De naam IJsheiligen komt van een aantal katholieke heiligen, van wie de naamdagen vallen in de periode van 11 tot en met 15 mei. Al rond het jaar 1000 was sprake van deze heiligen, het gaat om Mamertus (11 mei), Pancratius (12 mei), Servatius van Maastricht (13 mei) en Bonifatius van Tarsus (14 mei).
De ijsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan in deze periode veel schade aanrichten.
De IJsheiligen zijn een jaarlijks terugkerende periode van 11 tot 14 mei. In de volksweerkunde betekenen de IJsheiligen traditioneel het einde van de kans op schadelijke nachtvorst. De laatst mogelijke vorstdagen dus.
Hoewel de kans op vorst na IJsheiligen bijzonder klein is, kan het zelfs in de meteorologische zomer nog vriezen.
De periode van 11 tot en met 14 mei noemt men ijsheiligen. Het is de periode die de overgang aangeeft naar een periode waarbij de kans op vorst zeer klein wordt.
April telt gemiddeld vier officiële vorstdagen. Dat zijn dagen waarop de temperatuur 's nachts in De Bilt tot onder het vriespunt daalt. Op de Veluwe en in Twente komen gemiddeld zes vorstdagen voor en elders in het midden, zuiden en oosten 4 à 5. De kustprovincies kunnen rekenen op 0 tot 3 vorstdagen.
Officieel zijn er vijf ijsheiligen: Sint Marmertus op 11 mei, Sint Pancratius op 12 mei, Sint Servatius op 13 mei, Sint Bonifatius op 14 mei en Sophia van Rome op 15 mei (soms ook gekend als koude Sophie). Vermits drie een heilig getal is, zijn er doorgaans maar drie ijsheiligen 'in gebruik'.
Zet kuipplanten en eenjarigen als Pelargoniums en Bougainville pas na de IJsheiligen dag én nacht buiten. Voor 15 mei kunnen ze overdag makkelijk buiten staan, maar zet je ze 's nachts beter binnen, zeker wanneer er nachtvorst wordt voorspeld.
De IJsheiligen zijn vier katholieke heiligen genaamd Mamertus (11 mei), Pankratius (12 mei), Servatius (13 mei) en Bonifacius (14 mei). Hun naamdagen vallen medio mei, volgens de volksweerkunde de laatste dagen in het voorjaar waarop er soms nog nachtvorst is.
Op een vorstdag daalt de temperatuur op de normale waarnemingshoogte van anderhalve meter boven de grond tot onder het vriespunt. De periode waarin vorstdagen mogelijk zijn duurt meestal van oktober tot en met april. Soms komt de temperatuur ook in mei of september onder nul.
Tot aan 11 mei is er nog een kans op nachtvorst, na 14 mei is die kans op nachtvorst (nagenoeg) voorbij. Deze volksweerkunde is vooral bedoeld voor boeren, tuinders en mensen die van tuinieren houden. Nachtvorst aan het einde van april of vroeg in mei kan desastreus zijn voor tuinplanten en gewassen.
Wacht tot half mei. Dan is het gevaar op nachtvorst geweken. Zet je je planten vroeger buiten? Bescherm ze dan met een rietmatten of noppenfolie.
In 2021 vallen de ijsheiligen van dinsdag 11 mei tot vrijdag 14 mei.
Planten die binnen zijn gezaaid en opgekweekt, kunnen niet zomaar naar buiten. Ze zijn hier te zwak voor. Om ze sterker te maken, zul je ze moeten afharden. Door planten af te harden laat je ze langzaam wennen aan de koude temperatuur buiten.
Wat betekent 'afharden'? Afharden wil zeggen dat je zaailingen geleidelijk laat wennen aan de buitenlucht, vooraleer je ze permanent buiten zet. Als je de planten van de ene dag op de andere buiten zet, bestaat de kans dat ze niet meer groeien of doodgaan.
Veel outdoor-planten kunnen goed tegen de kou, maar eenjarigen zoals de margriet, de begonia of de geranium kunnen als ze net uit hun heerlijk warme broeikas komen, toch wat problemen met de kou krijgen. Dat geldt trouwens voor nog een heel stel andere mediterrane planten, zoals de citrusboom.
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020.
Warme zomer en langetermijnvoorspellingen
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020. En ook toen kregen ze gelijk.
De zomer van 2022 telde in De Bilt maar liefst 81 warme dagen met maxima van 20 graden of meer. Normaal zijn dit er 64. Recordhouder blijft 2003 met 83 warme dagen. Het aantal zomerse dagen (25 graden of meer) kwam uit op 28 in De Bilt, waar 23 normaal is.
Regenwater bevat van nature nauwelijks opgeloste stoffen, waardoor meststoffen beter in het water oplossen en de plant ze beter kan benutten. Ideaal dus! En als je je planten buiten zet in de regen, dan spoelt ook meteen het stof er lekker af en hoef je dus niet moeilijk te doen met een doekje.
De plant is wintergroen en kan in de streken waar hij thuis hoort een hoogte bereiken van 5 meter. Als kuipplant wordt hij doorgaans niet hoger dan 2 meter. Hij is niet winterhard en moet dus in de winter naar binnen.
Het najaar is de beste planttijd voor vaste planten, heesters en bomen omdat: De grond is nog vrij warm, zodat de planten voor de winter al aanslaan. In het voorjaar is er daarom direct al een goed resultaat. Dit spaart dus tijd.
Hoe diep de vorst in de bodem dringt, hangt uiteraard van de temperatuur af, maar ook en vooral van de hoeveelheid water in de bodem. Hoe natter de grond, hoe dieper deze bevriest. Vandaar dat in zuidelijk Flevoland gedurende de vorstperiode in januari de laag bevroren grond varieerde van 12 tot 20 centimeter.
Dooi houdt de toestand in wanneer de luchttemperatuur - vlak na een vorstperiode - boven nul komt. Het begrip wordt alleen gebruikt tot ongeveer één etmaal na het einde van de vorst. Eventueel wordt de dag daarna nog gesproken van aanhoudende- of doorzettende dooi.
IJsdagen noorden en oosten
In het noorden en oosten is het aantal ijsdagen doorgaans groter. Zo leverde de winter van 1963 in Eelde 55 ijsdagen op en die van 1947 had daar 51 ijsdagen. Het landelijk record staat op naam van weerstation Ternaard waar de winter van 1963 in totaal 61 ijsdagen opleverde.