Lucht is niets anders dan een mengsel van allerlei gassen. Het bestaat voor 78% uit stikstof en voor 20% uit zuurstof, dat mensen nodig hebben om te kunnen blijven leven. Het hele kleine deel dat nog overblijft (1%) bestaat uit CO2 (koolstofdioixde), waterdamp en hele kleine hoeveelheden argon, neon etcetera.
Wind ontstaat vanuit de basis door onze zon. Door de grote hoeveelheid zonnestraling langs de evenaar warmt het aardoppervlak daar sterk op. Omdat de lucht flink opwarmt door de zon, begint de lucht te stijgen, warme lucht is tenslotte lichter dan koude lucht.
Wat we 'lucht' noemen, bestaat uit…
Droge lucht bestaat ongeveer uit 78% stikstof, 21% zuurstof en 1% argon alsook uit tussen de 0,1 en 4%waterdamp . Warme lucht bevat gewoonlijk meer waterdamp dan koude lucht.
De dampkring, of atmosfeer, is een dunne deken van lucht om de aarde. De dampkring is opgebouwd uit vier lagen: troposfeer, stratosfeer, mesosfeer en de ionosfeer. De dampkring houdt onze planeet op een comfortabele temperatuur (ongeveer 15 graden).
De hoogste temperatuur ligt boven 1000 °C. De dichtheid van de lucht is hier zo laag dat er bijna geen krachten meer voorkomen tussen de moleculen. Lichte moleculen kunnen in de laatste laag ontsnappen uit de dampkring: deze laag heet de exosfeer.
De dichtheid of soortelijke massa van lucht bedraagt dus 1,3 gram / liter = 1,3 gram / dm3 = 1,3kg per m.
Licht van een kleinere golflengte wordt beter verstrooid dan licht van een langere golflengte. Het blauwe licht wordt dus het best verstrooid, groen al wat minder, en rood het minst van allemaal. Het resultaat: de hemel kleurt hemelsblauw.
Stuivertje wisselen. De voorraad zuurstofatomen op aarde raakt dus nooit op. De atomen wisselen alleen steeds van plek. Soms zijn ze bijvoorbeeld onderdeel van gasmoleculen als CO2 of van een geoxideerd gesteente, op andere momenten zitten ze als O2 (het zuurstofgas dat we inademen) in de lucht.
Met de Boeing 737 vliegen we meestal tussen de 11 en 12 kilometer hoogte. Dit doen we omdat de motoren efficiënter werken in een koude omgeving. En koud is het op deze hoogte zeker, namelijk rond de -56 graden Celsius.
De lucht die je inademt is niet alleen zuurstof, maar een mengeling van verschillende gassen. Het is 78% stikstof, 21% zuurstof en een klein deel (0,03%) is waterdamp, koolstofdioxide en nog wat gassen. Stikstof adem je weer uit, zuurstof wordt opgenomen door de longblaasjes.
Lucht is een mengsel van gassen. Lucht bestaat uit de volgende gassen: stikstof, zuurstof, waterdamp en koolstofdioxide. Achtenzeventig procent van de lucht bestaat uit stikstof. Eenentwintig procent van de lucht bestaat uit zuurstof.
Per dag ademen we zo'n 8.000 tot wel 29.000 keer, afhankelijk van je gemiddelde ademhaling per minuut.
Meteorologen schatten dat het water in de lucht ongeveer 0.001 procent van al het water op aarde bevat. Dat zou neerkomen op een totaal van 12.900 kubieke kilometer water, of 1.29 x 10^16 liter water.
Er hangt altijd lucht rondom de aarde, maar dat voelen wij niet. Pas als de lucht gaat bewegen, dan voelen wij dat als wind. Het ontstaan van wind heeft te maken met luchtdruk. Op de aarde heb je gebieden waar minder lucht boven de aarde hangt, dat noemen we een lagedrukgebied.
Ingeademde lucht bestaat voor bijna tachtig procent uit stikstof en bijna twintig procent aan zuurstof. In uitgeademde lucht zit dus nog zestien procent zuurstof. Wel is er vier procent koolstofdioxide aan toegevoegd.
Hoewel water zelf de aarde niet kan verlaten, concludeerden onderzoekers dat hydrogen (waterstof) dat wel kan en doet. Even om op te frissen: water bestaat uit waterstofmoleculen en zuurstofmoleculen, oftewel H20.
Tijdens de winter verliezen de bomen hun bladeren, Er is in de winter ook minder zonlicht dus is er ook minder fotosynthese en dus minder zuurstofproductie door de groenblijvende planten, algen en diatomeeën.
Zondeeltjes reizen rechtuit. Er zijn onderzoekers die de grens trekken op 118 kilometer. Op grotere hoogten bewegen geladen deeltjes van de zon zich rechtuit, eronder schieten ze door botsingen met luchtdeeltjes alle kanten op.
Doordat de zon laag hangt, moet het zonlicht een lange weg afleggen voor het je ogen bereikt, vervolgt ze. "Daardoor stuit het zonlicht op tal van deeltjes in de lucht, zoals stof en waterdamp. Dat verstrooit alle kleuren, maar rood het minst. Dus dat blijft over, waardoor de lucht die rode gloed krijgt."
In tegenstelling tot het blauwe licht, wordt het rode licht niet verstrooid. Dit blijft uit één specifieke richting komen. Dit geeft de zon dan een rode kleur. De wolken die bij een zonsondergang aanwezig zijn worden ook rood of roze verlicht door de ondergaande zon.
Dit betekent dat, wanneer we naar de lucht kijken, het verstrooide blauwe licht ons oog bereikt uit zowat alle mogelijke richtingen, terwijl dat voor het rode licht veel minder het geval is. Daarom lijkt de lucht blauw.
De kracht is gelijk aan het gewicht van het verplaatste water. 1 m3 water weegt ongeveer 104 N op aarde. Een luchtbed moet dus voldoende volume innemen in het water (door de persoon erop liggend in het water geduwd worden) om het gewicht te compenseren.
Voor kamertemperatuur wordt de uitzettingscoëfficient dus gegeven door 1/293 = 0,0034 1/K = 0,0034 per °C.