Bij Allewindwijzers.nl vind je verschillende soorten windwijzers. Je vindt er klassieke windwijzers, maar ook moderne windwijzers.
Teken of schrijf de windrichtingen (noord, oost, zuid en west) op de cirkel. Vul de bloempot met zand of met aarde en leg de cirkel er bovenop, met de windrichtingen naar boven. Zet het tweede rietje in het gaatje in de pot met aarde. Steek de satéprikker met daaraan het rietje met de pijl in het rietje in de aarde.
Werking. Een windwijzer bestaat uit een pijl op een as. De achterkant van de pijl heeft een groter oppervlak, waardoor dat deel met de wind meedraait net zolang tot het zich parallel aan de windrichting bevindt. De pijl zelf wijst daardoor in de richting waar de wind vandaan komt.
In weerrapporten en weerverslagen worden windrichtingen aangegeven in graden. Dit kan aan de hand van een kompas. Er zitten 360 graden in een cirkel en een kompas ís een cirkel. Bovenaan zit het noorden, onderaan het zuiden, links het oosten en rechts het westen.
In de windroos is een schaal weergegeven waarmee de procentuele frequentie kan worden afgelezen. De staafjes tezamen inclusief de variabele winden en windstiltes (stil/var) tellen op tot 100 procent. De breedte van de staafjes geeft informatie over hoe hard het gewaaid heeft.
Hoe werkt een windzak? Elke kleurstrook gevuld met wind komt overeen met ongeveer 5 knopen (ongeveer 9 km/u). De zak benadert dus een horizontale lijn naarmate de wind harder waait dan 25 knopen (ongeveer 45 km/u). Op deze manier kan je de windsnelheid inschatten.
Je kunt kijken naar de vlaggen op de kant. De vlag waait met de wind mee. Ook kun je kijken naar het riet of de golfjes op het water. Deze geven de werkelijke wind aan.
Let op! Iedereen ervaart fietsen in de wind anders. Voor sommigen kan windkracht 3 of 4 al te zwaar zijn voor het fietsen, anderen ervaren pas problemen bij windkracht 7 of 8. Blijf bij twijfel thuis en kies een ander moment om te gaan fietsen.
We spreken van storm als de gemiddelde windsnelheid minstens 1 uur gelijk is aan windkracht 9. Bij (zware) storm geeft het KNMI waarschuwingen uit. Het KNMI gaat uit van storm of windkracht 9 als een uurgemiddelde windsnelheid tussen 75 en 88 kilometer per uur (20,8 - 24,4 meter per seconde) gemeten wordt.
Als er windkracht 3 staat, waait de wind met een snelheid van 12 tot 19 kilometer per uur. Als je met wind mee dus harder fietst dan 19 km/u heb je voor je gevoel toch tegenwind, omdat je meer luchtweerstand moet overwinnen.
Een windstoot is een vlaag die niet langer dan 20 seconden duurt. We spreken van een zware windstoot wanneer die harder dan 75 kilometer per uur gaat. Een zeer zware windstoot gaat harder dan 100 kilometer per uur.
Windstoten zijn kortdurende rukwinden of windvlagen van minstens 50 kilometer per uur. Vooral voor weg- en vliegverkeer zijn windstoten hinderlijk of zelfs gevaarlijk. De wind waait vrijwel nooit met een constante snelheid of uit dezelfde richting.
In het zomerhalfjaar ligt de gemiddelde windsnelheid landinwaarts tussen 10 en 13 km/uur (2-3 Bft), aan zee tussen 22 en 25 km/uur (4 Bft). In het winterseizoen ligt de gemiddelde windsnelheid een stuk hoger met 13 tot 16 km/uur landinwaarts (3 Bft) en 28 tot 31 km/uur (4-5 Bft) langs de kust.
Al bij windkracht 7 gevaarlijk
Bij de proeven bleek dat een lege lichte combinatie al bij windsnelheden van 55 km/u (windkracht 7) gaat kiepen. Een volgeladen doet dat pas bij 74 km/u (windkracht 8).
Over het algemeen geldt dat werken vanaf windkracht 6 gevaarlijk wordt. Dan mogen werknemers niet meer werken op rolsteigers, hangsteigers, werkbakken en hoogwerkers en geen ladders meer gebruiken. Ook gelden beperkingen voor werken met hijskranen en werken op stabiele werkplaatsen zoals daken van tanks en schepen.
Vaak is bij een 'storm waarschuwing' inderdaad geen dekking. Windkracht 5 is m.i. geen reden om thuis te blijven, maar wel is het verstandig niet te snel te rijden en de radio goed in de gaten te houden en te pauzeren als het gevaar groter wordt (en er waarschuwingen worden gegeven).
Ter vergelijking: Windkracht 9 schoorsteenkappen, antennes en dakpannen waaien weg, kinderen moeten moeite doen om te blijven staan, takken breken af, alleen zwaluwen en eenden vliegen nog Windkracht 10 aanzienlijke schade aan gebouwen, volwassenen hebben veel moeite om te blijven staan, bomen raken ontworteld, vogels ...
Bij windkracht 8 is het stormachtig. De windsnelheden liggen dan tussen de 62 en 74 kilometer per uur. Bij windkracht 8 valt de schade aan gebouwen mee. Wel kunnen er kleine takjes en twijgjes van bomen afbreken.
Extra gevaarlijk: bruggen, dijken en open vlaktes. Daar heeft de wind vrij spel en windstoten raken je extra hard. Geniepig: als je vlak langs een gebouw of een vrachtauto rijdt, rij je even in de luwte. Zodra je voorbij bent krijg je de volle laag.
Op KNMI-weerstation Cabauw, bij Lopik, werd een windsnelheid van 145 kilometer per uur gemeten. Niet eerder werd in ons land zo ver landinwaarts zo'n zware windstoot gemeten. Bij de storm begin 1990, de zwaarste ooit in Nederland, werd uiteindelijk zelfs orkaankracht 12 gehaald, iets dat in ons land zelden gebeurt.
Met elke wind kan je fietsen. Net zoals vanmiddag, windje 7 tegen.
Plan je rit
Plan de route en check vooraf het weerbericht. Kies een route waar de wind geen vrij spel heeft zoals in polders, langs open weilanden of op dijken. Probeer daarnaast zo min mogelijk tegen de wind in te fietsen. Een mooie site om de lokale richting van de wind te checken is WindFinder.
Conclusie. Voor de meeste mensen is droog weer met bewolking, weinig wind en een temperatuur van 20 tot 25 graden het beste weer om te fietsen. Lever je een grote inspanning, zoals op de racefiets, dan voelt 15 tot 20 graden beter aan.