Proefpersonen met autisme bleken ongebruikelijk sterke connecties te hebben tussen de thalamus – het deel van de hersenen waar zintuiglijke prikkels binnenkomen – en de gebieden op de hersenschors, waar we ons bewust worden van deze prikkels.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Bij de meeste kinderen wordt de aandoening ontdekt in de kleuterjaren. Uit onderzoek blijkt nu dat die diagnose eerder gesteld zou kunnen worden, zelfs in het eerste levensjaar al. Op hersenscans zijn de tekenen van autisme al duidelijk zichtbaar, voor dat via gedrag ook voor de buitenwereld zichtbaar wordt.
Bij mensen met autisme verloopt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Daardoor hebben ze vaak moeite om sociale situaties goed in te schatten en vinden ze het lastig om met veranderingen om te gaan.
Oorzaak autisme mogelijk in de hersenen
Onderzoek naar ASS wijst erop dat bepaalde hersengebieden anders functioneren of dat de communicatie tussen hersengebieden anders verloopt dan bij 'gezonde' hersenen. Over de precieze afwijkingen en welke hersengebieden daarbij betrokken zijn, bestaat nog onduidelijkheid.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Verband met trauma
Oorzaken zijn vaak stress door negatieve jeugdervaringen (verwaarlozing, misbruik en mishandeling; Wolf & Baglivio, 2017). Negatieve emotionaliteit als gevolg van trauma lijdt vaak tot rigide persoonlijkheidstrekken en dwang die verward kunnen worden met autisme ( Stöfsel & Mooren, 2016).
Autisme is aangeboren en kan niet worden genezen. Over het algemeen worden de eerste symptomen in de vroege kindertijd zichtbaar. Een betrouwbare diagnose kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is.
Autisme spectrum stoornis (ASS) is de officiële verzamelnaam voor alle verschillende vormen van ontwikkelingsstoornissen volgens DSM, het handboek van psychiatrische aandoeningen. Bij alle soorten autisme staat een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen centraal.
Ongeveer de helft van de kinderen en volwassenen met autisme lijkt over een zeer goed ontwikkeld geheugen te beschikken (Meilleur et al., 2015). Zij hebben bijvoorbeeld een beter geheugen voor data, plaatsen of routes dan een op intelligentie en leeftijd gematchte controlegroep zonder autisme.
Asperger lijkt wat betreft sociale problemen en communicatieproblemen op klassiek autisme. Het verschil is dat mensen met Asperger wel goed kunnen praten en leren. Het is echter wel moeilijker voor deze groep om taal te begrijpen en te begrijpen wat andere mensen denken en voelen.
De hersenen bestaan uit witte stof en grijze stof. De grijze stof bestaat uit de cellichamen van zenuwcellen. De witte stof bevat de lange uitlopers (de axonen) van deze zenuwcellen.
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Beide groepen missen vaak het overzicht: bij autisme ligt dat meer aan de focus op details, bij ADHD aan gebrek aan concentratie. Waar autisme vaak samengaat met gefixeerde aandacht, hebben kinderen met ADHD moeite hun aandacht erbij te houden.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Welke medicijnen worden gebruikt bij autisme? Antipsychotica worden gebruikt bij kinderen met autisme, die last hebben van angst of agressief gedrag. Antipsychotische middelen verminderen deze verschijnselen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen klassieke en atypische antipsychotica.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Mensen met autisme hebben een lagere levensverwachting dan mensen zonder autisme. Ze leven gemiddeld 16 jaar korter.
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.
Complexe PTSS heeft dezelfde symptomen als PTSS, maar heeft daarnaast ook nog andere symptomen. Naast vermijding, herbeleving en spanning is er ook sprake van dissociatieve momenten. Dat betekent dat bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.