Hebban olla vogala is een hele bekende oude regel in het Oudnederlands. Deze zin werd ontdekt in 1932 in Oxford door Kenneth Sisam op het schutblad van een Latijns manuscript uit de abdij van Rochester. De tekst dateert naar schatting uit het derde kwart van de 11e eeuw.
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? ' is een van de bekendste zinnen uit de Nederlandse taal- en literatuurgeschiedenis. Het betekent: 'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? Je zou het niet zeggen, maar dit zinnetje is Nederlands. Het is één van de alleroudste zinnetjes in het Nederlands geschreven, bijna duizend jaar oud. Dertien woorden die heel belangrijk zijn voor onze taal.
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda tu wat unbidan we nu? Dit zijn de eerste woorden van een liefdesliedje van bijna 1000 jaar oud. Een bijzonder liedje omdat het bestaat uit de eerste woorden die ooit in het Nederlands zijn opgeschreven. De zin is bijna duizend jaar geleden opgeschreven door een monnik.
De taal die van ca. 800 tot 1150 in onze contreien gesproken werd, noemen we Oudnederlands. Behalve Hebban olla vogala... zijn er niet meer dan enkele kleine schriftelijke resten van bewaard gebleven. Als er geschreven moest worden, gebeurde dat doorgaans in het Latijn.
Wad en unnan
Chr. de plaatsnaam Vada, nu Wadenoijen, een plaats in Gelderland. Dit Vada is de voorloper van het huidige Nederlandse wad, en kan gelden als het oudste geschreven Nederlandse woord – eigenlijk: het oudste 'Nederlandse' woord, want het Nederlands bestond op dat moment nog niet als aparte taal.
'Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij', schrijft een Vlaamse monnik rond 1100 in het Nederlands van zijn tijd: 'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu'. Vrij vertaald staat er: 'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve jij en ik; waar wachten we nog op?
“Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?” Of “Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?” Het is de oudste in het Nederlands geschreven zin van onze literatuur en dateert uit omstreeks 1075 na Christus.
De oude Egyptenaren gebruikten een materiaal dat papyrus heet om hun hiërogliefen op te schrijven. Dit materiaal werd gemaakt door de dunne stammen van de papyrusplant overlappend naast elkaar te leggen en samen te drukken. Het gebruik van papyrus verspreidde zich naar andere landen en werd steeds populairder.
Vroeger hadden de mensen nog geen papier. Toch maakten ze tekeningetjes, dit deden ze op de wanden van een grot. Later schreven deze mensen op potten, gedroogde bomen, botten, schelpen en op het schild van een schildpad. Vroeger in Egypte gebruikten de mensen papyrus (de grassoort in Egypte).
Nederlanders maakten papier vroeger van linnen, hennep of katoen. Papiermolens maakten een pap van water met fijngestampte vezels. Tegenwoordig maken papierfabrieken papier met een mengsel van versnipperd hout en afvalpapier. Deze mengpap noem je pulp.
Wetten en belangrijke dingen schreef men op papyrus. Papyrus was erg duur. Als je het schrijven oefende, moest je oefenen op een houten plankje. Daar zat een zacht laagje overheen.
Rond het jaar 750 namen de Arabieren de kennis van het maken van papier over van Chinese krijgsgevangenen. Via Noord-Afrika en Spanje kwam het productieproces van papier van natuurlijke vezels naar Noord-Europa. In Europa werd het eerste papier gemaakt in 1144 in Xativa (bij Valencia) in Spanje.
Grutto's vergrijzen. Bij grutto's weten we dat de oudste vogel 30 jaar werd.
Aangezien de 'd' volgens onderzoek het beste te combineren valt met de 'u', komt De Boer tot de conclusie dat het eerste woord van de mens waarschijnlijk “duh” was.
Oudnederlands is de taal die gesproken en geschreven werd tijdens de vroege middeleeuwen (circa 500 tot 1200) in een deel van de gewesten die nu Nederland en België vormen, verder ook aan de Franse Noordzeekust (Frans-Vlaanderen, nabij Duinkerke, tevens tot Stapel en mogelijk tot aan Berck) en de nu Duitse Nederrijn.
Het is doorgaans wit gemaakt door een bleekproces van de grondstoffen. Het kan worden gemaakt van natuurlijke grondstoffen zoals riet, bamboe of hout, of door hergebruik van materialen zoals oude kleding of oud papier.
In papier bevindt zich 4% tot 10% water, afhankelijk van de papiersoort. Water als grondstof is niet alleen goedkoop, het zorgt er ook voor dat de papiervezels met elkaar worden verbonden.
Hoewel tegenwoordig nog amper strokarton wordt gemaakt, was het wel ongeveer 100 jaar de belangrijkste manier om karton te produceren. Tussen 1870 en 1970 werd het in Nederland geproduceerd in de noordelijke provincies Groningen en Friesland en in de aangrenzende Duitse provincies (waaronder in de stad Leer).
PapyrusBewerken
Het woord papier verwijst naar de papyrusplant. Deze plant groeit aan de waterkant van rivieren in het Midden-Oosten, zoals de Nijl. Het "papier" van de papyrusplant werd eerst door de Babyloniërs, daarna door de Egyptenaren (rond 3000 v. Chr.)
Bij de papierfabriek wordt pulp gemaakt van de balen oud papier en volgt de papierproductie. Zo wordt oud papier grondstof voor nieuw papier! Papier en karton zijn niet eindeloos recyclebaar, zoals blik of glas.
Het gebruik van papyrus begon ongeveer vijfduizend jaar geleden in Egypte. Van oudsher werd het materiaal daar gemaakt van de stengels van de papyrusplant (Cyperus papyrus), die over de lengte in repen werden gesneden.