De meeste watergeuzen kwamen uit de provincies Holland en Zeeland.
De geuzen waren aanvankelijk Nederlandse edelen, tegenstanders van de Spaanse koning Filips II. Later verwees de term specifiek naar de strijders die te land (bosgeuzen, soms ook wilde geuzen) of te water (watergeuzen) het leger van de koning bevochten.
Een vergeten geschiedenis, 1568-1575 zien. Zo waren de watergeuzen niet alleen in Holland en Zeeland, maar ook in de Noordelijke Nederlanden – in het waddengebied, zoals bij het Marsdiep en eilanden als Texel, Vlieland en Terschelling – actief en hadden daar een belangrijk aandeel in de strijd.
Watergeuzen zijn mensen die gevlucht zijn voor het bewind van de hertog van Alva. Zij zwerven rond op zee en vallen schepen aan.
Willem van der Marck, heer van Lumey (1542-1578) is één van de beroemdste aanvoerders van de watergeuzen. De afbeelding maakt deel uit van de zestiende-eeuwse familiegeschiedenis, die tot en met oktober gratis te zien is in de Verdieping van Nederland, de gezamenlijke expositieruimte van de KB en het Nationaal Archief.
Willem van der Marck Lumey was de leider van de Watergeuzen en één van de bevrijders van Brielle. Hij was berucht en wreed.
De meeste watergeuzen kwamen uit de provincies Holland en Zeeland.
J.C.A. de Meij, die op de watergeuzen promoveerde, noemt de watergeuzen, die van 1568 tot 1575 actief waren, de bekendste en kleurrijkste rebellen uit onze geschiedenis. Ze opereerden in een tijd dat Nederland en België nog verenigd waren en door de Spaanse koning Philips II werden bestuurd.
De geuzen als collectief vertegenwoordigden de natie: katholiek en vrijzinnig vonden elkaar in patriottisme en vrijheidszin.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog streden de geuzen tegen het bestuur van koning Filips II van Spanje. Geus werd afgeleid van het Franse woord gueux, dat door Karel van Berlaymont werd gebruikt toen de edelen aan landvoogdes Margaretha van Parma hun smeekschrift aanboden.
De Opstand, ook wel bekend als de Tachtigjarige Oorlog, duurde van 1568 tot 1648. Het verzet begon naar aanleiding van de invoering van een belastingmaatregel en de harde vervolging van protestanten. Al snel werd het echter een algehele opstand tegen de Spaanse machthebber in de Nederlanden, Filips II.
De benaming geuzen komt van het Franse gueux, wat betekent schooiers, bedelaars. Het is inmiddels een geuzennaam voor de protestanten geworden.
Tijdens de Nederlandse Opstand, beter bekend als Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), komen de Nederlandse gewesten in verzet tegen koning Filips II van Spanje. In 1588 ontstaat uiteindelijk de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Waarom een burgeroorlog? 'De Nederlandse opstand wordt vaak gezien als conflict tussen “goede” Nederlanders en “slechte” Spanjaarden. Dit is een gevolg van propaganda die door Oranje zelf al gemaakt werd.
De watergeuzen vochten als een geautoriseerde en georganiseerde zeemacht voor een overheid in ballingschap (sinds 1569), onder leiding van een admiraal (sinds 1570). Een heuse marine dus. Die marine speelde een belangrijke rol in de strategische plannen van de opstandelingen.
Het protestantisme ontstond toen Maarten Luther in 1517 de confrontatie aanging met de katholieke kerk, die volgens hem te ver van de christelijke, Bijbelse principes was afgedwaald. Kerken en bevolkingen in een groot deel van Noord-Europa keerden zich de 50 jaar daarna af van de paus en het katholieke geloof.
Geus (meervoud: geuzen) is een benaming en een deels in onbruik geraakt mild scheldwoord voor een protestant persoon. Deze benaming is ontstaan in de 16e eeuw en werd met regelmaat gebruikt door de katholieken in de Nederlanden.
Op 10 augustus 1566 bestormt een groep protestanten een klooster bij het Zuid-Vlaamse Steenvoorde. Heiligenbeelden worden van de muur getrokken. De beeldenstorm markeert een aantal ingrijpende politieke, religieuze en staatkundige veranderingen in de Nederlanden.
De Inname van Den Briel vond plaats op 1 april 1572, waarbij de watergeuzen het stadje Den Briel, thans Brielle, veroverden op het aldaar gelegerde koninklijke Spaanse garnizoen. Het is een van de bekendste gebeurtenissen van de Tachtigjarige Oorlog en daarmee in de vaderlandse geschiedenis van Nederland.
Op 23 januari 1579 tekende een aantal Nederlandse gewesten een overeenkomst: de Unie van Utrecht. In deze overeenkomst bundelden de gewesten hun krachten om de Spanjaarden uit het land te jagen.Ook regelden ze enkele staatkundige zaken op het gebied van defensie, belasting en godsdienst.
De liederen hadden iets troostend en klagend. Je zou het een soort protestliederen kunnen noemen, waarbij vooral de vijand in werd bespot en het eigen leger (zoals de Geuzen) werd verheerlijkt om de daden. In beide perioden werden de geuzenliederen stiekem gedrukt en onder het volk verspreid.
Op 3 oktober 1574 werd Leiden zo ontzet. De geuzen trokken de stad via het Vliet binnen en hadden haring en wittebrood meegenomen, om de ergste honger van de bevolking te stillen.
Aanvankelijk blijft militair succes uit. Pas als de geuzen, zoals de opstandelingen zichzelf noemen, op 1 april 1572 Den Briel innemen, begint de Opstand bredere steun te krijgen. Tegen de verwachting in houden de opstandelingen in Holland en Zeeland stand, mede dankzij het doorzettingsvermogen van Oranje.
“… Que ce n'estoyent qu'un tas de gueux.” Hoe de precieze passage in het Frans ook luidde, duidelijk is dat de edelen die tegen het Spaanse gezag in opstand kwamen, in april 1566 aangeduid werden als 'geuzen', ofwel bedelaars, sloebers, armoedzaaiers. Deze benaming namen ze kort erna als geuzennaam over.