De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
Binnen twee weken na intreding van de dood komen producten van ontbinding uit de lichaamsopeningen zoals uit de mond, de neus, de anus en eventuele andere lichaamsopeningen (bijvoorbeeld wonden). De stank van rotting is op dit moment overweldigend aanwezig.
Als het lichaam begraven is, meestal ongeveer een week na het overlijden, gaat het ontbindingsproces door en wordt het lichaam van binnenuit opgegeten door bacteriën. Ze krijgen gezelschap van maden en andere larven, die zich ook tegoed doen aan het lijk.
De mond kan je na overlijden dichtdoen en met een handdoek-rolletje onder de kin dichthouden. Maar de mond is de sterkste spier van je lichaam en als de spierstijfheid afneemt, gaat de mond weer open staan. Overigens moet je als iemand een kunstgebit heeft, dit weer indoen voor het sluiten.
De persoon verliest stap voor stap het bewustzijn, kan onrustig worden of gaan hallucineren. Hierdoor gedraagt je dierbare zich anders dan normaal. Hij of zij kan bijvoorbeeld veel gebaren maken met de handen, terwijl deze niet goed te begrijpen zijn voor de naasten.
Ook al begrijpt de stervende waarschijnlijk niet alles meer wat wordt gezegd, waarschijnlijk hoort hij wel alles en blijft hij tot op het laatst gevoelig voor geluid. Rust rondom de stervende is belangrijk. Aanraking kan rustgevend zijn, maar dit verschilt per persoon en per moment.
Hier bestaan geen regels voor. Om een overledene wel of niet thuis op te baren is een vrije keuze. Ook om hem 's nachts alleen te laten. De meeste mensen laten een overledene niet alleen in huis en zorgen voor een wake; dat is een kwestie van gevoel.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
De vertering van een overledene gebeurt door micro-organismen. Gemiddeld duurt het een jaar of 7 voordat een overledene een skelet, dus alleen maar botten, is. Daarom schrijft de wet voor dat iemand die begraven wordt, minstens 10 jaar begraven moet blijven.
Cremeren is het proces waarbij een overleden lichaam wordt verbrand. Het verbranden van het lichaam doet voor diegene geen pijn, je voelt er dan niks meer van want alleen je lijf is er nog.
Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Na verloop van tijd zakken de zijkanten van de kisten in elkaar, maar de (kisten met de) lichamen zakken niet dieper de grond in. Die blijven allemaal liggen op de diepte waarop ze begraven zijn. In een 3-persoons graf worden de kisten vaak geplaatst op dieptes van ongeveer 120 cm, 210 cm en 300 cm.
Bij de ontbinding zijn het veel meer de zuurstof in de grond en de in het lichaam en de omgeving aanwezige bacteriën die het ontbindingsproces in gang zetten en aan de gang houden. Bij lijken van een normaal postuur neemt dat proces zo'n tien jaar in beslag. In de eerste weken gaat het heel snel.
Maar die botten vergaan op de lange termijn ook. In 'gunstige' omstandigheden na ongeveer 20 jaar. In 'ongunstige' omstandigheden pas na meer dan 100 jaar.
Wetenschappers voeren daar baanbrekend forensisch onderzoek uit. Wilson en collega's probeerden in het lab een gebruikelijk systeem voor het vaststellen van het tijdstip van overlijden te verbeteren. Ze gebruikte daarvoor timelapse camera's en ontdekten dat menselijke lichamen na de dood significant bewegen.
De stervende zelf kan een acetonachtige geur verspreiden. Dit is heel normaal en heeft te maken met het proces wat gaande is in het lichaam. Het uitvallen van de organen. Als u deze geur vervelend vindt is er op het gebied van aroma therapie wat mogelijk.
Lijkvocht ontstaat door het vloeibaar worden van een lichaam door ontbinding. Het lichaamsvocht vermengt zich met bloed en bacteriën en is onderhevig aan allerlei chemische processen die in het lichaam plaatsvinden. Dat maakt het dat lijkvocht ook wel eens als giftig wordt beschouwd.
Het beste antwoord. De kist is vergaan, lijk als het goed is ook, zodat alleen botten resteren. In een zuurstofrijke omgeving gaat het sneller dan in een zuurstofarme. Bepaalde medicijnen vertragen het ontbindingsproces maar het graf mag na 20 jaar worden geruimd.
Natuurlijk mag iemand de overledene op de mond kussen maar men moet wel rekening houden dat daar veel bacteriën aanwezig zijn. Het is wellicht een vervelend praatje maar direct na het overlijden begint het lichaam met het ontbindingsproces. Die lichaamssappen moeten weg en dat gaat vaak via de mondhoeken.
U vraagt hoe lang een overledene ongekoeld op een kamer in een verzorgingshuis mag blijven. Dat is in principe onbeperkt. Althans, binnen 6 dagen (de 5e dag na die van het overlijden) moet iemand begraven of gecremeerd zijn, dus laat ik zeggen tot aan de uitvaart.
Minder goed kunnen horen of zien
Gehoor en zicht nemen af. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Iets terugzeggen is moeilijker. Een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht lukt vaak nog wel.
De tijd tussen de ademteugen wordt steeds langer, soms wel tot een halve minuut en tenslotte is er de laatste adem, in veel gevallen niet meer dan een zuchtje na een (heel) lange stilte. Het gezicht ziet er ook bij deze stokkende ademhaling vaak heel rustig uit. Dit wordt Cheyne-Stokes ademhaling genoemd.
– De bloedsomloop neemt af.
Alleen de vitale delen van het lichaam krijgen op het laatst nog bloed. Op de armen en benen ontstaan daardoor paarsblauwe vlekken en het gezicht wordt grauw. Het lichaam voelt steeds kouder aan.