Egels slapen overdag graag in compost-, takken-, stengel- of bladerhopen, in hoog gras en andere kruiden, onder (braam)struweel, hagen en dicht struikgewas, in hout- of hooimijten, tussen boomstronken, in houtstapels of stapels (bak)stenen of dakpannen waarin voldoende grote holtes zijn, en zelfs in holen of onder ...
Ze vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onder begroeiing, egels hebben een hekel aan nattigheid en prefereren droge schuilplaatsen.
Heb je een tuin waar de natuur een beetje zijn gang mag gaan? Dan heb je dikke kans dat daar 's nachts een egel rondscharrelt. Pootafdrukken, drolletjes en verschoven bladeren verraden hun aanwezigheid.
Dit gedrag is niet helemaal normaal, want de egel is eigenlijk een uitgesproken nachtdier. Maar in deze tijd van het jaar kan dat dus een uitzondering zijn. Als je nu overdag een egel tegenkomt die er verder gezond uitziet en actief beweegt, laat hem dan vooral met rust.”
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen.
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
Naast regenwormen, kevers, slakken en spinnen eet een egel kadavers van vogeltjes en als het de kans krijgt jonge muizen. Ook fruit en zachte zaden worden graag gegeten. Egels leven vooral in struikgewas, in dichtbegroeide tuinen en parken, maar ook bij houtwallen en ongemaaide slootkanten.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Egels scharrelen graag door tuinen op zoek naar eten. Ze eten hun buikjes rond, want vanaf eind oktober tot april houdt de egel zijn winterslaap. Ze overwinteren in een nest gemaakt van bladeren, gras, mos en houtjes of tussen blokken hout in een schuurtje.
– Egels eten in principe geen groente of fruit. – Geef geen meelwormen. Bij het aanbieden van veel meelwormen gaat de gezondheid van een egel juist achteruit in plaats van dat je de egel daarmee helpt. – Biedt geen pinda's of pindasoep aan of brood met pindakaas omdat dat allemaal de gezondheid van de egels schaadt.
Qua structuur en samenstelling zijn kattenbrokjes meestal prima geschikt voor egels. Dit geldt zowel voor het droge als het natte kattenvoer. Wanneer je niets anders bij de hand hebt om de egels te voederen, zijn kattenbrokjes dus zeker een goed alternatief.
Je kunt een egel wel een schoteltje of een (ondiep) kommetje water geven. Maar let wel: een egel is een beschermd dier, dus officieel mag je hem niet verstoren of voeren. Is de egel écht in nood, neem dan contact op met een egelopvang.
In de donkere uurtjes zal hij zijn voedsel bij elkaar proberen te zoeken. Hiervoor legt hij grote afstanden af, minstens een kilometer per nacht. De egel behoort tot de carnivoren, dit wil zeggen dat hij een vleeseter is. De egels die overdag gezien worden zijn meestal in nood.
Zeven- tot achtduizend stekels beschermen de egel tegen hun vijanden: dassen, vossen, honden en roofvogels. Toch zitten stekels soms ook in de weg. Bij de paring leggen vrouwtjes de stekels plat.
Vochtig en calorierijk voedsel zoals hondenvoer of roerei zijn prima opties. Completeer de maaltijd met een bakje vers water. Zet nooit melk neer, want hier kunnen egels niet goed tegen! Zorg voor een tuin met veel begroeiing en beschutting.
Egels zijn prachtige dieren en misschien denkt u dat u wel zelf voor een lichtgewond dier of een baby-egel kunt zorgen. Helaas gaat het dan toch vaak mis aangezien de dieren besmet kunnen zijn met worminfecties, andere parasieten of niet-zichtbare aandoeningen.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
Egels produceren vooral in de paartijd de meeste geluiden. Ze zijn in die tijd ook het meeste actief en maken dan een snuivend blazend tot snurkend geluid. Hiermee geven ze aan dat ze zich gestoord maar niet bedreigd voelen. Dan blazen en puffen ze als een stoommachine.
Katten vormen niet echt een probleem voor egels. Ze zijn eerder nieuwsgierig dan een bedreiging. Maar voor andere kleine zoogdieren en vogels in je tuin kan een kat wel gevaarlijk zijn. Een kattenbelletje kan hierbij soms helpen.
De egel is een heel leuk en bijzonder diertje waar geen kwaad in zit. De egel herken je aan zijn bruine wildkleur en zijn stekels. Met zijn stekels beschermt de egel zichzelf tegen vijanden. Als er gevaar dreigt rolt hij zich namelijk op.
Egels voeden zich vooral met kevers, regenwormen, spinnen, slakken, duizendpoten en rupsen. Ook muizen, amfibieën en vogels (en hun eieren) staan op het menu, al gaat het hier waarschijnlijk meestal om aas dat ze vinden (zoals doodgereden dieren op de baan). Soms worden ook reptielen (hagedissen, slangen) verorberd.
Ze zijn lactose intolerant, ze worden ziek van melk en kunnen als gevolg van diarree door uitdroging overlijden. 9. Vergeet geen lage schaal met water neer te zetten. Egels drinken van nature veel water, maar als je droge kattenbrokjes voert, drinken ze nóg veel meer.
Het is een nachtdier dat niet zo goed kan zien, maar wel goed kan horen en ruiken. Egels zwerven 's nachts rond en leggen daarbij zo'n 3 á 5 kilometer af. Ze kunnen goed zwemmen en klimmen.
Laat een nest jonge egels met rust. De moeder komt pas terug als u weg bent. Handel alleen als u zeker weet dat het nest voorgoed verlaten is. Verplaats de egel niet omdat u denkt dat hij niet veilig is.