Hieronder verstaan we een bepaalde mate van een achterstand in: Conceptuele vaardigheden zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen. Sociale vaardigheden zoals communiceren en het oplossen van sociale problemen. Praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer.
Volgens DSM-5 is sprake van een verstandelijke beperking op het moment dat iemand globaal 2 of meer standaard deviaties (SD) onder het gemiddelde 100 scoort. Dit komt overeen met een IQ van ongeveer 70 of minder.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Een verstandelijke beperking wordt vastgesteld op basis van het intellectueel functioneren (IQ) en de ondersteuningsbehoefte. De bovengrens voor een verstandelijke beperking is een IQ van 70-75.
Verstandelijke beperkingen (intelligentiebeperkingen) worden gemeten met een valide en betrouwbare intelligentietest in een individueel onderzoek. Voor een verstandelijke beperking is de grens een IQ van ongeveer 70 à 75, afhankelijk van de testeigenschappen. Maar een IQ is niet het enige criterium.
Wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking? Verstandelijke beperkingen kunnen tal van oorzaken hebben, zoals genetische factoren, prenatale problemen, complicaties rondom de geboorte, oplopen van een infectie en blootstelling aan bepaalde stoffen. Ook zijn er mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH).
LVG is de afkorting van licht verstandelijk gehandicapt. Deze mensen hebben een lichte verstandelijke beperking met een IQ variërend van 50 tot 85. Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) denken minder snel dan leeftijdsgenoten die normaal begaafd zijn.Ze hebben een IQ-score tussen de 50 en 70.
Kenmerkend voor autisme – al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking – is dat prikkels op een andere manier worden verwerkt. Mensen met autisme zijn vaak overgevoelig voor zintuiglijke prikkels zoals geluid, licht, geur of aanraking.
LVB is de afkorting van licht verstandelijke beperking, een beperking die je meestal niet aan de buitenkant ziet. Mensen met een LVB hebben aanzienlijke beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en in hun adaptieve vaardigheden, ook wel sociaal aanpassingsvermogen genoemd.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50- 70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Mensen kunnen dan minder goed zijn in: Conceptuele vaardigheden zoals rekenen, schrijven, lezen, en taal en tijd begrijpen. Sociale vaardigheden zoals conflicten voorkomen of oplossen en duidelijk maken wat je wilt of voelt. Praktische vaardigheden zoals reizen met het openbaar vervoer.
In ons toezicht op zorg voor mensen met een beperking hebben we speciale aandacht voor zorg aan mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB). Mensen met EMB kunnen zich vaak niet met woorden verstaanbaar maken. Als gevolg daarvan begrijpt hun omgeving hen niet altijd.
Veroudering bij mensen met verstandelijke beperkingen brengt specifieke gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico's met zich mee: depressie, dementie, slechthorendheid, visuele beperkingen, diabetes, slikproblemen, psychiatrische stoornissen, bewegingsarmoede en vallen.
In de DSM-5 wordt een verstandelijke beperking beschouwd als een IQ -score die ongeveer twee standaarddeviaties of meer onder die van de bevolking ligt, wat overeenkomt met een IQ-score van ongeveer 70 of lager .
Volgens de DSM5 begint een verstandelijke beperking gedurende de ontwikkelingsperiode, met beperkingen in zowel het verstandelijk als het adaptieve functioneren, in de conceptuele, sociale en praktische domeinen. Daarmee wordt in één zin al duidelijk hoeveel er veranderd is ten opzichte van de DSMIV.
Verstandelijke beperking wordt geïdentificeerd door significante beperkingen in zowel intellectueel functioneren als adaptief gedrag . Intellectueel functioneren wordt gemeten met individueel toegediende en psychometrisch valide, uitgebreide, cultureel passende, psychometrisch verantwoorde intelligentietests.
Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van maximaal 75. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking.
Het aanpassen aan dingen en mensen in de omgeving heet 'adaptieve vaardigheden'. Deze beperking zien andere mensen vaak niet. Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen over goed over gewone dingen praten. Maar moeilijke taal, het lezen van teksten en invullen van formulieren is bijvoorbeeld lastiger.
Het gebruiken van woorden die niet in de context passen, moeite met het begrijpen van beeldspraak, meer moeite met plannen, lezen en reizen. Maar ook meer moeite met sociale interacties en de emotieregulatie. Een combinatie van dit soort signalen kan wijzen op een mogelijke lvb.
In Nederland wordt iedereen van 18 jaar of ouder – dus ook als je een verstandelijke beperking hebt - gezien als wilsbekwaam, tenzij door een zorgverlener is vastgesteld dat iemand ter zake wilsonbekwaam is.
Type 7: auditieve beperking of spraak- of taalstoornis.
Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis. Mensen die dit hebben, ontwikkelen zich minder snel dan leeftijdsgenoten.
(ZB) of lichte verstandelijke beperking (LVB)
Dat noemen we zwakbegaafd. Iets meer dan 2% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte verstandelijke beperking.
Voor wie is pakket 8? Voor mensen die zowel verstandelijk als lichamelijk gehandicapt zijn. Daarom is er altijd hulp nodig: begeleiding, verzorging en verpleging.
Mensen met een LVB hebben moeite met het verbaal uiten van hun emoties. Zij kunnen moeilijk inschatten waarom ze iets voelen en waar hun gevoel vandaan komt. Ook hebben ze vaak op latere leeftijd pas geleerd welke woorden bij welke gevoelens passen.