De Veertigdagentijd is de periode van Aswoensdag tot Pasen. Van oudsher is dit een tijd van inkeer, bezinning en gebed. We staan stil bij het lijden van Jezus én bij het lijden van onze naasten, dichtbij en ver weg.
Veertig dagen verbleef Mozes op de berg, toen hij de Wet in tien geboden van God ontving. De profeet Elia ondernam een tocht van veertig dagen naar de berg, waarop God hem zou verschijnen. Jezus trok zich veertig dagen in de woestijn terug om zich door vasten en bidden voor te bereiden op zijn zending onder de mensen.
Jezus worstelde veertig dagen en nachten met verleidingen van de duivel terwijl hij vast in de leegte van de woestijn. 'Zo proberen mensen, in navolging van Jezus, nog altijd via vasten dichter tot God te komen', legt Matthieu Bemelmans uit, woordvoerder namens het Bisdom Roermond.
Vastentijd, veertigdagentijd of quadragesima is de periode die begint op Aswoensdag als voorbereiding op het Paasfeest. De veertigdagentijd is een periode van vasten en bezinning op de feitelijke christelijke levenspraktijk.
Aswoensdag is een verplichte vastendag. In de katholieke Kerk werd het in de tweede eeuw gangbaar om ter voorbereiding op Pasen te vasten. Aanvankelijk vastten christenen alleen de drie dagen direct voorafgaand aan Pasen, later werd dat uitgebreid naar de hele Goede Week.
Op deze dag eten sommige Katholieken geen vlees. Dat heeft te maken met de vastentijd. Tijdens deze periode mogen Katholieken slechts één volle maaltijd per dag nuttigen en op Aswoensdag en Goede Vrijdag geen vlees eten. Er wordt tijdens de veertigdagentijd boete gedaan voor alle begane zonden in het afgelopen jaar.
Officieel mogen gelovigen op vrijdagen en op bijzondere dagen zoals Aswoensdag geen vlees of ander voedsel consumeren. Jongeren onder 14 jaar en bejaarden vormen een uitzondering. In de praktijk houden vooral op Goede Vrijdag veel gelovigen zich aan de oproep tot soberheid. Dan herdenken ze immers de dood van Jezus.
Tijdens de Reformatie is er strijd tussen protestanten en katholieken. De protestanten vinden de viering van Vastenavond te rooms, de katholieken vinden het te heidens. De strengere geloofsleer maakt een einde aan de losbandige viering van Vastenavond.
Carnaval is van oorsprong een gekerstend heidens volksfeest. Het valt binnen de christelijke traditie op de zondag, maandag en dinsdag direct voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen. In Nederland wordt het van oorsprong alleen door katholieken gevierd, voornamelijk in het zuiden en delen van het oosten.
Onrein voedsel is bijvoorbeeld vlees waar nog bloed inzit, vlees dat afkomstig is van niet-herkauwende dieren met gespleten hoeven of dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven. Varkens, hazen en konijnen zijn dus uitgesloten.
Volgens de islam is de ramadan ingesteld door Mohammed. De vastenmaand is gerelateerd aan de zogenoemde Laylat-al-Qadr, ofwel de 'Waardevolle Nacht'.
Joodse vastendagen
In de joodse traditie wordt jaarlijks op 6 dagen gevast.
De vastenmaand is volgens de islamitische traditie ingesteld door Mohammed, verbonden met de Laylat al Qadr, de 'Waardevolle Nacht'. Dit is de nacht waarin Mohammed de eerste Soera van de Koran kreeg van de engel Djibril. Als teken van dankbaarheid werd het gebod van de ramadan ingesteld.
Wat is de Veertigdagentijd? De Veertigdagentijd is de periode van Aswoensdag tot Pasen. Van oudsher is dit een tijd van inkeer, bezinning en gebed. We staan stil bij het lijden van Jezus én bij het lijden van onze naasten, dichtbij en ver weg.
Tijdens Pinksteren wordt herdacht dat de heilige geest (de derde persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid) neerdaalde uit de hemel op de apostelen en andere gelovigen. Na Jezus' dood op goede vrijdag en zijn verrijzenis op Pasen, hadden de apostelen zijn aanwezigheid voor 40 dagen (tot Hemelvaart).
Veel reformatorische kerken kennen de traditie van zeven lijdensweken tot aan Pasen. Er zijn echter ook protestantse kerken die zes lijdenszondagen tellen, als onderdeel van de veertigdagentijd die 17 februari begonnen is.
Dwaas gedrag en christelijke wortels
“Carnaval is eigenlijk een heel letterlijke interpretatie van bijbelverzen”, legt Versendaal uit. “Tijdens carnaval zie je dat mensen zich tijdelijk heel dwaas gedragen, en in de Bijbel staan teksten met een strekking als 'Wat dwaas is voor de mensen, is wijs voor God'.”
De slaven hadden tijdens dit feest veel meer vrijheid en mochten zelfs hun meesters voor gek zetten. Er waren verder drink- en eetgelagen, vermommingen en optochten door de straten. Volgens hen ligt de oorsprong van het woord carnaval in het Italiaanse carne levare, wat 'opheffen/wegnemen van het vlees' betekent.
Aswoensdag heet zo omdat die dag als je meedoet er een kruisje van as op je hoofd wordt getekend. Dat wordt gedaan door een priester. Hij zegt dan: Van stof ben je en tot stof zul je vergaan.
De verdeling in ons land tussen het wel of niet vieren van carnaval valt voornamelijk samen met de plekken waar mensen van oudsher katholiek, of juist protestants zijn. In het zuiden zijn er meer mensen katholiek dan boven de rivieren.
Het christendom begon al rond 't jaar 500 zich te verzetten tegen deze heidense gebruiken en in 1091 werd het feest, inmiddels "omgedoopt" tot carnaval/Vastenavond, opgenomen in het kerkelijk jaar voorafgaande aan de Aswoensdag/de vastenperiode.
Betekenis carnaval en vastelaovend
Behalve de verklaring van het woord "carnaval" als verwijzing naar de scheepskar van Dionysos , zou het woord vanuit christelijke oorsprong een samentrekking zijn van de woorden "carne" en "vale". Dit betekent letterlijk "vlees" en "vaarwel" en is een verwijzing naar de vastenperiode.
De oudste christelijke bron waar 'katholiek' wordt gebruikt is de Brief aan de Smyrneeërs van Sint Ignatius van Antiochië: 'waar Jezus Christus is, daar is de katholieke kerk' (ωσπερ οπου αν η Χριστος Ιησους εκει η καθολικη εκκλησια) [ad Smyrn. VIII].
De Rooms-Katholieke Kerk heet al heel lang zo. Katholikos (καθολικός) betekent in het Grieks "algemeen" of "universeel". Rooms komt van de stad Rome, waar de paus woont. En omdat de paus de leider van alle katholieken is, is het de Rooms-Katholieke Kerk.
Ondanks grote interne verschillen hadden de protestanten hun afkeer van het katholicisme gemeen. Ze waren het niet eens met de visie dat de kerk God vertegenwoordigt en tussen God en de gewone gelovige staat. Volgens de protestanten staat elk mens rechtstreeks in contact met God.