Mensen met ADHD of ADD vinden het vaak moeilijk om zich te concentreren en zijn snel afgeleid. Iedereen heeft wel eens moeite om zich te concentreren, of is even wat drukker. Iemand met ADHD heeft hier erg vaak last van. Ongeveer 5 op de 100 kinderen en jongeren in Nederland hebben ADHD.
ADHD leidt tot levenslange problemen met aandacht of concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit. De diagnose ADHD wordt vaak al op jonge leeftijd gesteld. Vaak vallen kinderen op vanwege hun hyperactieve gedrag en impulsiviteit.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
In tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, blijft echter een groot deel van de mensen bij wie ADHD in de jeugd is vastgesteld ook in de volwassenheid nog lichte tot ernstige beperkingen houden, vaak tot op hoge leeftijd. De ernst van de aandoening kan wisselen.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap (nicotine, alcohol), de eetgewoonte van moeder tijdens zwangerschap, vroeggeboorte of laag geboortegewicht, stress in het gezin en vroege traumatische ervaringen.
Houd oogcontact. Dit helpt dat de ander niet afdwaalt. Het kan helpen om 's avonds, voor het slapen gaan, de belangrijkste zaken die op dat moment door het hoofd van degene met ADHD schieten op te schrijven. Dat geeft rust en doordoor ook een betere nachtrust.
ADHD wordt gekenmerkt door symptomen van aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit. Een op de twintig kinderen heeft hier last van en tweederde daarvan houdt symptomen in hun volwassen leven.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de genen die de kans op ADHD doen toenemen. Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Gedragsprobleem. Maar ADHD is een gedragsprobleem, in verreweg de meeste gevallen. Dus hoort behandeling ervan thuis bij gedragsdeskundigen zoals (ortho)pedagogen en psychologen. Niet bij medici, die vaak een medische oplossing zoeken en medicijnen zullen voorschrijven.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
#Overprikkeling
Heb je #ADHD dat sta je vaak 'aan', je bent alert, je hoort en ziet veel en kunt al die informatie niet altijd goed filteren op mate van belangrijkheid. Je loopt op die manier gemakkelijk vol in je hoofd, wat zorgt voor onrust, bewegingsdrang en slechter slapen.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
Ieder kind heeft structuur nodig, maar een kind met ADHD heeft superstructuur nodig. Maak binnen het gezin of de groep afspraken met elkaar en hang die dan ergens op als het kind al kan lezen. Ook huisregels en taken moeten op die lijst terecht komen. Zo weet iedereen wat er van hem wordt verwacht.
Iemand met ADHD heeft vaak meer tijd of woorden nodig om zich te uiten. Onderbreek de ander niet als het voor jou te lang duurt, maar laat diegene uitpraten. Dat je naar de ander luistert betekent niet automatisch dat je het er mee eens bent, maar op deze manier geef je wel de ruimte voor elkaars mening.