Naast schimmels kunnen ook insecten taksterfte veroorzaken. Zo vertonen de naalden en schubben van coniferen die door de (coniferen)spintmijt bezocht zijn gele vlekjes (zuigplekken). De mijten zelf zijn te klein om met het blote oog te ontdekken. De takken worden later grijsbruin en sterven af.
Magnesium is een voedingsstof die een conifeer nodig heeft. Wanneer er een tekort aan magnesium is ontstaan in de grond waarin de coniferenhaag staat, kunnen er bruine plekken in de haag ontstaan. Je herkent het magnesiumgebrek doordat de bruine plekken zich vooral onderin en in het midden van de plant bevinden.
Bruine coniferen door aanhoudende droogte
Soms wordt een conifeer zelfs helemaal bruin. Het goede nieuws is dat coniferen die door aanhoudende droogte bruin geworden zijn in de meeste gevallen wel kunnen herstellen. Is een conifeer eenmaal uitgedroogd, kan het lastig zijn om weer vocht toe te dienen.
Als je ervoor zorgt dat de coniferen in jouw tuin op de juiste manier verzorgd worden, kun je dus nog heel lang van hun stijlvolle voorkomen en de beschutting die ze bieden blijven genieten. Sommige coniferen kunnen namelijk wel meer dan duizend jaar oud worden.
Wanneer het een lange periode niet regent, kun je jouw coniferenplanten het beste 2 keer per week een volle emmer water geven. Houdt ook vooral zelf de kluit van de conifeer in de gaten. Geef je te veel water? Dan zal er een waterplas om de plant te zien zijn en kan er wortelrot ontstaan.
Een goede zuurgraad in de bodem is belangrijk voor de opname van voedingsstoffen. AZ-Kalk corrigeert de zuurgraad van de bodem van de moestuin, zodat coniferen beter groeien.
Coniferen houden van de zon; het liefst staan ze op een plek in de volle zon of in halfschaduw. Volledig in de schaduw kan de groei van uw conifeer belemmeren.
Bruine, kale plekken als gevolg van teveel snoeien
Coniferen zijn haagplanten die over het algemeen goed gesnoeid kunnen worden. Ze herstellen zich goed na het snoeien en kunnen tijdens het snoeiseizoen dan ook meerdere malen worden gesnoeid.
Coniferen bemesten kunt u het beste doen met een speciale coniferen mest. Deze mest bevat de juiste voedingsstoffen voor uw coniferen, waaronder magnesium en bitterzout. Deze voedingsstoffen zorgen voor de mooie, groene kleur van de planten. Wanneer de coniferen geel verkleuren, duidt dit vaak op magnesiumgebrek.
Om uw coniferenhaag op zijn mooist te houden is het van belang om de bomen regelmatig te bemesten. Minstens eenmaal jaarlijks is aan te raden, bij voorkeur in het voorjaar. Coniferen krijgen eerder te maken met een magnesiumtekort dan andere haagplanten, dus kunt u eventueel ook magnesium aan de meststof toevoegen.
Wanneer u ziet dat de conifeer bruin wordt, raden wij sterk af om de conifeer veel extra water te geven. De conifeer staat namelijk niet te droog, maar de luis zuigt het vocht uit de twijgen. Geeft u de conifeer toch veel extra water, is de kans groot dat u de haag verdrinkt.
Daarom kunt u een coniferenhaag het beste twee keer per jaar bemesten. De eerste keer kunt u uw haag bemesten tegen het einde van april. Dit kunt u nogmaals herhalen in het begin van september. Zo gaan uw coniferen goed voorbereid de winter in.
Een conifeer snoeien is alleen nodig wanneer de conifeer te hoog is geworden en/of veel jonge scheuten vormt. Coniferen groeien ongeveer 30 cm per jaar en dienen 1 tot 2 keer per jaar gesnoeid te worden. Door dit te doen, behouden coniferen een mooie vorm en worden ze niet te breed.
Een gezonde conifeer is diepgroen van kleur. Wordt het blad opeens geel of bruin? Dan is de kans groot dat dit een magnesiumgebrek is. Naaldbomen zijn (net als heesters) magnesium-minnend, dus de kans bestaat dat de gemiddelde Nederlandse tuin van nature niet genoeg voeding bevat voor jouw gewassen.
In principe kunt u coniferen in elke soort grond planten, zowel op zandgronden als kleigronden. Zeker coniferen die gekweekt zijn in een pot doen het goed in vrijwel elke soort grond, omdat deze een beter wortelstelsel hebben ontwikkeld. Belangrijk is echter dat de grond waar een conifeer in staat, nooit uitdroogt.
Onderschat het alleen niet, want coniferen kunnen zich flink wortelen en dat maakt de klus zwaar. Daarnaast maken professionele gereedschappen de klus een stuk lichter en daarmee ook sneller te doen.
De beste snoeitijd is mei/juni, en in september een tweede maal. Niet later snoeien dan september anders krijgt de haag te weinig tijd om zich te herstellen voordat hij de winter ingaat. Houdt u van strakke hagen of heeft u een snelgroeiende conifeer? Dan kunt u gerust vaker snoeien.
De dosering kan uiteenlopen van 1 tot 20 kilo kieseriet per are. (100 kg tot 2 ton per ha) Dit is afhankelijk van de analysegegevens en het soort grondgebruik. Bij strooien over het gewas kunnen achterblijvende korrels of kristallijn poeder, of achterblijvend stof van de bemesting schade veroorzaken.
Een conifeer mag alleen op het nieuwe hout gesnoeit worden, en niet op oud hout. Afzagen is dus geen optie. En wilt u toch snoeien, dan in Juni, dan heeft u de meeste kans dat ze overleven.
Coniferen kunt u het beste 'scheren'. Een conifeer mag namelijk absoluut niet tot op het oude hout worden teruggesnoeid. Door scherende bewegingen te maken, zorgt u ervoor dat u alleen de jonge scheuten snoeit. Van de jonge scheuten mag u overigens niet meer dan 10 centimeter snoeien.
Met een goed scherpe snoeischaar kunt u door de wortelen van de bomen heen steken. Door de wortelen van de plant te beschadigen, zal de plant nieuwe wortelen aanmaken. Hierdoor zal de conifeer kleinere haarwortels aanmaken.
Er zijn verschillende coniferen die goed tegen de wind kunnen. De leylandii (Cupressocyparis leylandii) wordt bijvoorbeeld opvallend snel erg hoog, maar geeft geen krimp als het wat harder waait.
In de regel houden coniferen er niet van om op natte grond te staan, want dat kan ernstige schade aan de wortels aanrichten. Het is echt niet erg als je jouw nieuwe coniferenhaag op een bodem plant die ietwat vochtig is, maar zorg dan wel voor voldoende afwatering.
Coniferen kunnen meestal het beste geplant worden tussen november en half april. In de winter zijn de planten namelijk in rust en groeien ze niet zo hard.