Toch kunnen vogels bijzonder goed tegen storm. L. Michael Romero is hoogleraar biologie aan Tufts University (VS). Volgens hem zijn vogels vernuftige beestjes, die genoeg trucs in huis hebben om harde windvlagen en slagregen te overleven.
Ook die diertjes zoeken lagere oorden op om zich te beschermen tegen koude en vocht. Meeuwen zoeken het vasteland op bij stormweer, terwijl andere vogels op de vlucht slaan. Kippen en nog andere soorten nemen een zandbad voordat het begint te regenen. De meeste vogels wachten op goed weer om eten te gaan zoeken.
Bied een schuilplaats waar de vogels hoog kunnen zitten
Naast eten moeten de vogels ook kunnen schuilen. In de tuin bieden brede hagen of muren met klimop een comfortabele schuilplaats. In de stad, kunt u een broedkastje op uw balkon hangen waar vogels in de winter beschut zitten.
Regen deert de meeste vogels niet erg. Ze gaan gewoon door met voedsel zoeken, met vliegen of zingen. Bij noodweer zullen vogels een schuilplaats zoeken. Voor zeevogels is dat onmogelijk, maar die kunnen wel tegen een stootje.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Elke vogel ervaart een storm op zijn eigen manier. Voor een klein zangvogeltje is vliegen met windkracht acht een pittige opgave maar voor een Noordse stormvogel is dat geen probleem. De Engelse bioloog Lyall Watson heeft een biologische windschaal gemaakt voor de invloed van de wind op dieren.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Kikkers kwaken langer en harder wanneer er een storm op komst is. Vogels vliegen lager als er slecht weer aankomt. Volgens boeren worden koeien rusteloos en gaan soms liggen om een droge plek te hebben. Bijen en vlinders lijken te verdwijnen bij de bloemen, ze zoeken een plek om te schuilen tegen komende regen.
Een bekend gezegde vertelt hierover: "Vliegen de zwaluwen hoog dan is het weer schoon en droog, vliegen ze laag, regen voor vandaag." Een heel betrouwbare weerspreuk.
Het beste antwoord
Veel vogels zijn als kuddedieren, ze hebben het pas naar hun zin als ze lekker bij elkaar zijn. Maar ook is het hun bescherming, duiven worden graag gevangen door roofvogels en het bij elkaar vliegen en rondjes vliegen en heel snel draaien zorgt voor hun veiligheid.
Huisdieren als weervoorspellers
Voorafgaand aan zo'n knetterend onweer of een wolkbreuk met de proporties van een Bijbelse zondvloed, merken zij al eerder veranderingen in de atmosfeer op. Een hogere luchtvochtigheid en een lagere luchtdruk kondigen onstabiel weer aan en daar heeft jouw huisdier een neus voor.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
De parkieten, kanaries, vinken en kwartels zijn vogels die goed geschikt zijn om buiten te kunnen houden als je ze goed verzorgd. Dit geld met name voor de specifieke soorten zonparkieten, grasparkieten, agapornissen, zilver- en loodbekjes, cubravink en zebravink.
Vogels die in het najaar niet naar een warmer oord trekken, hebben een dik verenkleed om zich te beschermen. Dit verenkleed bestaat uit verschillende lagen waar luchtlagen tussen zitten. Deze luchtlagen zorgen voor isolatie en voorkomen dat de vogels te veel afkoelen.
De poot heeft maar weinig energie nodig. Als het koud is, kan de bloedtoevoer daarom beperkt blijven tot dat wat nodig is voor vervanging van de huid en nagels. De poten van een vogel zijn dus wel een beetje kouder maar omdat er bloed blijft stromen, kunnen ze niet bevriezen.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Op de 20e of 21e dag vanaf de geboorte vliegen de mezen normaal gesproken uit. Er zijn uitzonderingen bekend waarbij de jongen na 25 of 26 dagen pas uitvlogen. Jonge mezen zullen een dag of 3 voor uitvliegen al door de vliegopening naar buiten kijken.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Ze kunnen niet zoals een koolmeesje tussen takjes en gebladerte laveren. Ze zouden hun vleugels kwetsen aan al dat klein gedoe. Meeuwen hebben ruimte nodig om te landen, en om te starten. Geen bomen dus.
Bliksem en aarde geven stroom. Te veel stroom! Niet alleen hoog nestelende vogels kunnen getroffen worden. Als een voorjaarsstorm met bliksems een boom velt, zijn alle nesten reddeloos verloren.
Windmolens vormen bij grote aantallen een ernstige bedreiging voor vogels, vleermuizen en insecten. Uit recent onderzoek blijkt dat de gevolgen voor vogelpopulaties vooral op langere termijn nog veel groter zijn dan eerder gedacht. Voor vleermuizen zijn windturbines nu al de grootste doodsoorzaak.