Ridders ontstonden in de vroege middeleeuwen. Door de opkomst van het feodalisme (leenstelsel), was er ruimte voor een klasse (adel) die zijn kracht haalde uit militaire macht. Door de komst van de lans en speer, werd de cavalerie (leger ter paard) steeds belangrijker.
Ridders in Nederland
In de Nederlandse adel bestaan nog slechts zes ridderlijke, niet uitgestorven geslachten: Familie: van der Does ridder de Bye (alleen de oudste van de ridderlijke tak draagt de titel van ridder); Familie: ridder Huyssen van Kattendijke (de oudste van het geslacht draagt de titel van baron);
De eerste ridders waren gewone soldaten te paard. Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten.
Waar leefde een ridder? Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg.
Ridders waren dure soldaten die meevochten in het leger van een adellijk persoon. In ruil daarvoor kreeg de ridder een groot stuk land. Een prachtig gebied ergens in Europa - zo'n 500 jaar geleden. Een ridder rijdt op zijn gemak door het bos.
En omdat de arme bevolking van het Romeinse Rijk daar geen geld voor had... deden die het nog steeds in een kuil of pot. In de Middeleeuwen gingen de kasteelheren naar een toilet dat aan de buitenmuur van het kasteel hing. Zo vielen alle uitwerpselen meteen in een slotgracht of ravijn.
Ridder werd je vroeger niet zomaar!Om ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Ridder zijn was namelijk erg duur. Ook moet je heel fit zijn, vroeg beginnen en natuurlijk goed leren vechten!
Launcelot Du Lac (Lancelot van het Meer) is in de legende van koning Arthur zijn rechterhand, en één van de Ridders van de Ronde Tafel. Lancelot wordt gezien als de bekendste ridder van de Ronde Tafel.
Iemand komt in aanmerking voor een onderscheiding in deze orde als iemand een prestatie van zeer exceptionele aard heeft geleverd voor de samenleving. Er zijn drie graden in de Orde van de Nederlandse Leeuw: Ridder Grootkruis, Commandeur en Ridder.
De meeste kastelen werden gebouwd in de middeleeuwen, tussen 500 en 1500. Dat was de Tijd van monniken en ridders.
De laatste was van de ridder Thomas von Absberg, die het vooral op Neurenberg gemunt had. Von Absberg stond bekend om zijn ongebreidelde haat jegens de kooplieden van de stad: als hij er eentje te pakken kreeg, hakte hij steevast diens rechterhand af.
Lancelot wordt gezien als de bekendste ridder van de Ronde Tafel. Hij is zowel de rechterhand van Arthur als zijn beste vriend. Voordat hij wordt ingelijfd als ridder is hij een avonturier op zoek naar vrijheid.
In de middeleeuwen waren de ridders altijd mannen van adel. Dat kwam doordat je rijk genoeg moest zijn om zelf je uitrusting te kunnen betalen en doorgaans beschikten alleen de edelen over genoeg geld. In de vroege middeleeuwen waren ridders vooral mannen van lage adel.
In de Franse tijd wordt de oude Republiek der Nederlanden omgevormd tot een moderne eenheidsstaat, de Bataafse Republiek genoemd (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland.
Er zijn meerdere vrouwen bekend die als ridder hebben gevochten– zoals de Engelse Petronilla de Grandmesnil, die in de 12e eeuw deelnam aan een opstand tegen de koning. Twee eeuwen later kregen vrouwen ook het recht om te worden opgenomen in een officiële ridderorde, waar ze de eretitel dame droegen.
In het begin waren het alle strijders te paard. Maar in de loop van de middeleeuwen werden ridders een speciale klasse ruiters. Ze waren sterk, goed bewapend, eervol en uitstekend getraind. Niet alleen in vechttechnieken, maar ook in nette manieren.
De paarden werden gekeurd op hun gedrag en karakter, bijtende en schoppende dieren werden niet toegelaten. De ridders bereden alleen hengsten of ruinen.
Een ridderslag of accolade is het verlenen door een (adellijk) heer van de ridderlijke waardigheid door middel van het leggen van diens zwaard op beide schouders van een persoon.
De meeste ridders leefden niet zo luxe en aten hetzelfde als de boeren: linzensoep vaak, of gierstbouillon met brood en wijn.Vlees of vis aten ze alleen bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als de kasteelheer net terug was van een toernooi of een oorlog.
Van jagers en verzamelaars naar monniken en ridders
De eerste mensen in West-Europa hadden geen vaste woonplaats. Ze reisden van de ene naar de andere plek. Die mensen kwamen aan voedsel door te jagen en te vissen en door het verzamelen van vruchten, noten en zaden.
Harnas. Tijdens gevechten droegen ridders een harnas. Dit was een soort pak, dat de ridders moest beschermen tegen steken van wapens.
De titel van baron komt nog bij 92 families voor. Er zijn nog maar zeven families met de titel van ridder. Het grootste deel van de Nederlandse adel heeft geen titel, maar voert het predikaat jonkheer/jonkvrouw(e).
De titels prinses en prins worden alleen gevoerd door leden van de koninklijke familie (Oranje, Nederlanden, Oranje-Nassau en de Bourbon de Parme). De Nederlandse titel hertog/hertogin wordt in het geheel niet gevoerd en de titel markies/markiezin door slechts één familie, die bovendien tot de Britse adel behoort.
Van lagere adel naar hogere adel zijn dit: jonkheer/jonkvrouw, ridder (geen vrouwelijk equivalent), baron/barones, burggraaf/burggravin, graaf/gravin, markies/markiezin, hertog/hertogin, prins/prinses.