moeite met het werken onder tijdsdruk en werktempo. problemen met tijdsbesef, als iemand niet goed tijd kan inschatten. verwerkingssnelheid. problemen met de fijne motoriek waardoor het werktempo lager wordt.
Er is sprake van een disharmonisch profiel wanneer er significante verschillen bestaan tussen de verbale en de performale intelligentie. Dit is meestal een teken dat er iets aan de hand is waardoor de ontwikkeling van de verschillende soorten intelligentie niet harmonisch verloopt.
Disharmonisch profiel
Mensen met NAH kunnen op de verschillende leefgebieden en ontwikkelingsgebieden op zeer uiteenlopende niveaus functioneren. De ene taak voeren zij op een hoog niveau uit en andere dingen kunnen vervolgens te moeilijk zijn.
Men spreekt van een disharmonisch profiel wanneer het verbale IQ (dat betreft taalkundigheid en de mate van communicatie die je beheerst) van iemand sterk verschilt met het performale IQ (dat betreft de capaciteit om kennis toe te passen, de mate van ruimtelijk inzicht en de manier waarop je je gedraagt).
Intelligentieprofiel. De intelligentie bestaat uit een verbaal (talig) deel en een performaal (ruimtelijk-visueel-handelend) deel. Bij sommige kinderen zijn beide delen van de intelligentie even sterk ontwikkeld. Wij spreken dan van een harmonisch intelligentieprofiel.
Als je kind een IQ boven de 130 heeft en ook een diagnose Asperger of een andere vorm van autisme heeft, zeggen sommigen dat die persoon dan niet echt hoogbegaafd is, omdat het autisme dat uitsluit.
Als het gemiddelde intelligentieniveau gezakt is, betekent dat dus niet dat iemand niet slim meer is. Er kunnen érg grote verschillen bestaan tussen het VIQ en het PIQ. Als dat meer is dan 25 punten wordt er gesproken over een disharmonisch intelligentie profiel of de verbaal performaal kloof (V-P kloof).
Performale intelligentie heeft te maken met het oplossen van problemen en het praktisch denken. Hieronder valt ook het ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek. Het verbaal IQ, daarentegen, zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen.
Wat de verbaal-performaal kloof in de praktijk betekent
Wanneer de leerling sterker is in het verbale stuk, ligt het denken en redeneren in taal op een veel hoger niveau dan het praktische handelen.
Een disharmonisch profiel maakt mensen met een verstandelijke beperking, vooral emotioneel, kwetsbaar en juist vanuit die emotionele kwetsbaarheid ontstaan bij velen psychische problematiek en/of moeilijk verstaanbaar gedrag.
Depressie, vermoeidheid en chronische pijn komen vaak voor na hersenletsel en kunnen lijken op apathie of komen tegelijkertijd voor. Bijwerkingen van sommige geneesmiddelen kunnen ook lijken op apathie. Probeer de oorzaak van het probleem te ontdekken, zodat u kunt helpen.
Doorgaans wordt een IQ dat tussen de 85 en de 115 ligt gezien als een normaal of gemiddeld IQ. Een IQ dat hoger is dan 115 wordt gezien als een bovengemiddeld IQ. Bij een IQ van 130 of hoger is er sprake van hoogbegaafdheid. Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid.
Performaal definities
naamw. Uitspraak: [pɛrfɔrmal] gezegd van denkhandelingen die niet met taal te maken hebben en ook niet in taal worden uitgedrukt Voorbeeld: `Door een kind plaatjes te laten ordenen of half getekende figuren te laten afmaken test je het performal...
Naast het algemene IQ (totaal IQ of TIQ) worden in de meest gebruikte tests nog twee andere IQ's berekend: VIQ (verbaal IQ) en PIQ (performaal IQ). Beide worden becijferd aan de hand van de som van de ruwe score van een bepaalde groep subtests.
Intelligentiekloof: verbaal en performaal. Een intelligentiekloof is een kloof tussen de verbale IQ en de performale IQ. Verbale intelligentie heeft betrekking op woordenschat, taalgevoel en redeneringsvermogen. Performale intelligentie gaat over praktisch inzicht, problemen oplossen en ruimtelijk of visueel inzicht.
Bij non-verbale intelligentie wordt gekeken of men in staat is om logisch-systematisch te redeneren. Is men in staat om oorzaak- en gevolgrelaties te doorzien en systematiek te ontdekken? Tevens wordt gekeken naar abstract-analytisch inzicht.
Over het algemeen wordt uitgegaan van hoogbegaafdheid bij een IQ van 130 of hoger. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen (cognitieve) intelligentie. Het gaat om een wezenlijk andere manier van denken en doen. Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen spelen ook een belangrijke rol.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Het verbale IQ zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen. Veel begaafden hebben een hoog verbaal IQ: ze zijn taalgevoelig, denken snel, hebben een ruime woordenschat, etc. De verbale intelligentie is een aardige voorspeller voor schoolse resultaten.
Een intelligentietest bestaat uit vragen en opdrachten. Deze meten zowel aangeleerde kennis als begrip, inzicht en probleemoplossende vaardigheden. Bij intelligentieonderzoek wordt naar veel verschillende delen van het functioneren gekeken.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind. Een lagere IQ score op de test betekent dan een kind minder intelligent is dan een gemiddeld kind.
Fluid Redeneren Index (FRI): De Fluid Redeneren Index betreft het kunnen oplossen van nieuwe onbekende problemen. Het gaat hierbij om inzicht, logisch redeneren en het leggen van verbanden. De FRI wordt berekend op basis van de subtests Matrix Redeneren en Gewichten.
Perceptueel redeneren: geeft een indruk van het algemeen redeneeraspect en doet een groot beroep op de perceptie. Verbaal leren: hierbij gaat het om het kunnen leren en onthouden van betekenisinhouden. Ruimtelijk inzicht en oriëntatie: naast ruimtelijk-motorische vaardigheden speelt hierbij ook de tempofactor een rol.