Waarom een sociale-angststoornis ontstaat, is nog niet precies bekend. Waarschijnlijk spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan ervan. Voor een klein deel is het erfelijk bepaald of je kwetsbaar bent om een sociale-angststoornis te ontwikkelen.
Een sociale fobie gaat niet vanzelf over, maar is goed te behandelen. Behandeling van de sociale fobie heeft vaak een gunstig effect, dat wil zeggen dat de angst en het vermijdingsgedrag verminderen.
Verschijnselen van een sociale-angststoornis
Als u een sociale-angststoornis heeft, bent u heel erg bang voor wat anderen van u denken. U bent bijvoorbeeld bang dat anderen u raar vinden of vinden dat u zich slecht gedraagt. Die angst kan klachten geven, zoals hartkloppingen en benauwdheid.
Sociale fobie is de meest voorkomende angststoornis, en vierde in de rij van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen. Er zal worden ingegaan op het klachtenpatroon, het ontstaan, de oorzaken, de gevolgen en de behandeling van sociale fobie.
Tips voor naasten
Probeer begrip te hebben voor de sociale fobie van de ander en een luisterend oor te bieden. Probeer de sociale fobie van de ander niet weg te wuiven. Dit kan zorgen dat hij/zij zich nog meer schaamt. Wees erop voorbereid dat het niet altijd makkelijk is om iemand met een sociale fobie te herkennen.
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
2.6 Hoe ontwikkelt een angststoornis zich
Waarschijnlijk gaat het om een samenspel van de volgende factoren: erfelijke factoren, opvoedings- en gezinsfactoren, beperkte sociale vaardigheden, weinig steun ontvangen, gepest worden, zich eenzaam voelen, en het doormaken van een psychotrauma.
Hoe ontstaat verlatingsangst? Verlatingsangst raakt vaak thema's rondom hechting, vertrouwen en verbinding. Het kan zijn dat dit voortkomt uit jouw jeugd of kindertijd. Soms heeft dit te maken met onveilige of geen hechting tussen jou en je ouder, waarbij jouw ouder niet aanwezig was als veilig persoon.
Je zult het vast gemerkt hebben: Hoe meer je je trillende handen onder controle probeert te krijgen, hoe erger het wordt. Dat komt omdat je uit angst om te gaan bibberen iedere handeling van de handen met de ogen volgt. Ga jezelf maar eens na: Als jij een handtekening zet, blijf je nauwlettend naar de pen kijken.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.
Een sociale-angststoornis is vaak goed te behandelen. Dat wil zeggen dat de angst en het vermijden van sociale situaties verminderd kan worden. Zowel cognitieve gedragstherapie als medicijnen blijken effectief te zijn bij een sociale angststoornis. Meestal wordt als eerste stap voor cognitieve gedragstherapie gekozen.
Symptomen straatvrees
hartkloppingen. misselijkheid. een gevoel van onwerkelijkheid. hyperventilatie (snel en gejaagd ademen)
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Als je vader of moeder een angst- of stemmingsstoornis heeft, is de kans iets groter dat jij dezelfde aandoening krijgt. Als je vader of moeder bijvoorbeeld een depressie heeft, is de kans rond de 37% dat jij er ook last van krijgt. Bij de manisch-depressieve stoornis is dat ongeveer 10%.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Verstijving van spieren: spieren kunnen bij angst gespannen aanvoelen. Deze spanning moet ervoor zorgen dat u paraat staat en dus sneller kunt reageren. Helaas kan het ook tegenwerken, doordat het lichaam volledig kan verstijven. Daarnaast kan deze spanning kan ook leiden tot hoofdpijn of migraine.
Bij angst gaat een signaal van de hypofyse naar de bijnieren waar stresshormonen als adrenaline en cortisol aangemaakt worden. Bij de groep mensen die verstart en vlucht wordt er meer cortisol aangemaakt.
Ga eens voor jezelf na waar je angstgevoelens mee te maken hebben. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van deze gedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor zal de angst afnemen.
Drie van de vier basisemoties worden bij de meesten van ons door ons denkvermogen als 'onprettig' gecategoriseerd. Deze vier basisemoties zijn: Boos, Bang, Blij en Bedroefd.