De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Ze zoeken dan zoveel mogelijk beschutting: bij elkaar, in dichte struiken, onder daken, maar ook in holen of nestkasten. En daar komen wij in beeld. Heeft u geen nestkasten in de tuin hangen? Hang er dan nu een op, want vogels slapen en rusten daar graag als het kil is.
Pimpelmezen bouwen hun nesten in holle bomen, maar ze accepteren gemakkelijk nestkasten. Ze keren daar ook vaak terug. De soort is de meest frequente gebruiker van nestkasten in tuinen. Nadeel is wel dat de voorraad rupsen in een tuin minder is dan in een bos.
Overdag vormen de koolmezen groepjes (vaak met andere soorten mezen, boomkruipers en goudhaantjes) en verplaatsen ze zich door het bos. Net voor zonsondergang gaan de koolmezen terug naar hun eigen nestkast om daar te slapen.
Niet in de volle zon, dus liever niet op het zuiden. Beschut tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk.
Het vogelhuisje is niet op de juiste plek geplaatst.
Het kan dus handig zijn om je in te lezen in de voorkeuren van veel voorkomende vogelsoorten. Naast jouw tuin als locatie, kan de ophanglocatie in de tuin zelf ook van belang zijn. Zorg dat je het vogelhuisje op een rustige plek hangt, buiten de volle zon.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Onder ideale omstandigheden kunnen pimpelmezen ongeveer 3 jaar oud worden en soms zelfs wel 8 jaar. De pimpelmees is kleiner dan de koolmees, een bekende soortgenoot.
Natuurlijke vijand van de mees is de huiskat, maar ook de kraai, gaai en ekster. Zij zijn dol op net-uitvliegende jongen. Tenslotte, wees voorzichtig met mezenbollen en pinda's in netjes. Ze kunnen hierin vast blijven hangen met de pootjes en sterven dan snel een ongewisse dood.
In de herfst en de winter zit de pimpelmees vaak in het riet, waar ze zich voedt met in rietstengels overwinterende insectenlarven.
In broedtijd vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen.In de winter ook veel zaden (onder meer berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt.
1 koolmees: 1 tussen 10 en 11 uur. 1 koolmees: om 8.37 uur. 3 pimpelmezen: 1 tussen 9 en 10 uur, 1 tussen 10 en 11 uur, 1 tussen 11 en 12 uur. 1 pimpelmees om 18.30 uur.
Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is. Wadvogels, die schelp- en andere diertjes zoeken op de wadplaten, slapen als het hoogwater is en de platen onderlopen. Zodra het laagwater is worden ze weer wakker, dag of nacht.
Net als voor koolmezen hang je een vogelhuisje voor de pimpelmees op 2 à 3 meter hoogte. Pimpels en Koolmezen willen minimaal 3 meter bij elkaar vandaan wonen. Een standaard nestkast meet: 26 cm. hoog, een bodem van 12x12 cm.
Herkenning. Onderzijde geel met zwarte middenstreep, kop glanzend zwart met grote witte wang en mosgroene bovenzijde met witte vleugelstreep en blauwgrijze vleugel. De zwarte middenstreep op de buik en borst is bij mannetjes breder dan bij vrouwtjes. Enige mees met witte buitenste staartpennen, goed te zien in vlucht.
Deze kenmerken helpen je te zien met welke mees je te maken hebt. » Nummer 1: de koolmees heeft een zwarte hoofdkap, de pimpelmees een blauwe pet. » Nummer 2: de koolmees heeft een zwarte borststreep (ook wel 'stropdas' genoemd), de pimpelmees een dunne, zwarte oogstreep ('brilletje').
Een win-winsituatie creëer je met kleurige bloeiers als vlas (Linum usitatissimum), boekweit (Fagopyrum esculentum), grote kaardenbol (Dipsacus fullonum) of zonnebloem (Helianthus annuus). Insecten komen er graag op af, en zowel de insecten zelf als de zaden zijn razend populair bij vogels als de koolmees.
' Koolmezen, roodborsten, heggenmussen, merels en pimpelmezen, ze laten veel van zich horen in dit jaargetijde. 'De meeste zangvogels zijn territoriaal. De mannetjes zingen om hun territorium te verdedigen', zegt gedragsbioloog en vogelexpert Marcel Eens van de Universiteit Antwerpen.
Koolmezen zijn overal wel te vinden waar struiken zijn. Lok ze de tuin in met een silo met pinda's of zonnebloempitten.
Dit moet je weten. De meeste vogels schuilen voor de storm, omdat het niet veilig is in de lucht. Watervogels schuilen vaak in rietkragen, zeevogels blijven op zee. Bij windkracht tien (zware storm) blijven alle vogels aan de grond.
Vogels verjagen met geluiden en geuren
Vogels hebben ook een hekel aan harde, vreemde geluiden. Muziekinstallaties met harde muziek jagen vogels weg, maar ook geïmiteerde geluiden van roofvogels stellen de andere vogels niet op prijs. Vogels hebben bovendien een hekel aan sterke geuren, zoals: peper.
Ochtendpiek in de zang heeft nut
Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen. Die vangen veel licht. Daarna haken steeds meer vogels aan, waarna rond zonsopgang de zangpiek is met de meeste soorten en de hoogste activiteit.