Gebruik altijd koud water als je een bouillon op zet. Hierdoor kunnen de ingrediënten hun smaak, kleur en geur beter afgeven aan de vloeistof. 3. Breng het water met de schenkel en beenderen tot dicht tegen het kookpunt, ontvet het en schuim de bouillon goed af.
Voor een heldere bouillon: De bouillon mag niet koken, voor een heldere bouillon moet de temperatuur net onder het kookpunt blijven. Door koken wordt de bouillon troebel. Tijdens het trekken van de bouillon kan een schuimlaag ontstaan.
Laat bouillon nooit koken, maar heel zachtjes trekken zonder deksel op de pan. Door het borrelen van het water emulgeren de vrijgekomen vlees- en viseiwitten met het vet in het water en wordt de bouillon troebel.
Maar als je graag een heldere soep wilt serveren, moet de bouillon ook helder zijn. Daarvoor moet je de bouillon eerst clarifiëren. Het clarifiëren van bouillon houdt in dat je alle onzuiverheden en kleine vetdeeltjes die maken dat je bouillon troebel is, verwijderd.
Begin soepvlees steeds te koken in koud water!
Zoniet blijft je vlees gegarandeerd taai. Als het water tijdens het lange pruttelen mindert, voeg je gewoon wat extra water toe. Kook runderbouillon nooit onder deksel.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Soep laten afkoelen
Soep kan het beste afgekoeld worden zonder de deksel op de pan of afgedekt met een platte zeef zodat er geen vliegen of ander ongedierte bij kunnen. Soep wordt snel zuur als je die te lang uit de koelkast laat staan met de deksel op de pan (of op een andere manier afgesloten).
Het schuim dat op je soep komt bij het mixen kan absoluut geen kwaad. Het kan zelfs zeer lekker zijn, zo'n luchtig, schuimend soepje. Het schuim komt aan de oppervlakte omdat je met je mixer lucht in de soep mixt. Die lucht komt dan bovendrijven in de vorm van kleine belletjes, schuim dus.
Het is belangrijk dat bouillon snel afkoelt om te worden ingevroren. Vul de gootsteen voor éénderde tot de helft met koud water. Zet de pan erin, met een metalen lepel in de bouillon. Het metaal geleidt warmte, en helpt dus ook bij het afkoelen.
Wanneer je iets moet laten inkoken doe je dat best altijd zonder deksel. Zo krijgt de vloeistof die verdampt de kans om te verdwijnen. Wanneer je een deksel zou gebruiken condenseert die damp tegen het deksel en beland zo weer in de pot. Nog een goede tip: zet het vuur zeker niet te hoog wanneer je iets laat inkoken!
Als je de bouillon laat koken, wordt deze ondoorzichtig, troebel. We noemen dat een blinde bouillon. Dek een bouillon tijdens het trekken niet af met een deksel. Ontvet en schuim de bouillon ook tijdens het trekken regelmatig af.
Voor sommige bereidingen mag het vlees nog bevroren gebruikt worden (soepvlees). Een half uur voor bereiding op kamertemperatuur laten komen komt het vlees ten goede. Rundvlees is 6 tot 12 maanden diepgevroren houdbaar mits bewaart bij -18 gr.
Laat een pan soep nooit koken, zo verliest hij zijn smaak. Laat een pan met soep zachtjes pruttelen op een zacht vuurtje. Als je de groenten toevoegt aan de soep, laat ze dan een paar minuten meebakken en voeg daarna pas de bouillon toe. Dit zorgt ervoor dat de groenten nog meer smaken afgeven aan de soep.
Waarom moet je soepgroenten stoven? Door groenten te verwarmen ontstaan er nieuwe aroma's. Sommige groenten doen het ook goed als ze meteen in het water gaan (wortels of tomaat bijvoorbeeld). Andere groenten hebben even tijd nodig om het beste van zichzelf te geven.
Als je dat niet doet kan het weer terug in je gerecht vallen en daar een nare smaaksensatie geven.
Afschuimen doe je door met een schuimspaan het schuim van het kookvocht te scheppen, bijvoorbeeld als je vlees kookt in bouillon. Door af te schuimen krijg je een mooie heldere bouillon.
Laat je de soep bijvoorbeeld lang op het aanrecht staan om af te koelen, kunnen deze sporen zich ontwikkelen. Na verloop van tijd gaat de soep zuur ruiken en is bedorven. Laat de soep na het eten dus zo snel mogelijk afkoelen, en bewaar de overgebleven soep in een afgesloten bakje in de koelkast.
Heb je een mooie bouillon gemaakt, maar is die niet helemaal helder na het zeven? Laat de bouillon dan helemaal afkoelen en roer er per liter 2 ongeklopte eiwitten doorheen. Verwarm de bouillon dan langzaam en roer af en toe goed over de bodem, om te voorkomen dat de eiwitten daar op vastkoeken.
Als je soep wilt bewaren na bereiding, laat hem dan snel afkoelen (zet de pan bijvoorbeeld in een bak koud water of ijs) en zet deze goed afgesloten in de koelkast. Laat restjes niet langer dan 2 uur buiten de koelkast staan.
Sterk ingekookte bouillon noemt men fond. Fond is krachtiger van smaak.
Als je koud vocht toevoegt, dan sluit het vlees zich af en neemt het niet makkelijk vocht en/of smaken meer op. -Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Hoe langer je stoofvlees laat garen, hoe malser het wordt. Je moet er echter rekening mee houden dat wanneer je het te lang laat opstaan, het vlees helemaal uiteen gaat vallen. Zo heb je geen stukken vlees meer maar wordt het stoofvlees meer een dikke saus met draadjesvlees in.
Nog een gouden tip om je draadjesvlees perfect mals te krijgen: wijn. Of een scheutje azijn, dat kan ook. Het zuurtje hierin helpt namelijk de eiwitten in het vlees af te breken, waardoor het super mals wordt. Werk je met een stoof, dan leg je de sukadelappen in de saus, zodra je de stoof klaar hebt.