Hieronder verstaan we een bepaalde mate van een achterstand in: Conceptuele vaardigheden zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen. Sociale vaardigheden zoals communiceren en het oplossen van sociale problemen. Praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer.
Kinderen en jongeren met een lvb hebben moeite met het onthouden en verwerken van informatie. Zij hebben een achterstand in het werkgeheugen, een relatief zwak verbaal kortetermijngeheugen en een laag denktempo.
Een belangrijk kenmerk van een licht verstandelijke beperking is dan ook dat deze mensen een slecht geheugen hebben; Een beperkte woordenschat en een beperkt vermogen om zich uit te drukken zijn belangrijke kenmerken van een licht verstandelijke beperking; De omgang met mensen is vaak moeilijk voor mensen met een LVB.
Mensen met een LVB hebben in hun leven vaak te maken met kwetsbaarheden en tegenslagen. Zo kunnen ze zichzelf minder goed staande houden in de complexe maatschappij, kost het aangaan van sociale relaties veel moeite, hebben ze moeite met omgaan met stress en missen ze vaak sociale steun.
Omgevingsfactoren. De omvang van de problemen van kinderen en jongeren met een lichte verstandelijke beperking hangt sterk af van de sociale context. Kinderen en jongeren met een lvb groeien soms op in een multiprobleemgezin waarin verslaving, financiële problemen, mishandeling en misbruik voorkomen.
Er zijn verschillen tussen ouders met een LVB in de mate waarin ze moeite hebben met de opvoeding. Ouders met een LVB functioneren gemiddeld beter wanneer zij beschikken over emotionele stabiliteit, een positief zelfbeeld, impulscontrole, frustratietolerantie, gewetensfunctie, vertrouwen en vermogen tot zelfreflectie.
Tussen ongeveer 40% en 55% van de volwassenen met een LVB (zonder en met bijkomende problemen) is actief op de arbeidsmarkt, terwijl zeven van de tien mensen zonder gezondheidsbeperkingen werkt. Het vinden en houden van werk is voor mensen met LVB+ vanwege hun beperking niet vanzelfsprekend.
Conceptuele vaardigheden zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen. Sociale vaardigheden zoals communiceren en het oplossen van sociale problemen. Praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer.
Hun informatieverwerking is trager, ze zien verbanden moeilijk en overzien de gevolgen van hun handelen niet altijd. Intenties van anderen zijn lastig te begrijpen, wat vaak tot problemen in vriendschappen en relaties leidt. Het is lastig om moeilijke informatie te verwerken, vooral als deze niet gedoseerd binnenkomt.
Bij de communicatie richting mensen met een LVB is het belangrijk een rustige en gelijkwaardige houding aan te nemen. Gebruik korte zinnen (5-7 woorden) zonder moeilijke of buitenlandse woorden. Gebruik geen verwijswoorden (woorden die verwijzen naar een woord dat eerder is gebruikt, zoals die, dat, hem enzovoort).
Om zwakbegaafde mensen goed te kunnen begeleiden is het bovenal van belang om hen met al hun problemen en in alle facetten te zien. Daarom is samenwerking tussen verschillende domeinen en deskundigen cruciaal. Mensen met een LVB hebben vaak een voorgeschiedenis met vele faalervaringen.
Jongeren met een LVB hebben een heel concrete opvatting van de werkalliantie. Vooral goede afspraken over de taken zijn vanuit hun perspectief belangrijk voor hun motivatie voor begeleiding. Daarnaast blijkt vertrouwen in de begeleider ook een belangrijke factor voor de motivatie voor begeleiding.
bravouregedrag, nonchalance of het vertellen van fantasieverhalen. Vaak is er sprake van ontkenning van de beperking en zelfover- schatting. Bovenstaande eigenschappen wijzen uiteraard niet altijd op een licht verstandelijke beperking, maar kunnen wel signalen zijn om daar alert op te zijn.
Over het algemeen wordt gezegd dat het hebben van een LVB een risicofactor is voor crimineel gedrag. Dit komt omdat zij extra kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van crimineel gedrag, door bijvoorbeeld overvraging, minder zelfcontrole, zelfvertrouwen of inlevingsvermogen.
Bij een verstandelijke beperking bestaat het gevaar dat de persoon essentiële sociale vaardigheden niet kan ontwikkelen. Kinderen vinden minder gemakkelijk aansluiting bij leeftijdgenootjes en op latere leeftijd verloopt het vinden en behouden van relaties, vriendschappen en werk lastiger.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid.
Mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking, die veelal in bezit zijn van een hoog niveau van vaardigheden, zijn gevoelig voor het ontwikkelen van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. Zij kunnen vaak meer dan zij aankunnen.
Ongeveer 30-40% van de kinderen met een LVB heeft psychische problemen. Een LVB kan samengaan met één of meer andere, psychiatrische stoornissen. De combinatie van een LVB met psychische problemen maakt een juiste beoordeling moeilijk.
Volwassenen kunnen ondersteuning nodig hebben bij het toepassen van schoolse vaardigheden in een baan en het persoonlijk leven. In sociaal en communicatief gedrag kan duidelijk een verschil te merken zijn maar ze kunnen relaties met anderen aangaan.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Definitie LVB+ Bij mensen met een LVB+ is sprake van cognitieve en adaptieve problemen op het niveau van een licht verstandelijke beperking.
Dagbesteding bestaat uit activiteiten overdag met een groep mensen, onder begeleiding van professionals. U ontmoet andere mensen en heeft een zinvolle invulling van uw dag. Dagbesteding kan ook helpen om mantelzorger(s) te ontlasten.