ga rechtop staan. breng een meetlint aan rond je middel, op de blote huid. trek het meetlint niet te strak aan. let op de juiste plek: meet de middelomtrek tussen de onderste rib en de bovenkant van je bekken, ongeveer ter hoogte van de navel.
Meet uw taille!
Studies hebben aangetoond dat vet rond uw buik meer geassocieerd kan worden met ziekten zoals diabetes en hartziekten dan met vet op andere plaatsen. Daarom is het belangrijk om uw tailleomvang te kennen om te weten te komen of u een verhoogd risico heeft.
Meet met het meetlint de omtrek bij het smalste gedeelte van je middel, net boven je navel. Dit is je middelomtrek. Meet vervolgens de omtrek rond het breedste gedeelte van je heupen/billen. Dit is je heupomtrek.
Taille-facts
De gemiddelde omtrek is ongeveer 76 centimeter. In de jaren '50 hadden meer vrouwen een 'zandloperfiguur' en was hun tailleomtrek gemiddeld 70 centimeter. Steeds meer vrouwen hebben dus een appelfiguur gekregen. Weinig kans dus dat de 'smalle taille'-gekte Nederland gaat veroveren.
Meet met een meetlint je taille tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen. Hierbij mag je het meetlint niet te strak aantrekken.
Mannen kijken niet naar jouw borsten of billen, als jij jouw taille en heupen de perfecte afmetingen hebben. Wil je zo aantrekkelijk mogelijk zijn, dan moet jouw taille 70 centimeter zijn en jouw heupen 100 centimeter.
Als je heupomvang bijvoorbeeld 104 cm is en je tailleomtrek is minder dan 78 cm (78 is 75% van 104) dan heb je een smalle taille.
Hoe meet ik mijn heup en dij op? Over het breedste/volste gedeelte over je heupen en je billen met je benen tegen elkaar aan. Je dij meet je op via de omtrek van je bovenbeen.
Een gezonde middelomtrek voor mannen ligt tussen de 79 en 94 centimeter en voor vrouwen tussen de 68 en 80 centimeter. Zelfs als je slank bent, kun je te veel visceraal vet hebben. Hoeveel je hebt is gedeeltelijk genetisch bepaald, maar hangt ook af van je leefstijl en hoe actief je bent af.
Meestal meet je de omtrek van je armen, buik, heupen en benen. Belangrijk hierbij is dat je altijd op dezelfde plaats meet. Op je buik en benen kun je dit het beste in het midden van de spier doen.
Deel je lichaamsgewicht door het kwadraat van je lichaamslengte (lengte keer lengte). Bijvoorbeeld: voor iemand van 1,70 meter en 65 kilo geldt: 65 / (1,7 x 1,7) = 22,5.
De buikomvang geeft een goede indicatie van de hoeveelheid buikvet, vertelt Seidell. "Mannen met een buikomtrek boven de 102 centimeter hebben een verhoogd gezondheidsrisico, net als vrouwen met een omtrek boven de 88 centimeter. Hoe meer buikvet, hoe groter de risico's.
Vet in en rond de buik is nadeliger voor je gezondheid dan vet op je heupen en billen. Buikvet is namelijk een belangrijke risicofactor voor het krijgen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Hoe minder vet er op je benen en billen zit, hoe mooier de vorm van je benen wordt (je kunt de onderliggende spieren dan beter zien). Om mooie benen te krijgen, kun je elke duursport doen, maar bijvoorbeeld hardlopen, trainen op de crosstrainer, zwemmen en fietsen zijn heel geschikte sporten.
bij vrouwen: 88 cm of meer. bij mannen: 102 cm of meer.
Om je core te trainen en toch een smallere taille te krijgen moet je je richten op je transversale en bovenste buikspieren. Je transversale buikspieren werken als een soort natuurlijk korset, dus als je genoeg je best doet kun je door deze te trainen een smallere taille krijgen.
L-maat (lang):
Ideaal voor een lichaamslengte boven 172 cm. Binnenbeenlengte ca. 88 cm.
De magische formule zit hem volgens Heidekrueger in de verhouding tussen de omtrek van het middel en de omtrek van de heupen. Wanneer je de heupomtrek deelt door de omtrek van het middel en je komt uit op een quotiënt rond de 0.70, benader je volgens hem de perfecte billen.