Waar het dampscherm plaatsen? Je plaatst een dampscherm altijd aan de warme kant van de ruimte. Wanneer je het dak isoleert, breng je het dampscherm dus als laatste aan. Isoleer je de zoldervloer, dan plaats je het dampscherm als eerste (zodat het in contact staat met de warmere kamer eronder).
De locatie van het dampscherm bij een plat dak is afhankelijk van het type dak. Er zijn twee soorten platte daken: warm dak en een koud dak. Bij een warm dak worden de isolatie en het dampscherm aan de buitenkant geplaatst, bij een koud dak is dat aan de binnenkant van het gebouw.
Wanneer je een woning van binnenuit gaat isoleren, is er eigenlijk altijd een dampscherm nodig. Sommige isolatiematerialen (zoals spijkerflensdekens voor dakisolatie) zijn echter standaard al voorzien van een dampwerende aluminium laag. Hiernaast hoef je dan in principe niet nog eens een dampscherm aan te brengen.
Bij een dampopen constructie aan de buitenzijde is een niet-vochtregulerend dampscherm een goede oplossing. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een hellend dak waar het onderdak steeds dampopen is. Zo kan vocht ook langs die weg verdampen. Je hebt hierbij de keuze tussen een steviger en minder stevig dampscherm.
Om houtrot te voorkomen is het belangrijk dat het vocht kan verdampen. Heeft de buitenzijde van uw dak een dampremmende laag (zoals bijvoorbeeld bitumen of een laagje PUR tussen de dakpannen en het dakbeschot) dan moet u aan de binnenzijde van het dak voor een klimaatfolie kiezen.
Om te beginnen moet u altijd dampremmende folie aanbrengen aan de binnenkant (oftewel de 'warme zijde') van de constructie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld damp-open folie, dat altijd aan de buitenkant (de 'koude zijde') moet worden aangebracht.
Een dampscherm is nodig bij bepaalde isolatiematerialen – zoals minerale wol, cellulose, … - om te vermijden dat er vocht in de isolatie kan dringen. Dat is belangrijk om de isolerende capaciteiten van het materiaal te vrijwaren. Het scherm wordt ook wel eens gebruikt om gebouwstructuren te beschermen tegen vocht.
Met een vochtregulerend dampscherm vermijd je luchtlekken in de gebouwschil. En dat is belangrijk voor een goede isolatie én ventilatie. Door luchtdicht te bouwen, verkrijg je bovendien een energiezuinige woning die voldoet aan de EPB-eisen.
Dakisolatie en luchtdichtheid
Het dak van de woning is goed luchtdicht te isoleren door deze te voorzien van isolatie en deze laag vervolgens af te sluiten met polyethyleen folie of een andere klimaatfolie. Let er dan wel op dat de foliebanen elkaar voldoende overlappen (zo'n 10 cm) en dat de naden goed zijn afgeplakt.
In een dampopen constructie is een dampremmende folie niet nodig. Het vocht van binnen wordt door de constructie heen afgevoerd en afgegeven aan de buitenlucht.
Een dampscherm is niet duur. Gemiddeld kan je dit al verkrijgen voor ongeveer 5 euro per vierkante meter.
Laminaat is niet goed bestand tegen vocht. Het is daarom belangrijk je vloer hiervoor te beschermen. Je plaatst een dampscherm (of vochtscherm) wanneer je laminaat legt op een minerale ondergrond zoals cement of beton. Bij minerale ondergronden kan er namelijk sprake zijn van opstijgend vocht.
Isoleren van een plat dak
Wordt gewerkt met isolatiemateriaal dat niet voorzien is van een gecoate aluminiumlaag dan moet gebruik gemaakt worden van een waterdampdichte plastic folie, zoals PE folie of beter Miofol 125 AV (rechtstreeks op het dakbeschot).
U kunt verschillende materialen gebruiken voor het isoleren van een plat dak vanaf de buitenkant. PIR-isolatie is een populaire keuze, want dit materiaal is relatief dun en heeft een zeer hoge isolatiewaarde. U kunt ook kiezen voor EPS-isolatie. Deze platen zijn dikker dan PIR, maar ook goedkoper.
Als materiaal voor een dampscherm wordt er veelal een bitumenlaag of PE-folie (Polyethyleenfolie) gebruikt.
Luchtcirculatie in het isolatiemateriaal zorgt dus voor warmteverlies, zeker in de winter. Luchtdichtheid is dus een absolute voorwaarde voor een perfect geïsoleerd huis. PUR-schuim zorgt voor een perfect luchtdichte isolatie omdat het bijna geen luchtbellen bevat.
De dampremmende of damdichte folies zorgen dat er geen warme lucht uit het gebouw door de isolatie kan ontsnappen. Daarnaast zorgen de folies ervoor dat er voldoende weerstand tegen dampspanning is. Door dampspanning ontstaat er een verschil in dampdruk die van nature in balans wil komen tussen binnen en buiten.
PUR dakisolatieplaten
Ze worden veel gebruikt voor zolderisolatie aan zowel de binnenzijde als de buitenzijde van het dak. Bovendien zijn ze te gebruiken voor dakisolatie van een plat dak of een schuin dak. Het voordeel van PUR dakisolatieplaten is, dat ze standaard al voorzien zijn van een dampremmende laag.
Toepassen dampopen folie
Een dampopen folie pas je toe aan de buitenzijde van de bouwschil. Hij is dampopen, maar volledig regendicht. Het doel van deze folie is om de isolatiematerialen of de constructie delen te beschermen tegen de infiltratie van vocht.
Dampremmende folie en PIR
Afhankelijk van de plek waar u de PIR isolatieplaten gaat gebruiken is er soms een dampremmende folie nodig om het isolatiemateriaal droog te houden. Condens vanuit uw woning mag het isolatiemateriaal niet constant belasten omdat anders het vocht in de muren of het plafond kan gaan zitten.
Meniserite platen zijn niet winddicht en gyproc is niet dampdicht.
Dampremmende folie is van belang bij dakisolatie van een schuin dak. De dampremmende laag wordt aangebracht aan de binnenzijde van het isolatiemateriaal bij dakisolatie. Deze dampdichte folie komt zo aan de binnenkant van het dak. Belangrijk: dampremmende folie voorkomt dat er vocht in de dakconstructie trekt.
Dampdoorlatende folie wordt aangebracht aan de koude kant (de buitenzijde) van een constructie, op zowel daken als gevels. De folie wordt tussen de (dak)bedekking en het isolatiemateriaal geplaatst.
Dampopen folie ga je toepassen op het dak als in de spouw van een wand of dakopbouw, deze waterwerende dampopen folie zorgt ervoor dat uw constructie optimaal blijft. Dit folie pas je toe aan de buitenzijde van de constructie (koude zijde).