Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen.Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Als je de auto parkeert in de versnelling, weerhoudt de compressie in de motor de auto ervan om te gaan rollen. De gekozen versnelling vergroot of verkleint de kracht die nodig is om de motor in beweging te brengen. Je wilt de versnelling kiezen waarbij je de minste kans hebt dat de auto gaat rollen.
Er kan altijd lucht weglekken langs de zuigerveren en kleppen. Op een helling parkeren in de versnelling is dus niet verstandig. Altijd de handrem gebruiken (en een extra klikje aantrekken). Als je de auto in de 1e versnelling nog kan wegduwen dan lekt er wel heel veel lucht langs de kleppen of zuigers.
Wanneer zet je een automaat in neutraal? De N-stand gebruik je als je in de file staat of ergens geparkeerd staat en de motor wilt laten draaien. Gebruik hem nooit wanneer je aan het rijden bent!
Gebruik bij het parkeren op een helling altijd de parkeerrem. Een ingeschakelde versnelling of stand P is niet voldoende om de auto in alle situaties staande te houden. Bij het parkeren van de auto op een oplopende helling: Draai de wielen van de trottoirband af.
Om hellingen te beklimmen, moet je auto toeren maken en dit doe je in een lage versnelling. Merk je dat de auto kracht verliest tijdens het klimmen, schakel dan terug naar een lagere versnelling en geef gas.
Schakelen in een personenauto kun je het beste doen tussen de 1500 en 2000 toeren bij een dieselmotor en bij benzinemotoren tussen de 2000 en 2500 toeren. Houdt dus goed je toerenteller in de gaten om milieubewust en energiezuinig te rijden. Een navigatiesysteem kan je helpen bij het vinden van de weg.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Het risico van parkeren in eerste versnelling
Heb je geparkeerd met de auto in versnelling, dan zal die vooruitschieten wanneer je de koppeling niet intrapt bij het starten. Daarom is het verstandig om buiten de winter steeds te parkeren met de handrem opgetrokken.
Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof. Bovendien kan het gevaarlijk zijn. Niet doen dus!
Rijd bergaf in dezelfde versnelling als omhoog. Zo remt de auto af op de motor en dat voorkomt schade aan de remmen. Ga je in een te hoge versnelling de berg af, dan moet je continu bij remmen.
Als je eenmaal wegrijdt en snelheid begint te maken door meer gas te geven, gaan de toeren omhoog. Om snel en zuinig te kunnen rijden is het noodzakelijk om tijdig naar een hogere versnelling te schakelen. Schakel daarom zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling het liefst tussen de 2.000 en 2.500 toeren.
Bij vriezend weer kan het voorkomen dat de bedieningskabels vastvriezen in de buitenkabels. Dit komt doordat de waterafdichgtings rubbers dusdanig versleten zijn zodat er water kan in sijpelen. Als er dan natte sneeuw of regen valt, gevolg door vorst kunnen de bedieningskabels van de handrem bevriezen.
Met de handrem rijden kan nodig zijn
Als men stilstaat op een hellende weg zijn beide voeten nodig voor gaspedaal en koppeling. In die gevallen is het verstandig de handrem te gebruiken met je vrije hand. Een andere situatie waar de handrem nuttig is tijdens het rijden, is wanneer de voetrem het begeeft.
Zet een handbak in de versnelling en een automaat in park. De handrem hou je het liefst omlaag. De handrem kan vast komen te zitten als je de auto lange tijd niet gebruikt. Versnellingsbakken zitten goed dicht, en zullen niet snel vastlopen.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Schakelen zonder koppeling naar een hogere versnelling is heel eenvoudig. Hou hem in z'n eerste versnelling (of welke versnelling je dan ook zit) en laat het gas los. Trek heel lichtjes aan de pook in de richting die hij op moet, maar trek niet hard genoeg om hem uit z'n versnelling te halen.
Gewoon een half uurtje laten afkoelen op een parkeerplaats is vrijwel altijd voldoende. Natuurlijk moet je hierna wel de koppeling juist behandelen. Dus: ruw(er) op laten komen. Liever de banden even laten slippen dan de koppeling!
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Trap de koppeling in. Een van de dingen die je wél kunt doen tijdens een slippartij is de koppeling intrappen. Daarmee gaan je wielen vrij bewegen en kun je door rustig bij te sturen je auto weer uit de slip krijgen.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Vanaf 2.000 toeren kun je al naar de volgende versnelling schakelen. Te vroeg opschakelen, als de motor nog niet 'trekt', is niet handig. Dat kan de motor vervuilen en zo schade veroorzaken.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.