Alle letters op een rij
D = 'drive' (rijden) P = 'park' (parkeren) R = 'reverse' (achteruitrijden) N = 'neutral' (neutraal)
parkeerstand (P = Park), achteruit (R = Reverse), in zijn vrij (N = Neutral) en rijden (D = Drive).
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
Je automaat parkeren
Parkeren met een automaat doe je met behulp van het rempedaal, dat je voorzichtig loslaat en, zodra je tevreden bent over je parkeerpositie, vervolgens volledig indrukt zodat de auto tot stilstand komt. Nu zet je de pook in de P-stand en schakel je de motor uit.
Als je met een automaat voor een stoplicht staat moet je hem gewoon in D laten staan. Enkel als je langer stilstaat zoals bijvoorbeeld voor een overweg of brug moet je hem in D of N zetten. De automaat is gewoon gemaakt om enige tijd in D te staan met uw voet op de rem.
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
Met een automaat op vakantie
Rijd je met een automaat over bergpassen? Zet hem dan in zijn 1 of 2, dat zijn aparte bergversnellingen. Als je dit niet doet, dus de auto dus in zijn D (=Drive) laat staan, schakelt hij te snel op bij het oprijden van de berg en remt hij niet af op de motor bij het afdalen van een berg.
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.
Reacties. Het is een multimode handmatige versnellingsbak met de volgende instellingen R is achteruit (zelfde als in een normale automaat) N is neutraal (zelfde als in een normale automaat) E is rijden en gelijk aan D(rive) bij een volledige automatische bak M+ handmatig een versnelling omhoog (van M1 naar M2 enz.)
Een automaat heeft beperkingen als de eerste versnelling erg lang is. Om dan weg te rijden is erg veel slip nodig in de koppeling (koppelomvormer) en ontstaat veel warmte. Ook als het gat tussen de eerste en de tweede versnelling relatief groot is, kan dat ongunstig zijn.
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
Een automaat kan je niet aanduwen. Gebruik startkabels of bel direct pechhulp, want ook slepen is met een automaat niet aan te raden.
Als je een automaat start, zet je de keuzehendel in "P" of in "N". "Automaat" verwijst naar de versnellingsbak van de auto. Het betekent dat je niet zelf hoeft te schakelen, dat doet de auto automatisch. Als de auto een automaat is, zijn er maar twee pedalen.
Als je een keer snel moet optrekken kun je de 'kick down' gebruiken. Het gebruik van de kick-down dient zoveel mogelijk vermeden te worden, omdat hierbij in lagere versnellingen wordt geschakeld om meer vermogen beschikbaar te krijgen om snel door te trekken.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Door de versnellingen 3, 2 (1 of L) in te schakelen, zal de automaatbak in een lagere versnelling gaan rijden (van bijv. de 5e naar de 4e trap). De motor gaat dan een hoger toerental draaien waardoor de auto gaat vertragen. Er hoeft nu niet steeds meer geremd te worden omdat er meer op de motor afgeremd wordt.
Met een automaat in de bergen rijden
Heb je een automaat, dan is het verstandig om deze in de handmatige stand te zetten. Hierdoor kun je zelf de gewenste versnelling kiezen en zo veel mogelijk op de motor afremmen bij een afdaling. Ook voorkom je dat de auto bergop te snel doorschakelt naar een nieuwe versnelling.
Bovendien is een automaat over het algemeen veel zuiniger dan een handgeschakelde auto. Een automaat schakelt namelijk op het juiste moment en rijdt daarom altijd op het optimale toerental.
Rijd bergaf in dezelfde versnelling als omhoog. Zo remt de auto af op de motor en dat voorkomt schade aan de remmen. Ga je in een te hoge versnelling de berg af, dan moet je continu bij remmen. Hierdoor gaan de remmen stinken, worden ze bloedheet en kunnen ze hun remkracht verliezen.
Velen vinden het rijden in een automaat makkelijk, wat ook wel zo is. Toch is het wennen als je voor het eerst in een automaat rijdt omdat een aantal dingen anders werkt. Zo heb je regelmatig mensen die in een automaat helemaal niet wegkomen omdat ze niet weten dat je de rem moet indrukken om de auto te starten.
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
De motor moet stationair draaien en de handrem niet aangetrokken of ingeschakeld. Als de auto wel in de versnelling staat én op de handrem belemmert u de beweging van de loopband. Er zit vast een beveiliging op om schade aan auto of loopband te voorkomen, maar het zorgt wel voor vertraging voor u en andere klanten.
Dat betekent dus van de versnelling en voor automaten in neutraal. Let ook op dat de handrem er niet op staat, want de auto wordt door de wasstraat heen gereden.
Slepen van al dan niet geautomatiseerde handgeschakelde bakken met spatsmering gaat prima. Slepen van automaten met planetaire transmissies en van CVT's is sterk af te raden. De automaten van Honda en de dubbelkoppelingstransmissies van VW/Audi kunnen eveneens beter niet worden gesleept.