De hermelijn komt in alle habitats voor, van open plekken, in bossen, houtwallen, duinen, akkers, vochtig terrein,… De enige voorwaarde is dat er voldoende dekking aanwezig is. De soort is dan ook aanwezig in heel het vasteland van Nederland en op Texel.
De hermelijn en de wezel zijn ook overdag actief, de bunzing voornamelijk 's nachts. Ze zijn dan meestal op zoek naar eten. Slapen doen ze in een verborgen hoekje, meestal een hol.
Wezels leven bij voorkeur in open, droge natuur- en cultuurlandschap (Rd) maar verder in veel verschillende biotopen (zoals bossen, duinen, wei- en akkerland. Meestal in droger gebied dan de hermelijn. Echter overal waar woelmuizen ontbreken, ontbreekt ook de wezel.
Bovendien lijken zij een voorkeur te hebben voor de wat vochtigere terreinen, en zwemmen ook regelmatig en vrijwillig. Hermelijnen zijn volledig carnivoor. Hun prooikeuze is een stuk gevarieerder dan die van de wezel en dus minder gericht op woelmuizen.
Een fret kan als huisdier worden gehouden, maar dit is niet voor iedereen weggelegd. Om een fret goed op te voeden moet u stevig in uw schoenen staan. Daarnaast hebben ze speciale, medische zorg nodig. Daartegenover staat wel dat het hele interessante dieren zijn.
De hermelijn (Mustela erminea) onderscheidt zich van de wezel door verschillende kenmerken: ze hebben een zwarte staartpunt, opvallend is ook dat de ivoorwitte en roestbruine lichaamsdelen strakker zijn afgelijnd. Bovendien is de hermelijn groter (tot 40 cm) en een gewicht van ca. 300 gram.
Hermelijnen worden regelmatig gevangen in muskusrattenklemmen, maar door gerichter vangen en aangepaste vangmiddelen gebeurt dit steeds minder vaak. Ze worden gepredeert door uilen of vos.
In vergelijking met de wezel en de hermelijn, heeft de boommarter een spitserre kop en grotere oren. En kijk je naar zijn staart, dan zie je een behoorlijke pluisboel. Met deze lange, pluizige staart bewaart de boommarter gemakkelijk zijn evenwicht.
Dassen zijn alleseters. Ze zijn slechte jagers en eten wat ze tegenkomen. Ze eten voornamelijk regenwormen die ze 's nachts in weilanden en open gebieden opsporen. Verder eten ze bosvruchten, gevallen fruit, noten, eikels, knollen, maïs, koren, paddenstoelen, knaagdieren, slakken, kevers en andere geleedpotigen.
Leefgebied: Geheel Europa tot aan de Oeral, met uitzondering van IJsland, Ierland en Noord‑Scandinavië en de eilanden in de Middellandse Zee. Leefomgeving: Open bosgebieden met weiden, vochtige terreinen bij rivieren en in de buurt van nederzettingen.
Ze hebben een hekel aan stank. Ook een wc-blokje of een doek gedrenkt in ammoniak kan helpen. Wanneer je een marter aantreft, is het handig om je auto om een andere plek te parkeren.
Kenmerkend aan de aanwezigheid van de steenmarter in huis is namelijk het lawaai dat ze in huis maken door heen en weer te rennen en te spelen. Steenmarters leggen 's nachts behoorlijke afstanden af 7 tot 9 kilometer is geen probleem voor ze.
Vleermuizen onder het dak
Vleermuizen in huis zijn geen uitzondering, vaak merk je zelfs niet dat ze er zijn. Ze zoeken veilige schuilplaatsen met een kleine ingangsopening. Onder een dakpan is het ideaal voor een vleermuis, maar ook in spouwmuren, rolluikkasten en achter gevelplanken brengen ze graag de nacht door.
De steenmarter houdt niet van geuren. Daarom kun je op verschillende plaatsen geurstoffen aanbrengen zoals restjes parfum, ammoniak, bleekwater een toiletblok met citroengeur, mottenballen.
Zijn steenmarters een gevaar voor mijn huisdieren? Steenmarters hebben eerder te vrezen van katten dan omgekeerd. Katten durven een steenmarter al eens opjagen. Een steenmarter die zelf een kat aanvalt is nog niet geobserveerd.
Steenmarters zijn erg goede klimmers en kunnen zonder problemen 1,5 meter hoog springen. Ze klimmen ook moeiteloos rechte muren op en af vooral wanneer diepe voegen houvast bieden.
Bovendien durven ook bruine ratten en wezels wel eens kippeneieren te stelen. Je hebt er dus alle belang bij om de kippen op een veilige manier te huisvesten. Gelukkig gaan de meeste van deze roofdieren vooral 's nachts op zoek naar voedsel waardoor er heel simpele en goedkope oplossingen voorhanden zijn.
Dat is inderdaad moeilijk om je voor te stellen, maar tegelijk ook niet zo belangrijk voor deze soort : hermelijnen maken zeer zelden enig geluid. De kans dat iemand een hermelijn te zien krijgt is al niet groot, om dan ook een geluid te horen of te kunnen herkennen is helemaal een uitzonderlijke situatie.
Je mag een steenmarter alleen verjagen en dus niet bestrijden met gif, vangen of doden. De steenmarter behoort namelijk tot de beschermde diersoorten. Steenmarters zijn in principe goed te verjagen door een speciale spray te gebruiken. Deze spray is onder andere verkrijgbaar bij de bouwmarkt of in de dierenwinkel.
Met de komst van de lijst wordt het straks niet meer mogelijk om exotische zoogdieren te houden, te fokken of te verhandelen en kan illegale dierenhandel en stroperij beter worden tegengegaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat dieren als de serval, Russische dwerghamster en de egel niet meer toegestaan worden als huisdier.
Heeft men tussen de vijf en tien honden, dan valt men onder de klasse 3-meldingsplicht. Men moet dus melding doen van de activiteit aan de gemeente. Wie meer dan tien honden heeft, moet een klasse 2-vergunning aanvragen bij de gemeente.
"Er zijn geen maatstaven over hoeveel huisdieren je mag hebben", vertelt Dik Nagtegaal van de Dierenbescherming.