Zij hebben de voorkeur voor bepaalde gebieden en zijn zeer prikkelbaar voor de temperatuur die er heerst. Hiernaast kiezen zij voornamelijk aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar voedsel hun leefomgeving uit. De insecten hebben de voorkeur voor onder andere brandnetels en korenbloemen.
Niet alleen de bladluizen eten ze in grote getale. Op het menu van het lieveheersbeestje staan – naast bladluizen – ook schildluizen en spintmijten. En ook de larven van lieveheersbeestjes eten ontzettend veel luizen per dag.
Lieveheersbeestjes houden van compact materiaal. Denk aan stukken schors, houtwol en dennenappels. Met de dennenappels lok je ook oorwurmen en met de houtsnippers, houtwol en schors lok je naast lieveheersbeestjes ook gaasvliegen. Allemaal prima want ze eten allemaal bladluizen.
De meeste inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters (vb brem, conifeer, skimmia,..) of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen, in de bodem, in dood hout, in mos of graspollen, afhankelijk van de soort.
ze doen geen mensen kwaad, maar soms wel hun eigen soortgenoten. Gelukkig zijn ze niet schadelijk voor je huis, de beestjes eten namelijk niet in de winter.
Spiritueel. Lieveheersbeestjes staan ook voor vruchtbaarheid en bescherming. Als je net verliefd bent, en je ziet overal lieveheersbeestjes, dan zou dit een teken kunnen zijn dat je je ware liefde hebt gevonden. Ook kan het betekenen dat je binnenkort een potentiële liefde tegen zult komen.
Lieveheersbeestjes lijken heel onschuldig en ze zien er zélfs wat schattig uit, met hun stipjes. Maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn, blijkt. Een man is bijna overleden aan de gevolgen van een bloedvergiftiging, veroorzaakt door een beet van het rood-zwarte insect.
Voorkomen dat lieveheersbeestjes je huis binnenkomen. Gebruik citronellakaarsen en citrusolie om de lieveheersbeestjes met behulp van geur af te weren. Lieveheersbeestjes houden niet van de geur van citronella en citrusvruchten.
De beestjes waarschuwen daarom met hun felle kleuren. Als een vogel ze toch oppikt, dan maakt zo'n lieveheersbeestje een vies smakend geel goedje. Zo gauw de vogel dat proeft, laat deze het kevertje meestal meteen vallen. Lieve kriebelbeestjes Er zijn grote groepen insecten die we liever zien gaan dan komen.
Als ze toch binnen zijn kan je verschillende dingen doen, maar vooral: geen paniek, maar gezond verstand gebruiken. Je kunt lieveheersbeestjes gewoon in je huis laten overwinteren: in het voorjaar gaan ze vanzelf weer naar buiten. Als je ze hinderlijk vindt of allergisch bent, kun je ze vangen en weer buitenzetten.
Ruim bladeren en stengels niet op, voor lieveheersbeestjes is dit de ideale beschutting tijdens de winter. Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar.
De volwassen lieveheersbeestjes plaats je in een grote, gesloten bak met luchtgaten en zet je op kamertemperatuur maar wel uit de zon. Je voegt dagelijks voldoende voedsel toe, bladluizen op takken zijn ideaal om te voeden en ook het beste om de lieveheersbeestjes op kracht te houden.
Zoekgedrag en voeding
Een volwassen lieveheersbeestje eet gemiddeld 80 bladluizen per dag en zijn larve maar liefst 120! Lieveheersbeestjes grijpen een bladluis met hun kaken vast en zuigen deze leeg. De oudere larven en de volwassen lieveheersbeestjes eten een niet al te grote bladluis zelfs volledig op.
„Alle lieveheersbeestje kunnen bijten, maar de harlekijnlieveheersbeestjes zijn groter en bijten vaker.”
Tijdens het overwinteren eten de lieveheersbeestjes niks en planten zich ook niet voort. Het grootste deel van de tijd zitten ze stil en teruggetrokken in een hoekje. Aan het eind van de winter worden ze weer actief en lopen of vliegen dan rond in je huis. Gelukkig vertrekken ze eind maart/ begin april weer vanzelf.
Het lieveheersbeestje
De meeste lieveheersbeestje leven maar een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over hun leeftijd. Anders zouden er alleen maar lieveheersbeestje bestaan met een stip. Lieveheersbeestje behoren tot de keverfamilie.
Rode lieveheersbeestje zijn dus zelfs giftiger dan de gele want ze vallen met hun knalrode kleur harder op in de natuur. De gele beestjes zijn dan wel minder opvallend maar hebben dus ook minder gif in zich. Gelukkig kunnen ze zich makkelijker verstoppen voor vijanden.
Het lieveheersbeestje brengt je de boodschap dat je op het juiste pad staat. Het universum zal ingenomen zijn met jouw volgende stappen op de weg die je hebt ingezet. Ga ervoor, lief mens, heb vertrouwen en geloof in jouw kunnen, dat zoveel meer omvat dan dat je nu misschien kunt zien.
"Lieveheersbeestjes zijn vleeseters. Ze eten bladluis. Je hoort ook wel eens dat mensen gebeten worden. Ze proberen alles uit als ze honger hebben.
Kantoorgebouwen en woningen vormen welkome overwinterplekken voor één van onze lievelingen: lieveheersbeestjes. Op zoek naar beschutting om de kou te overleven vinden ze altijd wel een plekje waar ze niemand kwaad doen. Als het weer kouder wordt kunnen zij soms wel met honderden tegelijk aangetroffen worden in huis.
Oranje en gele lieveheersbeestjes
Oranje is namelijk de kleur van het heiligbeenchakra en staat voor creativiteit, vruchtbaarheid en gezondheid. Er bestaan overigens ook gele lieveheersbeestjes. Deze symboliseren het begin van iets nieuws.
Decoratief en bovendien educatief insectenhotel voor lieveheersbeestjes. Leuke combinatie van geïmpregneerd grenenhout en zink.
Dit is voornamelijk bladluis en schildluis maar andere kleine diertjes zoals kleine larven van andere insecten, bladhaantjes, trips en spintmijten worden eveneens gegeten. Ook eieren van vlinders en jonge rupsen kunnen op het menu staan.
Het lieveheersbeestje maakt tijdens de vlucht een brommend geluid door de aanwezigheid van de dekschilden. Ze botsen soms ergens tegenaan en deukjes in de dekschilden zijn daardoor niet zeldzaam.
Bij het lieveheersbeestje ziet men bijna geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Meestal is het mannetje iets kleiner. Pas bij de paring wordt duidelijk wie het mannetje is, want deze klimt dan op de rug van het vrouwtje. Voordat het vrouwtje haar eitjes gaat afleggen gaat ze eerst flink eten.