Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van hypochondrie zoals: erfelijkheid.In sommige families komen angststoornissen vaker voor. een nare gebeurtenis in het verleden, bijvoorbeeld veel gepest zijn, lichamelijk of seksueel misbruik.
Niet realistische verlammende voorspellingen over zichzelf en reacties van anderen. Overdreven negatief beoordelen van eigen functioneren in sociale situaties. Zelfgerichte aandacht: je let vooral heel erg op jezelf, hoe je doet en wat je aan jezelf merkt in plaats van dat je aandacht hebt voor wat er om je heen ...
Bij angst kan er ook tijdelijk teveel cortisol zijn, dit is een van de belangrijkste stresshormonen. Ook de verbinding tussen bepaalde hersengebieden (hypothalamus, hypofyse en bijnierschors) lijkt bij mensen met een angststoornis in de war. Deze hersengebieden zijn belangrijk bij de stressreactie van je lichaam.
Iemand met agorafobie vermijdt (bepaalde) situaties buitenshuis. De persoon vermijdt plekken vanuit angst dat ontsnappen moeilijk zal zijn of omdat er in deze situaties geen hulp beschikbaar is als hij of zij in paniek raakt.
Als je een sociale angststoornis hebt, heb je last van de volgende symptomen: Een duidelijke en aanhoudende angst voor één of meer situaties waarin je sociaal moet functioneren of presteren en waarbij je blootgesteld wordt aan onbekenden, of een mogelijk kritische beoordeling van anderen.
Op momenten dat de angst overheerst, heeft u bijvoorbeeld last van: hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven. benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst. tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten.
Bijvoorbeeld over het (kunnen) krijgen van een ongeluk, de trein missen, ziek worden, een afspraak op het werk, of een meningsverschil met een vriend. Ook wordt er vaak gepiekerd óver het piekeren. Iemand met een piekerstoornis vindt het moeilijk deze angsten en zorgen onder controle te houden.
Maar sommige mensen ervaren een intense spanning. Ze krijgen lichamelijke reacties, zoals hartkloppingen, hevig trillen of zweten. En je gaat alles wat met hoogte te maken heeft vermijden. Dat noemen we hoogtevrees of acrofobie.
Paniekaanvallen komen plotseling op met intense uitbarstingen van angst, terwijl angstaanvallen worden veroorzaakt door een specifieke gebeurtenis en worden gekenmerkt door aanhoudende zorgen en fysieke symptomen. Beide eisen een tol van je mentale gezondheid en weerhouden u ervan om uw beste leven te leiden.
In het onderzoek van Joseph Ledoux werd gevonden dat een klein gebied in de hersenen vooral betrokken is bij de regulatie van negatieve emoties, zoals angst en agressie: de amygdala, de twee amandelvormige kernen in de voorhersenen.
Bij EMDR wordt de persoon gevraagd om zich te concentreren op de angstige gedachten, gevoelens en lichamelijke sensaties die geassocieerd worden met de angststoornis. Tegelijkertijd vindt bilaterale stimulatie plaats, zoals het volgen van de vingerbewegingen van de therapeut of luisteren naar afwisselende geluiden.
Heb je al een langere periode last van klachten zoals moeheid, verminderde eetlust, minder behoefte aan seks of vrienden om je heen? Voel jij je vooral moe, onzeker en ongelukkig? Dan kan het zomaar zijn dat je last hebt van een te laag serotonine niveau.
Specifieke sociale fobie
De behandeling van het specifieke subtype bestaat vooral uit een bètablokker, zoals bijvoorbeeld propranolol, die alleen genomen hoeft te worden voordat een patiënt wordt blootgesteld aan een gevreesde situatie. De patiënt neemt dit middel 1 tot 2 uur van tevoren in.
Behandeling bij een psycholoog bij een sociale-angststoornis
Bij een sociale-angststoornis helpt een behandeling bij een psycholoog. Je leert met gesprekken en oefeningen om anders te denken over je klachten. Dat verandert hoe je je voelt en wat je doet. Je leert om situaties te herkennen waarin je bang wordt.
Mensen met autisme zijn in de basis sneller angstig, ook al is dat niet nodig. Het systeem is hier in veel gevallen meer gevoelig voor. Soms kunnen angsten ook de overhand nemen. Dit kan zo ver gaan, dat iemand met autisme bijvoorbeeld de deur niet meer uit durft, omdat hij of zij bang is voor mensen massa's.
Thalassofobie is de angst voor de zee of oceaan. Bathofobie is de angst voor de diepte van het water. Hoewel deze angsten geen officiële DSM-kwalificatie hebben, komen zij vaak voor. Deze fobieën hebben een overeenkomst: angst voor wat er onder het water zit.
Plaatsvervangende hoogtevrees: Hierbij ben je bang om een ander op hoogte of bij een afgrond te zien. Bijvoorbeeld een schilder op een ladder, een kind aan een hellingsrand, een kat in de dakgoot etc. Dieptevrees: Angst om in diep doorzichtig water naar beneden te kijken.
De term vertigo wordt meestal als synoniem van draaiduizeligheid gebruikt, maar soms wordt duizeligheid in bredere zin bedoeld. De vier meest voorkomende syndromen van draaiduizeligheid zijn: benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD);
Angst en paniekaanvallen: Serotonine draagt bij aan het reguleren van de stemming. Een verlaagde hoeveelheid aan serotonine kan niet alleen leiden tot depressieve gevoelens, maar kan ook een verhoogde mate van paniek en angst veroorzaken. Bovendien kan dit gepaard gaan met fobieën en obsessieve gedachten.
De angst dat je niet goed genoeg bent.De angst dat je er feitelijk niet bij hoort.De angst dat je de controle verliest.De angst dat niemand van je houdt.
Mensen die een trauma hebben opgelopen, hebben vaak last van triggers . Deze triggers kunnen sterke emotionele reacties veroorzaken, zoals boosheid of verdriet. Dat maakt het moeilijk om door te gaan met het dagelijks leven.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Venlafaxine vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.