Zo bestrijden ze met name naaktslakken, engerlingen, larven van taxuskever, larven van varenrouwmuggen en emelten (larven van langpootmug). De aaltjes of nematoden dringen het schadelijk insect binnen via natuurlijke lichaamsopeningen. Ze infecteren hun prooi met specifieke bacteriën die het schadelijke insect doden.
Steinernema carpocapsae aaltjes
Werken in bodem tegen emelten (larve van de langpootmug), rupsen van nachtuilen, fruitmot, kooluil, buxusmot, groenteuil, larven van de grote dennenkever en diverse andere kevers en tegen veenmollen. Ook zijn ze inzetbaar tegen vlooien, teken en eikenprocessierupsen in de bodem.
Aaltjes zijn zeer effectieve bestrijders van plagen. Ze zijn microscopisch klein en zorgen ervoor dat het plaaginsect binnen 2-3 dagen dood gaat. Bij een bodemtoepassing van aaltjes vermenigvuldigen de aaltjes zich in het plaaginsect.
Aaltjes vallen de plaaginsecten doelgericht aan en roeien de plaag uit, ze dringen hun prooi binnen en beginnen de larve van binnen aan te vreten. Door het afscheiden van bepaalde bacteriën sterft het plaaginsect al na 2-3 dagen.
Hoe werken aaltjes? Na het toedienen gaan de aaltjes actief op zoek naar een gastheer (larve van het plaaginsect) waar ze vervolgens binnen dringen. De aaltjes scheiden daar bacteriën uit die de gastheer binnen enkele dagen doden.
De aaltjes zullen zich snel vermenigvuldigen en na enkele weken op zoek gaan naar nieuwe engerlingen. Om er zeker van te zijn dat alle larven gedood worden (wat erg lastig is met 1 behandeling) adviseren wij altijd om de behandeling 2 keer per jaar uit te voeren.
Het plaaginsect wordt gebruikt als broedkamer en de aaltjes vermenigvuldigen zich snel om na 2-6 weken weer nieuwe plaaginsecten op te zoeken en te infecteren. Dit proces blijft net zo lang doorgaan zolang er voldoende plaaginsecten (voedsel) is voor de aaltjes en de bodemtemperatuur niet te koud wordt.
Wat kun je doen? Een ruime teeltwisseling (1 op 4, dus drie jaar wachten tussen twee teelten) voorkomt al een opbouw van aaltjespopulatie en verder zijn er ook resistentere rassen. De meeste nieuwe rassen zijn resistent tegen één of meer types van aaltjes.
Rozen, Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig.
Het is dus van belang dat je de aaltjes uitzet op een vochtige grond en dat de grond gedurende 2-3 weken niet uitdroogt. Uitzetten vlak na een regenbui is en ideaal en regelmatig sproeien een must. Let wel op: niet uitzetten bij nachtvorst.
Het is dus belangrijk dat de bodem vochtig is - en blijft - tijdens de eerste twee weken van de behandeling. Maar de bodem moet ook niet drijfnat zijn, ondanks het feit dat de nematoden zich alleen maar voortbewegen in een vochtige bodem. Ze kunnen namelijk nog steeds verdrinken in een langdurig, te vochtige bodem.
Aaltjes zijn met het blote oog niet te zien; onder een microscoop wel.
Met aaltjes kan u de naaktslakken op een natuurlijke wijze bestrijden. Deze aaltjes zoeken in de grond naaktslakken op en dringen deze binnen via de mantelholte. De slakken zwellen op en sterven na enkele dagen. Nieuwe generaties aaltjes ontwikkelen zich in het dode slakkenlichaam en gaan op zoek naar een nieuwe prooi.
Hoeveel aaltjes heb ik nodig? Voor een toepassing van 10 m² heb je 5 miljoen aaltjes nodig. Behandel je 100 m² heb je 50 miljoen aaltjes nodig. Overdosering is niet mogelijk, je kan dus beter te veel als te weinig aaltjes toepassen.
Verdun de verpakking aaltjes met de hoeveelheid water die je planten nodig hebben. Weet je niet precies hoeveel dit is? Ga dan uit van ongeveer 200 ml per plant.
Bestrijding in de zin van een middel toevoegen aan de grond om aaltjes te doden kennen we binnen de biologische landbouw niet. Er worden wat successen geboekt met biologische grondontsmet- ting, waarbij grote hoeveelheden vers organisch materiaal de grond in wordt gewerkt en afgedekt met luchtdichte folie.
Aaltjes komen overal ter wereld voor. De meeste aaltjes zijn nuttige bodembewoners die leven van bacteriën, schimmels of insecten. Een aantal soorten veroorzaken plantenziekten zoals aardappelmoeheid of leven als parasiet in het darmkanaal van zoogdieren. In Nederland komen ongeveer 1200 soorten aaltjes voor.
Vermeerdering in mengsel
Ook andere onderzoeken tonen aan dat aaltjes hun waardplant weten te vinden in mengsels. In een pottenproef van WUR werd de vermeerdering van Pp getest op mais (waardplant), Japanse haver (niet-waard) en tagetes (bestrijder).
Aaltjes met de gieter verspreiden is en blijft één van de makkelijkste en goedkoopste manieren. De aaltjes verdunnen en mengen in water en verspreiden met de gieter. Hierdoor geef je direct de nodige hoeveelheid water per vierkante meter.
Bestrijding aaltjes
Vooral Tagetes patula wordt in de land- en tuinbouw ingezet tegen de aaltjes. Tijdens veldproeven tussen 2006 en 2008 is gebleken dat de teelt van dit gewas gedurende twee maanden voldoende is voor een goede bestrijding.
Dan pas ontstaan er schadeplekken door de engerlingen. Als de plaag heel ernstig is dan zie je dat het jaar erop de plaag weer weg is. De natuur lost dit ook vanzelf op, natuurlijke vijanden nemen toe en dan duikt zo'n schadeplek twee á drie jaar later weer ergens anders op.
Aaltjes zijn beperkt houdbaar. Op de verpakking staat de houdbaarheidsdatum aangegeven. Na deze datum verliezen ze geleidelijk hun effectiviteit.
Binnen 2 tot 4 dagen hebben de aaltjes de eerste Engerlingen gedood en gaan de parasieten opzoek naar nieuwe slachtoffers. Het duurt zo'n 4 tot 6 weken voordat 95% van de Engerlingen in het gazon gedood is.
De aaltjes waren makkelijk toe te dienen. Binnen één week zag ik al een duidelijke afname van de rouwvliegjes rondom mijn planten. Na twee weken waren de rouwvliegen helemaal verdwenen. De verpakking van 10 m2 is ruim voldoende voor de meeste mensen.