Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen of vermeende bedreiging en leidt tot vermijding of ontwijking van de oorzaak. Angst wordt beschouwd als een basaal overlevingsmechanisme, als reactie op een specifieke prikkel, zoals pijn of dreiging van gevaar.
Mensen zijn bang voor een situatie omdat ze er van overtuigd zijn dat die situatie gevaarlijk is. In een kleine ruimte kun je bijvoorbeeld stikken en van grote hoogten kun je te pletter vallen. Toch is ook de specifieke fobie niet zo simpel. Praktisch altijd speelt hier ook de angst voor de angst.
Angst is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid waardoor het hart sneller gaat kloppen, de ademhaling versnelt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren zich aanspannen. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen wel eens.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
Ga eens voor jezelf na waar je angstgevoelens mee te maken hebben. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van deze gedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor zal de angst afnemen.
Stress is een trigger die angst of paniek verergert of veroorzaakt. Dit duurt vaak tijdelijk, maar van belang is wel dat stress zo veel mogelijk wordt vermeden en dat u goed leert omgaan met stressvolle situaties.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Bijvoorbeeld problemen in uw relatie, problemen met uw kinderen, op het werk of met uw gezondheid. Angstklachten komen veel voor. Ze verdwijnen weer zodra de problemen zijn opgelost of wanneer u een manier heeft gevonden om ermee te leren leven. U kunt ook heel vaak bang zijn zonder duidelijke oorzaak.
Angst kan mensen vervreemden van zichzelf en anderen. Dit boek wil een handreiking bieden om het gesprek hierover aan te gaan. In het boek zijn vijf diepte-interviews opgenomen met mensen met een angststoornis. Vincent van Bruggen studeerde theologie en psychologie.
Laat je angst toe
“Door je angst toe te laten, creëer je bewuste keuzes om ermee om te gaan. Blijf je vechten tegen je angst, dan kom je er alleen maar vaster in te zitten. Veel mensen met angstgevoelens zijn ook bang om weer angstig te worden. Ook dat leidt ertoe dat ze juist in hun angstgevoelens blijven vastzitten.
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Het verschil tussen angst en paniek zit in de duur en hevigheid van de aanval. Bij een angstaanval doemt er ineens een onbehaaglijk gevoel op, wat versterkt wordt door de lichamelijke verschijnselen. Echter, dit heftige gevoel zal bij een angstaanval vanzelf wegebben, mogelijk door het rationaliseren van de symptomen.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Er zijn bepaalde kruiden die helpen om je rustiger te laten voelen. Een aantal hiervan zijn: lavendel, kamille, kava en citroenmelisse. Je kunt deze kruidengeneesmiddelen in vele vormen vinden, zoals etherische oliën, pillen of thee.
Uw hart gaat steeds sneller kloppen, u heeft uw ademhaling niet meer onder controle, u kunt duizelig worden of wazig gaan zien. Het voelt alsof uw lichaam het niet meer aan kan. Dat maakt de angst nog groter en u raakt in paniek.
Zo ontstaat in deze fase bijvoorbeeld de angst voor natuurverschijnselen, watervrees en angst voor vreemde dieren. Deze angsten hebben te maken met het gevoel dat ze niet alles in de hand hebben. Vanaf het tweede levensjaar ontstaat er een vorm van angst die samenhangt met een toenemende zelfstandigheid van het kind.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.