Net zoals auto's met een traditionele versnellingsbak heeft een automaat ook gewoon een rem- en een gaspedaal, die respectievelijk links en rechts zitten. Het ontkoppelingspedaal ontbreekt uiteraard.
Gebruik het rempedaal om de auto af te remmen of te stoppen.
Als je het rempedaal zachtjes indrukt ga je iets minder hard. Als je het rempedaal ineens volledig intrapt maak je een noodstop. Als je weer wilt gaan rijden verplaats je je rechtervoet weer naar het gaspedaal.
Ben je van plan om in een automaat te gaan rijden, let dan op de volgende tips: Houdt het rempedaal altijd ingedrukt als de auto stil moet blijven staan. Als je de gewenste snelheid hebt bereikt, laat het gaspedaal dan een klein stukje opkomen, de auto zal dan automatisch naar een hogere versnelling opschakelen.
Bij veel auto's gaat de handrem automatisch los als je probeert weg te rijden. En vaak activeert de parkeerrem zichzelf ook automatisch als je de auto uitzet, in ieder geval bij een automaat.
Het remsysteem zorgt ervoor dat de auto, wanneer deze in beweging is, tot stilstand kan worden gebracht. Je bedient de remmen van de auto door middel van het rempedaal, deze zit altijd in het midden van de pedalen, en bij automaten aan de linkerkant.
Linkerpedaal is de koppeling, Middelste de rem en de rechter het gas. De koppeling gebruik je om te kunnen schakelen.
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.
Als je met een automaat voor een stoplicht staat moet je hem gewoon in D laten staan. Enkel als je langer stilstaat zoals bijvoorbeeld voor een overweg of brug moet je hem in D of N zetten. De automaat is gewoon gemaakt om enige tijd in D te staan met uw voet op de rem.
Parkeerstand – P
In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
de auto blijft niet stilstaan als-ie in Drive staat en dat zorgt in de beginperiode weleens voor een kleine botsing. automaten zijn over het algemeen duurder. het is echt even wennen als je een handgeschakelde auto gewend bent, doordat je onder andere je linkervoet niet gebruikt tijdens het rijden.
Een automaat heeft er maar twee in plaats van drie, omdat de koppeling niet nodig is. Je linkervoet hoef je daarom niet te gebruiken bij een automaat. Daarnaast gaat een automaat vanzelf rustig rijden als je het rempedaal loslaat, ook al geef je nog geen gas.
U vraagt wat de te verwachten levensduur is van een automatische versnellingsbak. In alle redelijkheid denk ik aan tenminste 200.000 km. Bij de huidige tellerstand is dit defect dus nogal vroeg te noemen. Het is ook weer niet zo dat het uitgesloten is bij een dergelijke kilometrage maar het dus zeker aan de vroege kan.
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
Als je een automaat start, zet je de keuzehendel in "P" of in "N". "Automaat" verwijst naar de versnellingsbak van de auto. Het betekent dat je niet zelf hoeft te schakelen, dat doet de auto automatisch. Als de auto een automaat is, zijn er maar twee pedalen.
''Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op een hellende ondergrond - de P-stand van de automatische versnellingsbak is niet voldoende om de auto in alle situaties vast te houden''. U zou dus kunnen kiezen voor P en de handrem. Wielblokken lijkt me dan overbodig. Met de neus omhoog of omlaag maakt niet uit.
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
Tips voor automaten
Rij altijd in de eco-, winter- of de normaalstand, dat zorgt voor een zo vroeg mogelijk opschakelen naar hogere versnellingen. Gebruik de sportstand zo weinig mogelijk. Laat het gaspedaal even iets 'opkomen' als je op snelheid bent. De automaat schakelt dan direct naar een hogere versnelling.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Bovendien is een automaat over het algemeen veel zuiniger dan een handgeschakelde auto. Een automaat schakelt namelijk op het juiste moment en rijdt daarom altijd op het optimale toerental.
Met de automaat
De automatische versnelling schakelt altijd vanzelf bij. Maar dat is in de bergen dus niet handig. Op die manier ga je niet soepel omhoog en kun je bergaf niet genoeg afremmen op de motor. Zet de auto dus op handmatig schakelen.
Ook de pedalen moeten worden verplaatst, al is de indeling in beide versies hetzelfde. Het gaspedaal zit altijd rechts, de rem in het midden en de koppeling links.
Zodra de auto afremt, schakelt de versnellingsbak terug naar een lagere versnelling en zodra er gestopt wordt, schakelt de versnellingsbak automatisch terug naar de laagste versnelling. Bij stilstand is het noodzakelijk de rem ingedrukt (ingetrapt) te houden, of de auto in de 'N'-stand (Neutraal) te schakelen.
In de auto zitten aan de kant van de bestuurder 3 pedalen (zie afbeelding). – Rechts: het gaspedaal.