De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand. De revolutie begint op 14 juli 1789.
Na de periode van het Directiore (1795-1799) waarin een vijfkoppig bestuur het land bestuurde greep uiteindelijk Napoleon Bonaparte de macht. Hij kroonde zich tot keizer van Frankrijk en pakte de absolute macht. Dit betekende het einde betekende van de Franse Revolutie.
Door het zaaien angst, 'terreur' in het Frans, probeerde de commissie het verzet tegen de revolutie te breken en zo eenheid in het land te forceren. Iedereen die op enige wijze de schijn opriep tegen de revolutie te zijn, liep het risico om opgepakt te worden en veroordeeld te worden door het Revolutionair Tribunaal.
De Terreur werd onder druk van de radicaalste revolutionairen ingesteld door de revolutionaire regering; meerdere vrijheden werden opgeschort en een politiek van strijd tegen de interne en externe gevaren, die de Republiek bedreigen, trad in werking.
Hij kwam aan de macht in de laatste roerige fase van de Franse Revolutie en veroverde met het Franse leger grote delen van Europa. In veel landen voerde hij op terreinen als de rechtspraak, gewichts- en afstandsmaten en de burgerlijke stand belangrijke en vaak blijvende veranderingen door.
De Franse Revolutie (1789–1799) was een invloedrijke politieke omwenteling waarbij de absolute monarchie die Frankrijk ongeveer twee eeuwen had geregeerd werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd opgericht.
Robespierre zou als een soort hogepriester optreden. Dit festival viel door een regenbui in het water. Toen op 26 juli 1794 Robespierre een nieuwe golf van terreur wilde aankondigen, werd hem het woord ontnomen. Hij werd gevangengezet.
De man achter de revolutionaire Terreur, Robespierre, werd zelf geëxecuteerd nadat hij duizenden mensen de dood in had gejaagd. In september 1793 brak in Frankrijk een donkere tijd aan, die later bekend is geworden als de Terreur.
De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand.
In 1793 ontspoort de Franse Revolutie: duizenden vermeende contrarevolutionairen worden vermoord. Drijvende kracht achter de executies is Maximilien de Robespierre. Hoe kon deze fletse jurist uitgroeien tot de morele leider van de Terreur?
De Conventie stemde op 16 en 17 januari 1793 voor oplegging van de doodstraf. De koning werd beschuldigd van het samenzweren tegen de algemene veiligheid van de Staat. Vier dagen later, 21 januari 1793, werd het vonnis op de Place de la Révolution (nu Place de la Concorde) voltrokken met de guillotine.
Terreur – Schrikbewind van een staat tegen haar eigen onderdanen, veelal met als doel de macht van de heersende politieke, religieuze of etnische elite te handhaven; in media en elders vaak gebruikt in plaats van 'terrorisme'.
Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
Ook de geestelijkheid moest deze voorrechten afstaan. Je zou dus kunnen zeggen dat de Franse revolutie succesvol was voor de 3e stand, maar voor de adel en geestelijkheid veroorzaakte de revolutie meer verlies dan winst, ze waren minder belangrijk geworden, alle burgers verdienden evenveel respect.
Op 21 januari in 1793 zat de afgezette Franse Koning Lodewijk de zestiende vast in een cel. Wat was er misgegaan? Op deze dag zou hij in een koets naar la Place de la Révolution worden gereden, waar de Guillotine voor hem klaarstond.
Tegenstander van een oorlog was Maximilien Robespierre, de leider van de radicale Jakobijnen. Hij wees erop dat het leger vanwege de revolutie uiteengevallen was en daarmee nog niet slagvaardig genoeg voor oorlog.
De jakobijnen of jacobijnen (Frans: Jacobins) vormden tijdens de Franse Revolutie van 1789 tot 1794 een centralistische, hervormingsgezinde beweging, die zich inzette voor meer sociale rechtvaardigheid, volkssoevereiniteit en de ondeelbaarheid van de Franse Republiek.
Einde van Robespierre
Aanvankelijk wist Robespierre met anderen te ontsnappen en deed hij een mislukte zelfmoordpoging, maar kort erna werd hij weer opgepakt. Kort hierna werd hij ter dood veroordeeld. De man die zoveel levens had genomen moest op 28 juli 1794 zelf plaatsnemen onder de guillotine.
Tijdens de Terreur (1793-1794) werden onder de leiding van Robespierre zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd. Hijzelf onderging dit lot na een staatsgreep op de 9e Thermidor van het jaar II (= 27 juli 1794), samen met 23 aanhangers.
Het Frankrijk van vóór 1789 – vaak het ancien régime genoemd – werd gekenmerkt door politieke, sociale, religieuze en culturele spanningen, en er viel op allerlei terreinen veel te verbeteren.
Bonaparte kreeg onder de Eerste Franse Republiek bekendheid. Hij wist de Eerste en Tweede Coalitie tegen Frankrijk te verslaan. In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde. In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.
Franse Revolutie
In november 1792 leidde dat tot de officiële afschaffing van het christendom in Frankrijk en in de veroverde gebieden elders in Europa. Het bewind stichtte plechtig een nieuwe religie: de cultus van de rede. Die cultus werd later door Napoleon weer afgeschaft.
Belangrijke burgers, zoals schrijvers, advocaten, journalisten en artsen. Ook zij moesten belasting betalen. Maar ze hadden niets in te brengen in het bestuur van Frankrijk. En daarover werden deze burgers steeds ontevredener.