Bij hartfalen pompt uw hart minder bloed rond dan normaal. U wordt snel moe als u zich inspant. U voelt zich snel buiten adem en benauwd. Uw voeten en enkels worden dikker.
Pijn in of op de borst kunt u op veel manieren voelen, bijvoorbeeld tussen de ribben, achter het borstbeen of onderaan het borstbeen. De pijn kan aan 1 kant zitten, aan beide kanten of in het midden van de borst. De pijn kan er opeens zijn of langzaam komen. De pijn kan er steeds zijn.
Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik. Vocht in de lever of maag geeft klachten zoals misselijkheid en gebrek aan eetlust. Op den duur neemt het lichaam het voedsel niet meer goed op en verlies je gewicht en spiermassa.
Pijn op de borst en steken in de bovenarm zijn bij mannen vaak het teken dat er iets mis is, bij vrouwen treden die signalen vaak niet eens op. Vrouwen hebben bijvoorbeeld last van moeheid, kortademigheid bij het sporten of pijn in de schouderbladen.
Hartfalen is een chronische ziekte. De pompfunctie van het hart werkt niet meer goed. Bij deze ziekte gaat het hart langzaam achteruit. De meest voorkomende oorzaken zijn een eerder hartinfarct en een langdurige hoge bloeddruk.
BELANGRIJKSTE SYMPTOMEN
Pijn in de bovenbuik, (linker)kaak, nek of rug. Pijn tussen de schouderbladen.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden.
De meest gehoorde klachten zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Doordat vocht in het lichaam ophoopt. Het verzwakte hart kan de bloedsomloop minder in beweging houden, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaat vochtophoping.
Het is niet zo dat hartziekten maagklachten veroorzaken. De klachten kunnen wel lijken op maagproblemen. De pijn bevindt zich dan rond de borststreek, vaak in het midden achter het borstbeen. Dit lijkt op maagpijn waardoor mensen vaak niet aan het hart denken.
een licht gevoel in het hoofd. pijn in de nek. gevoel dat het hart heel snel of heel hard klopt. pijn in de rechterschouder of rechterarm.
Bij hartkramp heeft u korte aanvallen van een drukkend, pijnlijk of benauwd gevoel in uw borstkas. U krijgt de klachten als u zich inspant, bij kou, na vet eten of bij emoties. Uw hart krijgt even te weinig zuurstof. De klachten zijn meestal in een paar minuten over.
De beklemmende pijn op de borst gaat vaak samen met: uitstralende pijn naar de linker-, soms de rechterarm of beide armen, maar ook naar de schouders, hals, kaak, schouderbladen of maagstreek; zweten, misselijkheid of (neiging tot) braken.
Vaak plassen `s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
Waarden die ook nagekeken worden in het bloed bij hartklachten zijn de BNP en NT pro-BNP. Deze stofjes komen vrij als de hartspier lang onder hoge druk staat. Een verhoogde waarde van deze stofjes in het bloed kan wijzen op hartfalen en is altijd een reden om aanvullend onderzoek te verrichten.
Systolisch hartfalen
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Hartfalen: Bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan. Schade aan andere organen: ook je ogen en nieren kunnen bijvoorbeeld schade oplopen.
Door roken kan het bloed minder zuurstof vervoeren. Bij hartfalen heeft het hart al moeite om voldoende bloed rond te pompen. Door te roken belast je het hart nog meer. Roken is bovendien een risicofactor voor het krijgen van een (volgend) hartinfarct.
Chronisch hartfalen komt vaak voor. Symptomen verschijnen langzaam in de loop der tijd en worden geleidelijk erger. Als symptomen, zoals kortademigheid, in een korte tijdsperiode erger worden bij een patiënt met chronisch hartfalen, dan noemen we dit een episode van acute decompensatie.
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Dit vraagt meer inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen.
Hartfalen kan acuut ontstaan of chronisch zijn. Bij acuut hartfalen komen de symptomen plotseling, zoals bij een hartaanval. Bij chronisch hartfalen gaat het hart meestal langzaam achteruit en ontstaan de klachten later. Omdat we hartfalen niet kunnen genezen, gaan deze klachten meestal niet meer over.
Soms treedt er een stil infarct op. Bij een stil infarct is op het hartfilmpje te zien dat er een hartinfarct heeft plaatsgevonden, maar de patiënt heeft er zelf helemaal niets van gemerkt. Bij vrouwen komt dit vaker voor dan bij mannen.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.