Als je op de noordpool staat, staat de Poolster dus recht boven je hoofd, in het zenit. Het maakt dan niet uit of de aarde ronddraait: de Poolster blijft altijd op dezelfde plek staan.
De Poolster staat vrijwel exact in het verlengde van de draaiingsas van de aarde. Daardoor bevindt hij zich op een vaste plaats aan de hemel, altijd exact in het noorden. Overigens is het niet de helderste ster aan de hemel, zoals vaak wordt gedacht; dat is de ster Sirius in het sterrenbeeld Grote Hond.
De Poolster is zo'n 434 lichtjaar van de aarde verwijderd en is duizenden malen helderder dan onze Zon.
Ze bewegen in grote cirkels rond een centraal punt, hoog aan de hemel. Dit punt noem je de noordelijke hemelpool. Hier staat een heldere ster, die de Poolster wordt genoemd.
Een poolster is een ster die zich in een van de hemelpolen bevindt. Voor de noordelijke hemelpool is dat de ster met de naam Poolster, Polaris of alpha Ursae Minoris, die dicht bij het verlengde van de aardas aan de noordelijke hemelpool ligt.
Het knipperen doet iedere ster die laag aan de horizon staat. Dat komt door de rotzooi in de dampkring van de aarde. Hoe lager een ster staat (optisch), hoe langer de weg van zijn licht door de dampkring, hoe meer rotzooi dat licht moet passeren en hoe meer verstrooiing van dat licht.
Als een lichtstraal door die trillende lucht gaat, wordt het licht ietwat gebroken. Het resultaat is een fonkelende ster. Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren.
Typisch: sterren flikkeren aan de hemel, planeten stralen. Je ziet dus waarschijnlijk een ster én een planeet. De fel stralende planeten zijn meestal Venus en Jupiter.
Venus is 's morgens te zien in het zuidoosten, laag boven de horizon. Mars is moeilijk waarneembaar in de ochtendschemering, vlak boven de zuidoostelijke horizon ten zuiden van de veel helderdere Venus (rechtsonder dus). Jupiter is nog te zien aan de westelijke avondhemel, maar de gasreus gaat steeds vroeger onder.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
Starend naar de hemel kun je hem eigenlijk niet missen: de Poolster. Gigantisch lichtgevend en het is de ster die het noorden aangeeft. Je kan de Poolster spotten door De Grote Beer te zoeken en een lijntje van de twee buitenste sterren van de pan naar boven te trekken.
Hoe kan je de Poolster terugvinden? Vind de laatste twee sterren in het steelpannetje van de Grote Beer en trek daar een denkbeeldige lijn door die de twee sterren Merak, in de bodem van de pan, en Dubhe, aan de rand van de steelpan verbindt.
Grote Beer (Ursa Major, afkorting UMa) is een sterrenbeeld aan de noorderhemel, tussen rechte klimming 8u05m en 14u27m en tussen declinatie 28° en 73°. Op de breedte van de Benelux is het grotendeels circumpolair en gaat dus nooit onder.
Er zijn ook noordelijke en zuidelijke poolsterren. Dus de noordelijke poolster staat boven de noordpool. De zuidelijke poolster staat boven de zuidpool.
Poolster bestaat uit meerdere sterren
De Poolster Polaris ziet eruit als één enkele ster aan de hemel, maar bestaat uit meerdere sterren. Met een verrekijker zie je de heldere hoofdster Polaris A en de wat zwakkere begeleidende ster Polaris B. De Britse astronoom William Herschel ontdekte dit in 1780.
Sterren bewegen natuurlijk niet alleen naar ons toe of van ons af, maar ook zijwaarts. Die beweging is dus te 'zien' aan de hemel (door iedere paar jaar nauwkeurige positiemetingen te doen met telescopen) en deze beweging wordt de eigenbeweging van de sterren genoemd.
Hemellichamen zoals sterren ondervinden hetzelfde effect. Zelf fonkelen zij niet, maar doordat ze door de dampkring schijnen wordt hun licht enigszins afgebogen en gebroken (zoals in een prisma), waardoor de ster licht lijkt te trillen of voortdurend van kleur te veranderen.
7 september 2022
De heldere 'ster' die je op grote afstand linksboven de maan ziet, is de planeet Saturnus.
Als het gas binnenin de ster verbruikt is zal de ster langzaam uitdoven. Dit duurt echter miljoenen tot miljarden jaren, dus dat kunnen wij mensen nooit zien gebeuren. Wat we wel kunnen zien is dat sommige sterren aan het uiteinde van hun leven exploderen (we noemen dit een supernova).
'Kleine sterren kunnen wel honderd miljard jaar oud worden. Grote worden 'maar' één miljard jaar oud. ' Het proces van verbranding duurt dus zelfs bij heel grote sterren nog ontzettend lang.
De aarde bevindt zich op ongeveer 150.000.000 km van de zon. De dichtstbijzijnde ster staat op een afstand van ongeveer 4 lichtjaar, dat is een slordige 40.000.000.000.000 km. Veel nulletjes... het gaat dus over veertigduizend miljard km.
Het licht dat een ster uitstraalt, doet er een flinke poos over om de aarde te bereiken. Het licht van een ster die 10 miljoen kilometer wegstaat, is een heel jaar onderweg voor het de aarde bereikt. Dus als wij een ster zien, kan het licht van deze ster al jaren onderweg zijn.
Het enige wat we als waarnemer kunnen doen, is hoeken bepalen. Van de horizon tot aan het zenit (het punt pal boven je hoofd) is een hoek van 90 graden. De poolster staat in België altijd in het noorden op een hoogte van ongeveer 51 graden. Er zijn enkele hulpmiddelen die je helpen om hoekdiameters te schatten.
Als je op een heldere nacht naar de sterren kijkt zie je dat sommige sterren lijken te knipperen. Schijn bedriegt. Het knipperen ontstaat wanneer de lichtstraal tussen de ster en je ogen wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een hoge luchtvochtigheid of stof en andere kleine deeltjes.