niet kan vergeleken worden met een sportinspanning, omwille van de lagere intensiteit. Het hangt er maar van af hoe fel je met borstels en zeemvellen te keer gaat.
Telt wandelen als workout? Ja. Wandelen is een legitieme manier om lichamelijk actief te zijn.
Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel. Doe minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten.
Bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten, diabetes, depressieve klachten, borstkanker, darmkanker, geestelijke achteruitgang en dementie. Beweeg minimaal 2,5 uur per week actief (bijvoorbeeld wandelen, fietsen, hardlopen, voetballen, fitness, dansen, vechtsport).
Volgens de beweegrichtlijnen heeft u:
wekelijks 2,5 uur (150 minuten) matig intensieve beweging nodig, verspreid over meerdere dagen. Voor kinderen, en jongeren tot 18 jaar is dat dagelijks minstens 60 minuten.
In een ideale wereld zijn we ook tijdens ons werk gezond bezig. Toch zitten we in Nederland gemiddeld 10 uur op een werkdag. Daardoor lopen we meer kans op ziektes zoals hart- en vaatziekten, diabetes type II, depressie, kanker en zelfs vroegtijdig overlijden.