De inkomsten van de overheid bestaan vooral uit de belastingen en premies die burgers en bedrijven betalen. De overheid geeft dit geld uit aan voorzieningen zoals scholen, wegen en ziekenhuizen.
De collectieve uitgaven bestaan uit overheidsbestedingen, inkomensoverdrachten aan burgers (overdrachtsuitgaven) en rente en aflossingen van de staatsschuld. De uitgaven kan men ook onderverdelen naar de taken waaraan de overheid het geld besteedt, zoals sociale zekerheid, defensie en onderwijs.
Inkomsten. Een belangrijke inkomstenbron voor provincies is het provinciefonds met een begrotingsaandeel van 25% in 2016. In de jaren voor 2016 vormden ook de specifieke uitkeringen een belangrijke inkomstenbron. In de jaren 2014 en 2015 is de samenstelling van deze twee typen rijksuitkeringen sterk gewijzigd.
In de miljoenennota worden de belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar besproken. Hierbij wordt ingegaan op de kosten en de invloed van deze plannen op de burgers en de bedrijven. Ook wordt de algemene toestand van de Nederlandse economie besproken.
De inkomsten van de overheid bestaan vooral uit de belastingen en premies die burgers en bedrijven betalen. De overheid geeft dit geld uit aan voorzieningen zoals scholen, wegen en ziekenhuizen.
De totale inkomsten van de Rijksoverheid zijn naar verwachting in 2022 € 334,1 miljard. En de totale uitgaven zijn € 353 miljard.
Een staat kan een staatsschuld scheppen door geld te lenen bij particulieren, bedrijven, organisaties en andere staten. Dit gebeurt meestal door de uitgifte van staatsobligaties. In Nederland leende de staat tot 1995 vooral bij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen; nadien vrijwel altijd via obligaties.
De rijksoverheid heeft in 2021 € 33 miljard uitgegeven aan maatregelen om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Dit is fors meer dan de op Prinsjesdag 2020 verwachte € 12 miljard, maar ook minder dan op basis van telkens bijgestelde begrotingen voor 2021 werd verwacht (€ 38 miljard).
Gemeenten en provincies hebben eigen inkomsten en krijgen geld van de Rijksoverheid. De eigen inkomsten komen uit belastingen en bezittingen, zoals een gemeentelijk havenbedrijf. Via het gemeentefonds, provinciefonds en speciale uitkeringen krijgen gemeenten en provincies geld van de rijksoverheid.
Bloemendaal was in 2019 de rijkste gemeente van Nederland, met een doorsnee vermogen van 381.000 euro. Dat is bijna acht keer zoveel als het landelijke gemiddelde van bijna 50.000 euro.
Op grond van onder andere de Financiële verhoudingswet betaalt de Rijksoverheid in 2018 aan alle gemeenten samen een bedrag van ongeveer 36,1 miljard euro (Gemeentefonds en Specifieke uitkeringen). Dit komt overeen met 61% van de totale baten van gemeenten in 2018.
Al het geld dat de mensen en bedrijven betalen heet: de belastingopbrengst. Met dat geld betalen we alle dingen die nodig zijn in een land. Wegen bijvoorbeeld, maar ook ziekenhuizen en scholen. De brandweer en de politie krijgen uit de belastingopbrengst betaald.
Hieronder vallen bijna alle overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld ministeries, waterschappen, provincies, gemeentes, het UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de politie.
Het Rijk is de hoogste bestuurslaag. De andere twee bestuurslagen zijn provincie en gemeente. Het Rijk heeft twee democratisch gekozen organen, te weten de Tweede en Eerste Kamer. Zij controleren de regering (koning en ministers) en maken samen met de regering wetten.
Het gemiddelde bedrag dat een gemiddeld Nederlands huishouden spaart lag in 2020 weliswaar bij € 42.300, maar het huishouden van de doorsnee Nederlander had slechts € 14.900 op bank- en spaarrekeningen staan.
Rondkomen van 1000 euro per maand: Joost van Daalen
Johan kan hiermee rondkomen van 1000 euro per maand, maar er is niets over. Er moet dus niet iets kapot gaan. De huur is de helft van zijn inkomen, dus dan blijft er inderdaad niet zoveel over om van te leven.
Gemiddeld genomen is je netto loon ongeveer €2410 per maand als je €3000 bruto verdient. Dit bedrag wordt lager als je bijvoorbeeld een auto van de zaak hebt of een hoge pensioenbijdrage.
De overheidsschuld als percentage van het bbp (de schuldquote) kwam eind 2021 uit op 52,1 procent. Dit is 2,2 procentpunt lager dan eind 2020, toen de schuldquote uitkwam op 54,3 procent. Deze sterke afname komt doordat het nominale bbp in 2021 veel harder steeg dan de schuld in euro's.
Duitsland en Zweden zijn, afgezet tegen het bruto nationaal inkomen, na Nederland de grootste nettobetalers. Terwijl Nederland per hoofd van de bevolking vorig jaar exclusief korting bijna 210 euro betaalde, ontvingen Slowakije en Tsjechië respectievelijk 570 en 540 euro netto per inwoner.
Nederland staat met een gemiddeld netto-vermogen van bijna 129.000 euro per persoon op de vierde plek in de ranglijst van rijkste landen ter wereld. De lijst is samengesteld door de Duitse verzekeraar Allianz in het Global Wealth Report over 2020.
16,5 miljard euro gaat naar ziekte en arbeidsongeschiktheid, 10,4 miljard euro naar kinderbijslag en andere gezinstoeslagen en 6,3 miljard euro naar de werkloosheidsuitkeringen. Na de sociale bescherming is de gezondheidszorg de grootste kostenpost.
Als de overheid geld leent kan er een staatsschuld ontstaan. Dit betekent dat de overheid een schuld heeft: er moet dan meer geld aan schulden betaald worden dan de overheid in reserves heeft. Over de staatsschuld betaalt de overheid rente. Hierdoor kan de staatsschuld nog verder toenemen.
In de politiek is het een maatregel die politici nemen omdat er een te grote staatsschuld of een te groot begrotingstekort zou zijn. Bezuinigingen leiden deels tot besparingen. Ministeries bezuinigen over het algemeen wanneer uitgaven de opbrengsten dreigen te overtreffen.