Lux en lumen zijn beide natuurkundige eenheden die lichtintensiteit aangeven: Lumen is de eenheid voor lichtstroom. Dit meet de totale hoeveelheid licht dat een lichtbron uitstraalt. Lux (wat 'licht' in het Latijn betekent) is de hoeveelheid licht op een bepaald oppervlak.
Een lichtbron van 500 Lumen verlicht 1 vierkante meter met 500 Lux. Dezelfde lichtbron die 10 vierkante meter moet verlichten, verlicht dit oppervlakte met slechts 50 Lux.
Verlichting. De intensiteit van het maanlicht hangt in grote mate af van de maancyclus en is normaal gesproken 0,05–0,1 lux, maar kan maximaal 0,32 lux zijn met een volle maan in perigeum in de tropen en met zeer heldere hemel. De volle maan is zo'n 500.000 keer dimmer dan de Zon.
Zelfs een sombere, bewolkte winterdag levert nog meer lichtintensiteit op: ongeveer 1.000 lux. Op minder grauwe dagen varieert de lichtintensiteit tussen de 2.000 en 10.000 lux. Een zonovergoten zomerdag waarbij geen wolk aan de hemel te zien is levert maar liefst 125.000 lux aan lichtintensiteit op.
Waarden Lumen en Lux
Het verschil tussen lumen en lux is dat lux rekening houdt met de oppervlakte waarover het licht verspreid wordt. Een lichtbron van 1000 lumen, verspreid over 1m², verlicht die vierkante meter met 1000 lux. Dezelfde 1000 lumen, verspreid over 10m², verlicht die oppervlakte met slechts 100 lux.
Lux: verlichtingssterkte per vierkante meter
Eén lux is gelijk aan één lumen per vierkante meter. Enkele voorbeelden: Zonlicht: 100.000 -130.000 lux. Bewolkte dag: 1000 lux.
Lux, lumen en kelvin
Fel daglicht is vastgesteld op 15.000 lux terwijl een bewolkte dag ongeveer 1.000 lux oplevert. Volgens experts is 700 lux al voldoende om goed bij te kunnen lezen.
Om je een idee te geven: met 800 lumen kun je makkelijk een kamer verlichten. 200 lumen is meer iets voor een schemerlamp. Meerdere sfeerlampjes bij elkaar (bijvoorbeeld kaarsjes in een kroonluchter) moeten niet veel meer dan 100 lumen per stuk zijn.
Eén lux is gelijk aan één lumen per vierkante meter. In tegenstelling tot lumen wordt met lux wel rekening gehouden met het oppervlakte waarover het licht wordt verspreid.
Het Lux-element geeft aan in hoeverre een lichtdoorlatend oppervlak verlicht wordt. Een lamp van 1000 Lumen, die zijn licht over een oppervlakte van 1 m² verspreidt, verlicht dit gebied met 1000 Lux. Dezelfde 1000 Lumen verdeeld over 10 m² verlichten deze ruimte met 100 Lux.
Als u overdag meer daglicht tot u neemt, slaapt u 's nachts bijvoorbeeld beter. Uw biologische klok zorgt ervoor dat allerlei processen in het lichaam op het juiste moment van de dag worden afgestemd. Als u weinig daglicht krijgt, verstoort dat de biologische klok.
4000 Kelvin: Wit met een warme gloed, zoals het licht van TL buizen. 3000 Kelvin: Warmwit zoals het licht van halogeenlampen. 2800 Kelvin: Warm licht zoals een gloeilamp. 2200 Kelvin: Warm licht zoals het licht van HPS lampen.
Woonkamer: 300 lx voor leesverlichting en 50-200 lx voor algemene verlichting. Slaapkamer: 300 lx voor taakverlichting en 100-200 lx voor algemene verlichting. Bureau: 300 lx voor werkruimte en 20 lx voor algemene verlichting. Badkamer: 300-500 lx voor spiegelverlichting en 200 lx voor algemene verlichting.
De hoeveelheid lux is de daadwerkelijke hoeveelheid licht in een bepaalde ruimte, ook wel de lichtsterkte genoemd. Lux is het aantal lumen dat nodig is per vierkante meter. Dus: één lux is gelijk aan één lumen per vierkante meter. Deze term zegt al veel meer over de daadwerkelijke lichthoeveelheid dan de term lumen.
Voor het omrekenen van verlichtingsniveau naar specifiek vermogen bestaat er een vuistregel: 2/3 W/m². per 100 lux gebruikt. Voorbeeld: Als voorbeeld nemen we een kantoorruimte van 20m² waar 5 Tl-buizen van 36W lampen hangen.