Deeg insnijden heeft een functie. Het ingesneden brood ziet er niet alleen leuk uit, maar het heeft ook een functie. Jij bepaalt daarmee de plek waar het deeg open gaat en hoeveel je deeg kan rijzen in de oven.De snijvlakken fungeren als een soort schoorsteentjes waardoor stoom kan ontsnappen.
Veel “ovenrijs” is grote scheur(en), weinig ovenrijs is kleine of geen scheuren. Dus als de korst hard wordt terwijl het deeg nog rijst krijg je scheuren. Je kunt dit enigszins voorkomen door het eerste deel van het bakproces met stoom te bakken. De korst blijft dan langer elastisch dus scheurt minder.
Het brood is ingezakt
Indien je brood ingezakt lijkt langs alle kanten, dan was het deeg te vochtig. Probeer iets minder water toe te voegen. Wanneer je geconserveerd fruit of groenten gebruikt, laat deze dan eerst goed uitlekken en wrijf ze droog voordat je ze toevoegt. Het brood kan ook overrezen zijn.
Inschieten is de actie waarbij de bakker een deegstuk of deegstukken in de oven legt (inschiet).
De redenen dat je het deeg meerdere keren laat rijzen zijn: Het gashoudend vermogen van het deeg is pas na zo'n 120 à 240 minuten (afhankelijk van de kwaliteit van het meel/bloem) na de start van het mengen maximaal en dat is het beste moment om het brood te gaan bakken.
Normaal gesproken kan gerezen deeg niet blijven liggen, want van te lang gerezen deeg kan je geen mooi brood meer bakken. Dus moet de bakker die zijn klanten 's ochtends om acht uur van vers brood wil voorzien, bij nacht en ontij zijn bed uit om aan het kneden te gaan.
In principe is dat geen probleem. Je kan het brood de eerste keer laten rijzen zoals je het altijd zou doen. Kneed het deeg dan een tweede maal en laat het de tweede keer rijzen in de koelkast. Het deeg zal wat minder snel rijzen omdat het op een lagere temperatuur rust.
Het brood is te sterk gerezen, iets minder gist gebruiken. Het deeg bevat te weinig vocht. Er zijn te veel hele graankorrels of zaden toegevoegd; deze zuigen het water op.
Tips. Als eerste, gebruik niet té veel gist. Te veel gist zal de smaak beïnvloeden van het brood, "je proeft de gist". Als tweede, gist is relatief het duurste ingrediënt bij de bereiding van het brood.
60% Water (afhankelijk van het soort bloem of meel)
Deze verhoudingen zijn voor een bakker vanzelfsprekend en komen voor een brood van 500 gram bloem neer op: 500 gram bloem. 300 gram Water. 10 gram Zout.
Hoe lang laat je een brood dan het best afkoelen alvorens het te snijden? In een ruimte van 20 tot 25°C krijg je het beste resultaat door het brood 2 tot 3 uur te laten afkoelen.
bak je doorgaans op 220 tot 230 graden. Eventueel draai je de temperatuur wat terug als het brood te snel kleurt. Broden van een rijk deeg (zoete broden, brioches, broden met veel suiker etc.) bak je doorgaans op een temperatuur van rond de 180 tot 200 graden.
Maar waarschijnlijk wil je graag weten of je droge gist kunt vervangen door verse gist. Alhoewel dit niet zo snel zal voorkomen, werkt het omrekenen natuurlijk ook andersom. De verhouding blijft hetzelfde alleen omgedraaid. Je gaat dus uit van 1:3, wat betekent dat je 1 gram droge gist vervangt door 3 gram verse gist.
Laat het deeg rijzen tot het in volume is verdubbeld. De tijdsduur is afhankelijk van de temperatuur. Bij kamertemperatuur duurt het ongeveer 2 uur. In de koelkast kun je het een nacht laten rijzen.
Maak het brooddeeg klaar volgens het recept en laat het deeg ook rijzen volgens recept. Over het algemeen zal hier staan dat het deeg ongeveer 1 uur moet rijzen tot het in volume verdubbeld is. Druk met je handen de lucht uit het deeg en vorm het brood zoals je het wilt hebben.
Als u het deeg doreert met losgeklopt ei, bakt het brood goudbruin. Als u het bestrijkt met olie wordt de korst knapperig, met water krijgt het brood een glanslaag. Brood is doorbakken als het hol klinkt.
Als je je deeg met de hand kneedt, heb je meestal nog wel wat meer tijd nodig. Trek hier gerust 20-25 minuten voor uit. Ook met een handmixer ben je langer bezig dan wanneer je een staande mixer hebt, vaak zo'n 15-20 minuten.
Weeg zeer nauwkeurig vooral de hoeveelheid gist, meel en water af. Zout goed afwegen is ook belangrijk en zout heeft ook invloed op de hoogte van het brood, maar als je te veel of te weinig zout gebruikt zal je dit al snel zelf merken aan de smaak, dus de kans dat het daaraan ligt is klein.
Wanneer de oven gebruikt wordt als rijskast moet je zorgen dat de lucht in de oven voldoende vochtig is. Beter te vochtig dan te droog. Ook daar kan je werken met het afdekken van de kom waarin het deeg zit dat moet rijzen, maar tijdens de busrijs of narijs werkt dat niet goed.
Bak het brood gedurende ongeveer 20 minuten op 220˚C, zet dan de oven terug op 200˚C . Na ongeveer 35-40 graden dient het brood gaar te zijn en een mooie goudbruine kleur te hebben.
Een rijsmandje geeft steun en vorm aan het deeg tijdens het rijsproces. Rijsmandjes worden gemaakt van riet, houtvezel en kunststof. Rieten en houten rijsmandjes nemen tijdens het rijsproces ook een beetje vocht uit het deeg op waardoor de buitenkant van het deeg minder gaat plakken.
Handige warme plekjes om je kom met deeg of desem in te laten rijzen zijn: lege vaatwasser die nog warm is omdat hij net gelopen heeft. lege magnetron met een groot glas heet water ernaast. grote lege plastic opbergbox met deksel met een groot glas heet water ernaast.
Deeg rijst het best op een temperatuur rond de 30°C. Als je lauw water gebruikt voor je deeg (maar dus niet warmer dan 45°C) creëer je de ideale omstandigheden. Gebruik je koud water, of is het koud in de ruimte waarin je aan het werk bent, dan zul je het deeg op een warmere plek moeten zetten om goed te rijzen.
Gebruik ongeveer 3 - 5% broodverbeteraar op het totale bloem/meel gewicht van je baksel om een lekker luchtig brood te bakken.