Je peuter bijt om duidelijk te maken dat hij of zij boos, verdrietig, teleurgesteld … is. Voor je peuter is bijten een gedragsuiting dat hem of haar als het ware overkomt. Een kind dat verbaal sterk is, zal vaak minder bijten omdat hij of zij al beter kan zeggen wat er aan de hand is.
Jonge kinderen bijten niet om de ander bewust pijn te doen. Ze bijten omdat het op dat moment de meest voor de hand liggende optie voor ze is; ze weten zo snel geen andere manier om te reageren. Je kind probeert met deze reactie iets teweeg te brengen. En soms lijkt het alsof je kind juist bijt als jij even niet kijkt.
De bedoeling is dat je kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Als je kind gebeten heeft, leg dan rustig en duidelijk uit waarom het niet mag: “bijten mag niet, dat doet pijn”. Laat zien dat het andere kind er van moet huilen. Wees direct daarna erg alert en probeer het een volgende keer te voorkomen.
Probeer te ontdekken op welke momenten jouw pup geneigd is om te gaan bijten, en zorg dat je dan alternatieven in de aanslag hebt. Zorg bijvoorbeeld dat je altijd wat snacks of kauwspeelgoed bij je hebt zodat je de pup op tijd kunt afleiden - en zo hem leren waarin hij wél mag bijten.
Peuters willen de wereld ontdekken en gaan meer en meer hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Je kind heeft behoefte aan meer onafhankelijkheid en wil zo veel mogelijk zelf bepalen, zelf dingen kiezen en dingen zelf gaan doen.
'Goede straffen' kunnen zijn: een time-out (even stil zitten in de gang of in een hoekje zonder aandacht) of een speeltje afnemen en het een etmaal verborgen voor hem houden. Ook slecht of zeurend gedrag compleet negeren kan bij sommige peuters werken. Een corrigerende tik is geen goed idee.
Veel dreumesen en peuters komen in de fase dat ze gaan slaan en/of bijten. Het is hinderlijk gedrag dat gelukkig goed af te leren is. Voor kinderen onder de drie jaar betekent slaan en bijten puur dat ze het juiste gedrag nog moeten aanleren. Het is geen voorspeller van negatief of zorgelijk gedrag als ze ouder zijn.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
Sommige kinderen gaan bijvoorbeeld met spullen gooien als ze driftig zijn of willen jou slaan of schoppen. Sla of schop niet terug en schreeuw ook niet tegen je kind. Stop met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Benjamin, stop nu met slaan.
Een bijtring is een siliconen, rubberen of houten ring waarop je kindje kan bijten. Ze zijn zo ontworpen dat je baby dit veilig kan doen, zonder zijn mond of het speelgoed te beschadigen. Het bijten verlicht de pijn van doorkomende tanden.
Door te kauwen, bijten en of sabbelen voorzien zij zichzelf van prikkels in het mondgebied, welke zij nodig hebben om zich prettig te voelen. Er kunnen ook emotionele of sociale problemen zijn die een rol spelen. Kinderen zoeken hun toevlucht in het sabbelen op kleding. Dit geeft een veilig en vertrouwd gevoel.
Elke bijtwonde kan een infectie veroorzaken. Er zitten namelijk veel microben op je tanden en in je mondholte. Het is dus erg belangrijk om een mensenbeet goed te verzorgen.
Je kindje stopt dingen in zijn mond omdat hij zo de wereld leert kennen. Zijn andere zintuigen zijn nog niet zo goed ontwikkeld, maar het gevoel in zijn mond en tong is juist extra scherp. Daar heeft hij namelijk meer zenuwuiteinden per millimeter dan waar ook in zijn lijfje.
Vooral oudere baby's kunnen proberen om de aandacht van hun moeder tijdens het drinken terug te krijgen, bijvoorbeeld door te bijten. Soms zie je vlak ervoor een guitige glimp in hun ogen. Dit soort bijten gebeurt vaak aan het einde van een voeding, of als je baby toch al niet echt geïnteresseerd was in drinken.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Je kind van 4 jaar:
herkent groepjes van twee en drie zonder te tellen. kan een cirkel, driehoek, vierkant en rechthoek benoemen. herkent de kleuren rood, geel, blauw en groen.
Jouw kind kan nu zijn lichaam draaien als hij een bal gooit. Hij kan nu ook een stap maken van ongeveer 48 centimeter waarbij hij zijn voet afwikkelt van de hak naar de teen. Ondertussen bewegen zijn armen precies de andere kant uit.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
Hij kan het verschil van een volle en lege blaas leren voelen en leren zijn blaas op commando te ontspannen als hij gaat plassen. Je kunt je kind nu lekker zijn gang laten gaan, zeker in de speeltuin. Hij kan zelf op de glijbaan, hij wil zelf klimmen. Het is goed voor zijn spierontwikkeling, motoriek en zelfvertrouwen.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en hij kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn beide voeten tegen elkaar een paar sprongen maken.