Afrikaantjes zijn dé beste buurplanten voor in je moestuin. Ze verjagen aaltjes in de mix, weren schadelijke insecten - zoals luizen - en trekken massa's bijen en vlinders aan.
Als borderplant heeft het afrikaantje een extra, gunstige bijkomstigheid: ze werken goed tegen aaltjes. Aaltjes leven in de bodem en vreten aan de wortels van planten. Het gevolg is dat de planten verzwakken of zelfs dood gaan. Aan afrikaantjes kunnen aaltjes echter beter niet beginnen, dat overleven ze niet.
Afrikaantjes zijn echt goede buren van tomaten. Afrikaantjes, ook wel stinkertjes genoemd, zorgen ervoor dat de aaltjes uit de grond blijven. Tomatenplanten zijn namelijk gevoelig voor aaltjes. Tomaten kun je beter buiten de koelkast bewaren.
Tagetes, beter bekend als afrikaantjes, zijn een goed alternatief voor bepaalde chemische ontsmettingsmiddelen in de tuinbouw. In de bloemen zit luteïne die geschikt is voor toepassingen in food en feed. Om deze stof te winnen, worden in Drenthe proeven gedaan om de teelt aantrekkelijker te maken.
Af en toe water geven en bij een temperatuur van boven de 18 graden in de moestuin zetten. Zet ze aan de rand van de moestuin of gewoon naast en tussen de groenten. Het ziet er heel vrolijk uit.
Afrikaantjes tegen slakken
Een manier om slakken te voorkomen in je tuin is door het zaaien van afrikaantjes. Het klinkt gek, maar toch is het een effectieve wijze om (naakt)slakken af te weren. Het kan ook zeker in de moestuin geen kwaad om wat afrikaantjes in te zaaien tussen de gewassen.
De Tagetes patula wordt ook wel klein afrikaantje genoemd, omdat ze het kleine zusje van de Tagetes erecta is (ik las ergens dat de Tagetes patula uit de erecta is ontstaan). Deze afrikaantjes worden ook wel stinkertjes genoemd, ik zou het zelf geen 'stinken' noemen maar ze heeft inderdaad wel een sterk kruidige geur.
Hoe zeer afrikaantjes ook houden van standplaatsen in de volle zon, ze kunnen niet tegen een droge bodem. Voor een mooi bloementapijt moet je daarom, vooral in de warme zomermaanden, niet vergeten regelmatig water te geven.
Zelfs Afrikaantjes zijn eetbaar. De enkelbloemige kun je zo over de sla strooien, van de dubbele pluis je de bloemblaadjes er eerst uit. Of zet er thee van; lekker en kalmerend voor de spijsvertering.
Ik plantte wijnruit, ooievaarsbek, citroenverbena, boerenwormkruid en afrikaantjes - stuk voor stuk planten waar katten een hekel aan hebben.
Goudsbloemen fleuren je bak op. De planten verbeteren de bodem, weren schadelijke insecten en nare aaltjes in de mix en trekken nuttige insecten aan. Kortom: goudsbloemen horen in elke moestuin ð.
Je ziet ze veel bij boeren en dat heeft een reden. Afrikaantjes bevatten een stof die aaltjes dood. Aaltjes zijn miniwormen die de wortels van planten eten. Daarnaast zorgen Afrikaantjes er ook voor dat mieren, witte vliegen en ander ongedierte op afstand blijven.
Afrikaantjes hebben echter nog een belangrijk wapen in de strijd tegen ongewenste insecten. Hierbij kun je denken aan mieren, maar ook witte vliegjes laten de planten liever links liggen zodra er Afrikaantjes in de buurt zijn.
Daarnaast zijn Afrikaantjes ook handig wanneer je een moestuin hebt. Je kunt ze dan het beste om de rand van de moestuin planten. Zo vorm je als het ware een natuurlijke barrière tegen aaltjes. Wat natuurlijk ook kan is het Afrikaantje gewoon gebruiken voor zijn prachtige bloesem en hem in je border planten.
Drentse lelietelers pionieren met afrikaantjes (Tagetes patula) voor verduurzaming van hun teelt. De oranje zomerbloeiers zijn geweldig voedsel voor bijen, hommels, vlinders en andere bestuivers. Het inzaaien gebeurt als biologische bestrijding van het zeer schadelijke wortellesieaaltje.
Het Afrikaantje heeft geen bijzondere verzorging nodig, maar er zijn wel een paar tips die je in je achterhoofd moet houden. De plant is niet winterhard, haal oude bloeien op tijd weg zodat de plant goed kan doorgroeien. Denk er ook aan dat een Afrikaantje veel water nodig heeft, anders stagneert de bloei.
Tagetes afrikaantjes bonita worden veel gebruikt ter bestrijding van aaltjes (nematoden) en stikstof productie. Pratylenchus penetrans is een vrijlevend wortellesieaaltje.
Ze kiemen na 7 dagen. Als de plantjes wat groter zijn en 4 tot 6 blaadjes hebben kun je ze uitplanten op de uiteindelijke plek van bestemming. Zet ze dan ongeveer 20 tot 40 cm uit elkaar.
wordt hoog en heeft grote bloemen. herfst gooi je de uitgebloeide planten dan niet op de composthoop, maar je spit ze onder. En het zijn uitstekende snijbloemen! Afrikaantjes uit de Patula Groep, met enkele bloemen en lange stelen, blijven in een vaas zeker tien dagen mooi.
Meer moestuinmaatjes vind je hieronder: Aardappels: afrikaantjes, bonen, dille, erwten, knoflook, koolsoorten, munt, oost-indische kers, spinazie, spruiten.
Groenbemester. Uitgebloeide afrikaantjes zijn een goede groenbemester. In plaats van ze op een composthoop te gooien, spit je ze onder en bemest zo de grond.
Binnen Lathyrus zaaien: februari – april
Laat aan de bovenkant ongeveer 1,5 cm over. Verdeel dan gelijkmatig 3 zaden over het oppervlak, Bedek de zaden met 1 cm van de gezeefde potgrond en duw stevig aan met je vingers. Voeg een label toe met de naam van de plant en de zaaidatum.
Zorg er voor dat je moestuin wordt afgeschermd of dat deze is omringd met planten waar de naaktslakken niet van houden. Plant rondom je moestuin ook geen hosta's, afrikaantjes en dahlia's. Naaktslakken zijn gek op deze planten en eten maar al te graag hun buikje rond van jouw mooie planten.