Klemtoon (of: accent) is de nadruk waarmee een woord of woorddeel wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden ligt de hoofdklemtoon bij het gewone spreken in de meeste gevallen op een bepaalde lettergreep (bijvoorbeeld beklemtoonde lettergreep).
De klemtoon geeft aan op welke deel van het woord (de lettergreep) de nadruk ligt. Op sommige lettergrepen in een woord ligt de nadruk wel en op andere lettergrepen niet. Lettergrepen waarop de nadruk ligt noem je beklemtoonde lettergrepen. Lettergrepen waar de nadruk niet op ligt noem je onbeklemtoonde lettergrepen.
nadruk waarmee een woord of een woorddeel* wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden krijgt één lettergreep de hoofdklemtoon. Bijvoorbeeld: in het woord ondoorgrondelijk zijn deze lettergrepen onbeklemtoond: on-door-gron- de- lijk.
' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven. Om een woord of lettergreep te benadrukken, gebruik je het nadrukteken of klemtoonteken ( ´ ). Dat teken ziet er net zo uit als het accent aigu, het accent dat bijvoorbeeld op café staat.
Met samengestelde woorden kan het zijn dat er twee klemtonen achter elkaar staan (bijv. 'aaseters'). Dergelijke woorden kun je in een jambe niet gebruiken.
Dit is dus de laatste klank van het woord. Wanneer het woord in het enkelvoud de klemtoon op een andere lettergreep heeft óf wanneer er helemaal geen klemtoon is, dan valt de toonloze e weg en komt de trema op de [e] in [ie] of [ee]. Het is categoRIE en niet cateGOrie, dus wordt het meervoud categorieën.
Er komen klemtoontekens op voor als voor ten onrechte onbeklemtoond zou kunnen worden gelezen. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (vóór). Als er geen foutieve interpretatie van de zin mogelijk is, is het aan te raden om geen klemtoontekens te gebruiken.
Als twee samengestelde woorden een gemeenschappelijk deel hebben en je noemt ze na elkaar met 'en' of 'of' ertussen, kun je bij een van de twee woorden dat gemeenschappelijke deel vervangen door een streepje. Als het laatste deel van beide woorden gelijk is, schrijf je dat deel alleen bij het tweede woord.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Dé is de gangbare manier om het woord de in schrijftaal een klemtoon te geven. Dè is een alternatieve spelling van “dé” die je soms tegenkomt, maar beter kunt vermijden.
Juist bij een naam is het belangrijk dat de luisteraar goed hoort over wie u het hebt. Door die naam met een klemtoon te beginnen, kunt u bereiken dat de luisteraar even extra goed oplet. Misschien is deze aandachttrekkerij belangrijk genoeg geweest om alle conservatisme te overwinnen.
Een bommelwoord is een Nederlands woord dat je op meerdere manieren kunt lezen of uitspreken. Afgeleid van de klassieker 'bommelding'.
[ov] de nadruk leggen op iets.
In veel talen met langere woorden kan verschil worden gemaakt tussen primaire klemtoon of hoofdklemtoon en secundaire klemtoon of bijklemtoon. Ieder woord heeft precies één hoofdklemtoon en verder een aantal bijklemtonen naargelang de lengte van het woord.
Kolonie heeft twee meervouden: kolonies en koloniën. We schrijven -iën in koloniën omdat de -ie onbeklemtoond is. Vergelijkbare meervouden zijn: bacteriën, financiën, genitaliën, poriën.
Term uit de taalkundige stilistiek en de poëtica waarmee wordt aangegeven dat elk woord per lettergreep met een verschil in nadruk of toonhoogte wordt uitgesproken.
Hoe heten de twee puntjes op een klinker, zoals in föhn en financiën? De puntjes op de o van föhn zijn een umlaut. De puntjes op de e van financiën zijn een trema. Een trema geeft het begin van een nieuwe lettergreep aan, bijvoorbeeld in financiën, coördinatie en reünie.
De Ë wordt in de meeste talen, waaronder het Nederlands, Afrikaans, Catalaans, en Frans, niet gebruikt voor een specifieke klankweergave, maar om aan te geven dat E niet met een voorgaande klinker een diftong vormt, maar met een hiaat alléén uit te spreken is.
Het accent aigu (Latijn: acutus, scherp), in de drukkerij kort met kuut aangeduid, is een diakritisch teken in de vorm van een streepje boven een letter dat van linksonder naar rechtsboven wijst.
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk.
Het koppelteken wordt ingezet om (1) de scheiding aan te duiden van samenstellingen die moeilijk te herkennen zijn, (2) de scheiding van een buitenlands en Nederlands woord aan te duiden, (3) de gelijkwaardigheid van een samenstelling te laten zien en (4) om te laten zien dat een uitdrukking één geheel is.
Een weglatingsstreepje geeft aan wanneer een deel van het woord is weggelaten. Als er dus geen deel is weggelaten hoef je het streepje ook niet te plaatsen. Met andere woorden alleen als het oorspronkelijke woord aan elkaar werd geschreven schrijf je een streepje, waren het losse woorden, dan komt er geen streepje.
Klemtoontekens. In dit geval is het teken op de é een klemtoonteken, waarmee je extra nadruk op een woord legt. Klemtoontekens zijn altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven. Dat teken heet ook wel een accent aigu.
Soms zie je ook hé geschreven waar er hè bedoeld wordt. Maar dat onderscheid is onverbiddelijk: zeg je [hee] (rijmt op “zee”), dan schrijf je hé; zeg je [heh] (zoals “het” zonder de t), dan schrijf je hè.
nog bijwoord Uitspraak: [nɔx] 1) tot nu Voorbeelden: `Ben je nog niet naar school?`, `nog altijd niet getrouwd` 2) <als aanduiding van herhaling> Voorbeeld: `nog een keer in het reuzenrad` 3) <als versterkin...