In Oostenrijk en Duitsland, waar de arbeidsdeelname van vrouwen ook relatief hoog is, werkt net iets minder dan de helft in deeltijd. Onder Bulgaarse vrouwen (en mannen) komt een deeltijdbaan het minst voor.
Vrouwen hebben minder vaak een voltijdbaan (35 uur per week of meer) dan mannen: 29% tegenover 83%. Iets meer dan de helft van de vrouwen werkt tussen de 20 en de 35 uur per week. Tussen 2007 en 2017 is vooral het aandeel vrouwen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) gegroeid: van 20% naar 25%.
Van de Nederlandse vrouwen werkt 73% parttime, van de mannen 23%.
Gemiddelde werkweek van vrouwen toegenomen
Bedroeg de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen in 2009 nog bijna 27 uur per week, in 2019 was dat opgelopen tot 28,5 uur.
In het tweede kwartaal van 2022 was de nettoarbeidsparticipatie onder vrouwen 68,1 procent, onder mannen was dit 76,4 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep. Bij jongeren tot 25 jaar is de arbeidsdeelname onder mannen en vrouwen gelijk.
Degenen met de langste werkweken waren Griekenland (40,1 uur), Roemenië (39,8 uur), Polen (39,7 uur) en Bulgarije (39,5 uur). Nederland had daarentegen de kortste gemiddelde werkweek (32,2 uur), gevolgd door Oostenrijk (33,7 uur) en Duitsland (34,6 uur).
In Denemarken wordt het minst lang gewerkt: 37,8 uur per week.
40 uur per week -en soms zelfs meer- werken wordt tegenwoordig als de normaalste zaak van de wereld beschouwd. We zijn immers allemaal druk, druk, druk en hebben onze vaste lasten om te betalen. Maar er zijn genoeg onderzoekers die beweren dat zoveel werken ons helemaal niet ten goede komt.
Al jarenlang is Zweden de lidstaat met de hoogste arbeidsdeelname van vrouwen. Bij de mannen is Tsjechië koploper, gevolgd door Malta. Daarna komen de Nederlandse mannen, die vergeleken met 2017 twee plaatsen stegen op de ranglijst.
Bij 3 procent van de paren met minderjarige kinderen hebben beide ouders geen betaald werk (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019).
Ongeveer 45% van de Nederlanders werkt parttime, dat is het hoogste percentage in Europa. Dit blijkt volgens The Economist uit onderzoek van de International Labour Organisation.
Een fulltime dienstverband in Nederland is 36 tot 40 uren per week.
Een jaar telt 8.760 uur. Stel, we worden 75 jaar oud (657.000 uur). Dan brengen we 12,9% van onze totale levenstijd door op het werk.
De meeste mensen kunnen maar 4 tot 5 uur per dag productief werken. Dat betekent dus dat een medewerker maar zo'n 20 tot 25 uur per week zou moeten werken om echt productief te zijn.
Sociale, ondernemende en artistieke beroepen het aantrekkelijkst. Op zoek naar een date zijn voor zowel mannen als vrouwen leraren, advocaten, journalisten, verplegers, fotomodellen, stewards of stewardessen en personal trainers aantrekkelijke beroepen.
Vrouwelijke studenten zijn in de meerderheid in studierichtingen als diergeneeskunde en -verzorging, welzijn en gezondheidszorg. Studierichtingen waarin mannen de overhand hebben, bevinden zich voornamelijk in de technische hoek, zoals informatica, techniek en technische dienstverlening, transport en logistiek.
In theorie geldt: hoe minder je werkt, hoe minder geld je verdient. Loon is als het ware een uitwisseling van uren voor geld. Hoe meer uren je werkt, hoe meer salaris jij krijgt. Wil je een dag minder werken, lever je al snel 20% van jouw voltijd salaris in.
We spreken van werkdruk wanneer de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer is verstoord. Een te hoge werkdruk kan werkstress veroorzaken, wat vervolgens kan leiden tot ziekteverzuim en langdurig uitvallen door het krijgen van een burn-out.
Een werkweek van 32 uur is een echte parttime week. Je hebt een volle dag vrij en hoeft daar geen langere werkdagen voor te draaien. Steeds meer werknemers kiezen voor een 4-daagse werkweek.
Frankrijk staat op een voorlaatste plaats met 1007 werkuren, op zijn beurt voorafgegaan door België met 1.011 werkuren. Ook in Polen, Duitsland, Hongarije, Nederland en Spanje worden minder dan elfhonderd uren per jaar arbeid verricht.
Uit deze berekening kunnen we afleiden dat de Grieken, die gemiddeld 44,17 uur per week werken, 256 dagen van het jaar op het werk doorbesteden. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Denemarken, waar mensen 216 dagen per jaar op het werk doorbrengen, met een gemiddelde werkweek van 38,52 uur.
Uit cijfers van de Oeso (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) blijkt Griekenland het hardst werkende Europese industrieland. Alleen de Mexicanen ploeteren nog net iets harder.
Spanje had een gemiddelde werkweek van 37,5 uur wat iets meer is dan België met 37,2 uur.
In Zweden werkt men 38,7 uur per week en in Nederland 39,7 uur. Een ander bijzonder verschil is het Zweedse koffiemoment, ofwel 'Fika'. In veel organisaties is het 'heilig en verplicht' om een pauzemoment te nemen tijdens het werken, het leven en de mensen om je heen te waarderen.