De ouder die het gezag krijgt, mag bepalen waar de kinderen gaan wonen. Als 1 van de ouders de gezagsregeling later wil veranderen, dan moet deze ouder opnieuw naar de rechter. Een kind en een ouder die geen gezag over het kind heeft, hebben wel recht op omgang met elkaar.
Als het kind meestal – meer dan 4 dagen per week – bij één van de ouders is, dan heeft het kind zijn woonplaats bij die ouder. Daar kan geen twijfel over bestaan. Het kind behoort dan tot het huishouden van de ouder waar hij de meeste tijd is. Als er een co-ouderschap is, kan er wel discussie zijn over de woonplaats.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook al heb je als biologische vader het kind niet erkend, dan nog heb je recht op contact met je kind. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans in een omgangsregeling geregeld.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
De kinderrechter vraagt bijvoorbeeld over waar en bij wie je de meeste tijd wilt wonen. Of hoe en hoe vaak je de andere ouder dan zou willen zien. Of wil je juist bij allebei wonen en wil je ze allebei evenveel zien. Allemaal onderwerpen die de kinderrechter bespreekt met het kind.
Luister naar het opgroeiende en bijna volwassen kind als het de wens te kennen geeft om bij de andere ouder te willen wonen. Blijf rustig. Stel vragen. Probeer je te verplaatsen in zijn of haar belevingswereld.
U heeft als partner recht op 1 werkweek geboorteverlof als uw vrouw of partner is bevallen. Het maakt niet uit of u fulltime of parttime werkt. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
De belangrijkste aanvullende bijdrage voor gescheiden ouders is het kindgebonden budget, waarbij met name de 'alleenstaande-ouderkop' voor alleenstaande ouders een forse bijdrage levert om de kosten van de kinderen te kunnen betalen.
Urgentieverklaring. Een scheiding is soms een reden om een urgentieverklaring (wat 'voorrang' betekent) aan te vragen bij een woningbouwvereniging en/of een gemeente. Met een urgentieverklaring hoeft iemand niet op de wachtlijst voor een woning, en heeft hij of zij binnen een aantal maanden nieuwe woonruimte.
Kan een kind twee officiële adressen hebben? Een kind kan maar op één adres officieel worden ingeschreven. Bij een scheiding zal de keuze dus nog steeds gemaakt moeten worden. Wel is het mogelijk om in het bevolkingsregister een vermelding toe te voegen van het adres van de andere ouder.
Hebben u en uw ex-partner samen het gezag over uw kinderen? Dan mag u niet zonder toestemming van uw ex-partner verhuizen. Als u die toestemming niet krijgt kunt u de rechter om vervangende toestemming vragen.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Als een kind ernstig in de knel dreigt te raken, helpt de Raad voor de Kinderbescherming om samen met het kind en de ouders de beste oplossing te zoeken. Alleen als het echt niet anders kan, wordt de rechter erbij betrokken, maar het draait altijd om het belang van het kind.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Hebben jullie een co-ouderschap, dan is het belangrijk dat jullie bij elkaar in de buurt blijven wonen. Uitgangspunt is ongeveer een maximale afstand van zeven kilometer hemelsbreed. Als een ouder verhuist buiten een straal van zeven kilometer is het vaak moeilijk om het co-ouderschap in stand te houden.