Ze hebben een parapluvormig lichaam met tentakels en komen in alle grote zeeën en oceanen voor. Gek genoeg kunnen ze niet zwemmen. Ze verplaatsen zich door pulserende bewegingen die hen voortstuwt en ze laten zich meevoeren door de stroming van de zee. Het liefst leven kwallen ver van de kust af, in het diepe zeewater.
Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
Kwallen steken met brandharen, die vaak als tentakels onder de kwal langen of op zijn oppervlak zitten. Deze geven een reactie bij aanraking. Op de plaats waar deze brandharen de huid hebben geraakt, treedt een reactie op met roodheid, zwelling en soms blaarvorming. Er is vaak (veel) pijn, een branderig gevoel of jeuk.
De tentakels van kwallen hebben giftige netelcellen. Wanneer je gestoken wordt, spuit de kwal gif in je bloedbaan. Hierdoor kan je jeuk en pijn voelen. Wanneer je uit het water stapt, drogen de netelcellen uit.
Kwallen hebben eigenlijk geen hersenen, dus ze zijn zich er niet van bewust. Voor hun is het hetzelfde als in de zee.
Een mild ernstige reactie: misselijkheid, kortademigheid, maagklachten, verwarring. Dit komt voor bij kleine kinderen of als de kwal veel gif heeft afgegeven. Een ernstige reactie: flauwvallen, spierkrampen, hoesten, braken en ademhalingsmoeilijkheden.
Na een kwallenbeet kan een plaatselijke reactie op de huid ontstaan, die je kan vergelijken met een reactie op een brandnetel prik. De reactie kenmerkt zich door een geprikkelde huid, roodheid en zwelling. Gelukkig komen aan de Nederlandse kust geen (levens)gevaarlijke kwallen voor.
Komt de kwal in contact met een vijand, dan schieten de netelcellen als een soort harpoen uit de tentakel. Het gif uit die cellen komt in je huid terecht, met jeuk en pijn tot gevolg. In Nederland is de kans dat je een (zeer) giftige kwal tegenkomt gelukkig niet heel groot.
Tonijnen, haaien en schildpadden zijn de belangrijkste vijanden van de kwal. Als er teveel gevist wordt in de zee, dan kunnen er wel eens plots veel te veel kwallen zijn. Dan kan je in die zee echt niet meer gaan zwemmen. Als een kwal wordt geboren, dan ziet ze er helemaal nog niet uit als een kwal.
De netelcellen zijn een soort mini harpoentjes. Zodra je ze aanraakt, schieten ze los. Alle Nederlandse kwallen hebben deze netelcellen anders zouden ze geen kwal (=neteldier) zijn. Wanneer netelcellen met de huid in contact komen, kunnen ze een klein beetje gif in je injecteren.
De meeste kwallen leven zo nog een tijdje voordat hun leven tot een einde komt. Dit geldt niet voor Turritopsis dohrnii. Dit diertje kan namelijk de taken van zijn cellen volledig veranderen om van zichzelf weer een poliep te maken. De kwal kan dan even niet meer zwemmen, maar hij wordt wel weer jonger.
De meeste kwallensoorten die je in Nederland tegenkomt, kunnen geen kwaad. Eigenlijk is alleen de kompaskwal gevaarlijk. Deze kwal heeft bruine V-vormige strepen.
De andere vijf procent bestaat uit cellen, een maag en mond. De meeste kwallen kunnen niet zwemmen en drijven mee met de stroming van de zee. Ze komen in alle oceanen en zeeën voor en er zijn zelfs een paar soorten die in zoet water leven.
Om alvast één misverstand uit de wereld te verhelpen, kwallen bijten niet maar steken met hun tentakels. Dat wordt dan wel een kwallenbeet genoemd. De tentakels van kwallen bevatten netelcellen met gif. Tijdens een kwallenbeet wordt dit gif in de huid van de mens gespoten.
De onderzoeker laat de imposante kwal op het strand liggen zodat andere mensen hem ook kunnen bewonderen. Wie dat wil, kan het dier gewoon oppakken. Deze kwal is ongevaarlijk, volgens Ecomare, het centrum voor wadden en Noordzee. De netelcellen zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen.
Een kwallenbeet kan een vervelende reactie veroorzaken die tussen de één en drie dagen kan aanhouden. De meest voorkomende symptomen zijn: Een rode huid. Zwelling.
De gevaarlijkste kwallen zijn tropische soorten, waarvan de giftigste de Australische zeewesp (Chironex fleckerii) is, die dodelijk kan zijn voor de mens. Langsheen onze kustlijn komen geen soorten voor die dodelijk zijn voor de mens.
Plassen over een kwallenbeet: het zou het prikken tegen gaan, maar maakt het juist erger! Harpoenachtige cellen van de kwallententakels die op je huid liggen komen door de urine alsnog in je vel. Azijn helpt wel, omdat het het gif in de cellen neutraliseert.
Druppel na de kwallenbeet dus wat azijn op de plek en wrijf het in. Na een beet van een kwal kan de pijn even aanhouden. Ook kan de huid flink jeuken. Azijn op de plek van de beet wrijven helpt hiertegen, maar ook een pijnstiller kan helpen.
In de Noordzee leven verschillende soorten kwallen. De oorkwal komt het meeste voor. Dit is een doorzichtige kwal met vier roze of witte ringen. Hij kan je niet steken, omdat hij niet door de huid heen komt.
Deze kwallen liggen vaak ondersteboven op de bodem van een oceaan of watertank en trekken hun lichaam één keer per seconde in.
Trek in kwal
In zekere zin vormden ze de snacks van de wereldzeeën. Houghton wist dat sommige zeedieren voor hun voeding afhankelijk zijn van kwallen. Zo voedt de door hem bestudeerde lederschildpad zich vrijwel uitsluitend met grotere en kleinere kwallen.
Kwallen kunnen steken omdat ze omdat ze speciale prik-cellen hebben. Die gebruiken ze normaal gesproken om hun eten mee te vangen. Kwallen eten heel kleine beestjes, zoals zeewatervlooien en minivisjes. Die verdoven ze met een stofje uit hun prik-cellen.